Reportage van de bier(r)evolutie

omslag van besproken boekfoto uit besproken boek (foto J.W. Kaldenbach)
Edo Dijksterhuis (tekst) & Jan Willem Kaldenbach (foto’s), De bierrevolutie, Houten : Terra, 2017, 272 p., € 25

Hoe zullen we in 2050 terugkijken op de ontwikkelingen die de Nederlandse biermarkt heeft doorgemaakt in de eerste decennia van de 21e eeuw? Hoe zullen we met name terugkijken op de komst van al die ambachtelijke, veelal lokaal opererende brouwerijtjes die zich met meer of minder commercieel succes geworpen hebben op het vervaardigen van oude en nieuwe speciaalbieren? Zullen we spreken over een bierrevolutie, waarbij koning pils van de troon gestoten is en de hegemonie van brouwerijconcerns als Heineken, AB InBev Nederland, Bavaria en Grolsch doorbroken is? Ik denk het niet. Een revolutie is een plotselinge verandering in de bestaande toestand – in dit geval dus de Nederlandse biermarkt – resulterend in een algehele ommekeer. Zo’n plotselinge ommekeer gaat gepaard met frictie, rumoer en opwinding. Revoluties voltrekken zich nu eenmaal zelden in stilte. Natuurlijk leven we voor bierliefhebbers in opwindende tijden. Het binnenlands aanbod van soorten en smaken bier is in betrekkelijk korte tijd geëxplodeerd. Waar het aanbod in de loop van de 20e eeuw alleen maar schraler en schraler werd en pilsener wist uit te groeien tot de allesoverheersende biersoort, biedt de 21e eeuw vooralsnog een heel andere aanblik. Toch hebben die vele honderden nieuwe craft beers die de laatste jaren zijn gaan meedingen naar de gunst van de consument er niet toe geleid dat de troon van koning pils wankelt. De Nederlandse biermarkt is door de komst van deze craft beers allesbehalve op zijn kop gezet. In 2016 bestond 84% van het in Nederland geconsumeerde biervolume nog altijd uit pils.[1] Daarmee kalft het aandeel pils in de binnenlandse bierplas wel langzaam af, want in 2000 had pils nog een aandeel van 92% en in 1985 bestond die bierplas nog voor pakweg 99% uit pils. Gegeven dit tempo is dus veeleer sprake van evolutie dan van revolutie. Vermoedelijk zal het aandeel pils de komende jaren nog wel verder dalen maar het zou mij ten zeerste verbazen als het in 2050 onder de 60% gezakt zou zijn. Pils is en blijft nu eenmaal een heel uitgebalanceerde biersoort: verfrissend, niet te zwaar, goed doordrinkbaar met een buitengewoon attractieve kleur. Ook het oligopolide karakter van de Nederlandse biermarkt zie ik niet zo snel veranderen. De greep die de grote vier (Heineken, AB InBev Nederland, Bavaria en Grolsch) op de Nederlandse biermarkt uitoefenen is ijzersterk. Al vanaf 1973 komt de zogenaamde C4-index, dat is de som van het marktaandeel van de 4 grootste aanbieders, voor de Nederlandse biermarkt onveranderlijk uit boven de 90%.[2]

De ontwikkelingen die zich thans op de Nederlandse biermarkt voordoen zijn in zekere zin het onvermijdelijke gevolg van de verregaande mate van concentratie en extreme verschraling van het productaanbod die zich voltrokken hebben in de 20e eeuw. Bij dat proces van concentratie en homogenisatie zijn zoveel mooie en bijzondere biersoorten en biermerken verdwenen dat het gewoon een kwestie van wachten was op ondernemers die commercieel perspectief zagen in het reïntroduceren van die verdwenen soorten en merken. Net als in veel andere volwassen industriële sectoren is ook in de brouwnijverheid aan de onderkant van de markt weer ruimte ontstaan voor kleine spelers die er een andere bedrijfsmodel op na houden dan de dominante spelers.[3] In veel van de zogenaamde microbrouwerijen die de laatste jaren zijn ontstaan wordt het brouwen van bier bedrijfsmatig gecombineerd met één of meer andere activiteiten. Heel vaak is dat het uitbaten van een proeflokaal of andere horecagelegenheid maar niet zelden blijken de nieuwe brouwers ook actief in de culturele sector, hebben ze een winkeltje en/of vervaardigen ze ook een ander streekproduct. Freelance journalist Edo Dijksterhuis (1971) en fotograaf Jan Willem Kaldenbach (1959) kregen begin 2015 het lumineuze idee om een aantal van die nieuwe Nederlandse brouwers te portretteren. Dat resulteerde in het boek De bierrevolutie, dat in januari 2017 van de drukpers rolde. Afgezien van de titel, die ik om redenen hiervoor uiteengezet niet erg gelukkig acht, is het een mooi boek geworden. Voor hun boek selecteerden Dijksterhuis en Kaldenbach in totaal 90 microbrouwerijen, waarvan ze er 34 ook daadwerkelijk bezochten en spraken met de brouwers en/of initiatiefnemers. Vooral de portretjes van deze brouwers en/of inititiatiefnemers zijn informatief en lezenswaardig. In hun voorwoord schrijven Dijksterhuis en Kaldenbach dat de geportretteerden “een dwarsdoorsnede van brouwend Nederland” vormen: “Er zitten beginnelingen tussen en veteranen, kleinschalige initiatieven en bedrijven die het predicaat ‘micro’ allang zijn ontgroeid, idealisten en commerciëlen, blijmoedige amateurs en professionals.”[4]

Ik heb het boek van kaft tot kaft gelezen en kan in grote lijnen wel instemmen met wat de auteurs in hun voorwoord betogen, met dien verstande dat de twee grootste brouwerijen die Dijksterhuis en Kaldenbach bezochten – Jopen in Haarlem en ’t IJ in Amsterdam – met productievolumes van respectievelijk 20.000 en 19.500 hl in mijn ogen nog steeds microbrouwerijen zijn in verhouding tot wat de grote vier op jaarbasis vervaardigen. Anderzijds ligt het gemiddelde productievolume van de 90 in dit boek geportretteerde microbrouwerijen op 1327 hl , waarmee Jopen en ’t IJ dus als het ware de reuzen in de craft beer sector vormen. Te voorzien valt dat die reusjes op enig moment tegen de grenzen van hun bedrijfsmodel aanlopen en dan, al dan niet op eigen initiatief, aansluiting zullen vinden bij de echte bierreuzen. Die laatsten zijn ondertussen al bezig posities op te bouwen in de craft beer sector. Bavaria heeft bijvoorbeeld in 2016 een 35% belang genomen in brouwerij De Molen in Bodegraven.[5] Ook werd een meerderheidsbelang verworven in het Belgische Palm, dat al jarenlang op de Nederlandse markt actief is met haar amberkleurige Belgian pale ale.[6] Heineken heeft in de Verenigde Staten en Zuid-Afrika enkele craft beer brouwerijen overgenomen en hoewel topman Jean-François van Boxmeer publiekelijk heeft verklaard niet actief op zoek te zijn naar Nederlandse microbrouwerijen die kunnen worden ingelijfd wil dat allerminst zeggen dat Heineken niet geïnteresseerd is in één of meer sterke Nederlandse craft biermerken.[7] Waarschijnlijker is echter dat Heineken na verloop van tijd biersoorten die zich in de craft beer sector hebben bewezen zelf zal gaan produceren om zo microbrouwers de loef at te steken. Feitelijk is Heineken reeds begonnen uitvoering te geven aan deze concurrentiestrategie middels haar dochterbrouwerij Brand, die de afgelopen jaren ter markt is gekomen met een Indian pale ale (februari 2015), een saison (februari 2016) en een porter (december 2016). Op een Heineken IPA zullen we nog wel wat jaartjes moeten wachten want de grootste brouwer van Nederland is bepaald terughoudend met de proliferatie van de merknaam Heineken. Eer er een alcoholvrij bier onder die merknaam werd uitgebracht heeft immers ook bijna 30 jaar geduurd. Ondertussen groeit het aantal microbrouwerijen nog steeds. Je hoeft geen econoom of bedrijfskundige te zijn om te kunnen voorspellen dat de meeste van de microbrouwerijen die nu nog aan het firmament verschijnen nooit de omvang zullen kunnen bereiken van een pionier als ’t IJ (1985). Er komt een moment dat microbrouwerijen vooral elkaar pijn gaan doen in plaats van microprocentpuntjes marktaandeel af te snoepen van de bierreuzen. Ik sluit niet uit dat dat moment misschien al is aangebroken.

Met dat al is niets gezegd ten nadele van het boek van Dijksterhuis en Kaldenbach, dat een mooi tijdsbeeld biedt van de Nederlandse craft beer scene op of omstreeks haar hoogtepunt. Als ik in 2050 een hoogbejaarde Nederlander ben zal ik hopelijk dit boek nog eens ter hand nemen en grinneken over het ongebreidelde optimisme van twee Amsterdamse brewboys die in 2016 nog niet eens een eigen bierketel hadden maar niettemin dachten binnen tien jaar heel Europa aan hun voeten (en aan hun bier) te hebben. Of me wederom ergeren aan het Rotterdamse kunstenaarsduo Iris Roskam en Arno Coenen (bekend van het plafond in de Markthal) dat alleen maar poseert als zijnde bierbrouwers maar wier enige bemoeienis met het bier dat in hun naam wordt verkocht bestaat uit het bedenken van trashy namen en een trashy etiket. En verder hoop ik dat Roel Buckens van brouwerij Frontaal (Breda) in 2050 nog steeds bier brouwt in een zeecontainer in plaats van het met zeecontainers tegelijk te verschepen naar China. Want dat is wat vooral belangrijk is: dat er altijd kleintjes blijven en nieuwe kleintjes zullen komen om de grote bierreuzen scherp te houden en uit te dagen. Opdat we nimmer meer terugkeren naar de dagen dat bier gelijk stond aan pils.

© Peter Zwaal, 2017

[1] Kerncijfers Nederlandse Brouwers, 24 februari 2016, https://www.nederlandsebrouwers.nl/biersector/publicaties/kerncijfers-nederlandse-brouwers/
[2] Overigens bestonden de grote vier in 1973 uit Heineken, Verenigde Bierbrouwerijen Breda-Rotterdam (VBBR), Grolsch en Bavaria. Nederlandse Brouwerijen Artois, een verre voorganger van het huidige AB InBev Nederland, nam in 1973 de vijfde positie in op de Nederlandse biermarkt. De brouwerijen van het VBBR-concern werden in 1995 overgenomen door Interbrew Nederland, de opvolger van Nederlandse Brouwerijen Artois.
[3] Jochem J. Kroezen, The renewal of mature industries : an examination of the revival of the Dutch brewing industry (Rotterdam : Erasmus University Rotterdam, 2014), https://www.erim.eur.nl/doctoral-programme/phd-in-management/phd-projects/detail/745-the-renewal-of-mature-industries-an-examination-of-the-revival-of-the-dutch-beer-brewing-indust/
[4] Edo Dijksterhuis & Jan Willem Kaldenbach, De bierrevolutie (Houten : Terra, 2017) p.10
[5] Joost Agterhoek, Bavaria vergroot aandeel in speciaalbierbrouwer, Levensmiddelenkrant, 6 april 2016, http://www.levensmiddelenkrant.nl/nieuws/fabrikanten/bavaria-vergroot-aandeel-in-speciaalbierbrouwer
[6] Bavaria neemt Palm flink onder handen: forse investering en nieuwe uitstraling, Misset Horeca, 6 juli 2017, http://www.missethoreca.nl/cafe/nieuws/2017/7/bavaria-gaat-fors-investeren-in-palm-101275372
[7] Wieteke Posthumus, Heineken laat brouwers craft-bier met rust, Misset Horeca, 31 juli 2017, http://www.missethoreca.nl/cafe/nieuws/2017/7/heineken-laat-brouwers-craft-bier-met-rust-101277294