In 1923 werd de uit de uit de 18e eeuw daterende boerderij Vreedelust aan de Dorpsstraat in Warmond omgebouwd tot een pleisterplaats ten behoeve van de watersporttoeristen op de nabijgelegen Kagerplassen. Bij die transformatie werd de naam Vreedelust ingeruild voor Meerrust. De pleisterplaats beschikte over een groot terras aan De Leede, het riviertje dat Warmond met de Kagerplassen verbond. Zeil- en motorjachten konden vrij aanleggen aan dit terras. In 1929 kreeg Meerrust een nieuwe exploitant in de persoon van de bekende Haagse horecaondernemer Leonardus Johannes Adrianus Kemper (1872-1934), die aan het Lange Voorhout restaurant Royal dreef. Kemper maakte van Meerrust meer dan een gewone uitspanning. De keuken werd op hoog niveau gebracht en allerlei nieuwe activiteiten – zoals thee- en dinerconcerten en dansavonden in de hooiberg – moesten zorgen voor een chique en koopkrachtig publiek. Bij de heropening van Meerrust werd Kemper niet onwelwillend omschreven als een man “die evenveel voelt voor zijn gast als voor zijn portemonnaie” (Het Vaderland, 31 maart 1929).
Overigens was Meerrust alleen tijdens het watersportseizoen (van half april tot en met half september) geopend. Het hoogtepunt van het seizoen viel samen met de door de Koninklijke Watersportvereniging De Kaag georganiseerde zeilwedstrijden in juli op de Kagerplassen (de zogenaamde Kaagweek). Kemper adverteerde regelmatig in het Haagse dagblad Het Vaderland met als gevolg dat veel inwoners uit de residentie Meerrust bezochten. Ook vorstelijke personen behoorden tot de cliëntèle van Meerrust. In juli 1929 dineerden de voormalige Duitse kroonprins Wilhelm von Hohenzollern (1882-1951) en zijn echtgenote Cecilie von Mecklenburg-Schwerin (1886-1954) in Meerrust en in september 1936 brachten prinses Juliana en prins Bernhard een bezoekje aan Meerrust.
Het interieur van het restaurant was door Kemper in oud-Hollandse stijl gehouden met gordijnen en lampenkappen in rood-wit gestreept katoen. Ook het terras was uitgevoerd in rood (kussens, parasols) en wit (meubilair), zoals we kunnen zien op dit olieverfschilderij van Marinus Dittlinger (1864-1942). Vermoedelijk is ook de terrasbeplanting (rode begonia’s?) niet aan de aandacht van directeur Kemper ontsnapt. Het schilderij is door Dittlinger vervaardigd in 1929, dus kort na de heropening van Meerrust door Kemper. Al dat rood en wit heeft op de schilder zijn uitwerking niet gemist. Kijk maar eens naar al die extra rood-witte accenten die Dittlinger heeft toegevoegd: hondje, kinderkleding, strandbal, pochetten en corsages. Op één van de stoelleuningen zit zelfs een grijze roodstaartpagegaai! Overigens is het nagenoeg zeker dat Dittlinger nooit met schetsblok of ezel op het terras van Meerrust heeft zitten werken. Dittlinger vervaardigde zijn schilderij op basis van een ansichtkaart…
© Peter Zwaal, 2014, 2018