Over de jaren heen heb ik tientallen Wikipedia-pagina’s gemaakt en/of ingrijpend herschreven. Mijn ervaringen met het medium Wikipedia zijn lang niet altijd positief. Zowel als gebruiker als “toeleverancier” stelt Wikipedia mij regelmatig flink teleur. De kwaliteit van de teksten en geboden informatie is zeer wisselend. Serieuze onderwerpen en lemmata die eigenlijk een grondige of diepgaande behandeling vergen worden opmerkelijk vaak juist heel summier behandeld, terwijl artiesten, acteurs en andere zaken die louter entertainmentwaarde hebben juist ongelofelijk uitputtend worden beschreven. Van die onevenwichtigheid is Wikipedia doortrokken. Zangers die geen noot zuiver uit hun strot krijgen hebben een uitgebreide Wikipedia-pagina maar over toonaangevende wetenschappers en captains of industry heeft het medium vaak helemaal niets te melden. Wat een armoe! Een ander groot bezwaar is dat de bronnen, noten en referenties die worden opgevoerd vaak uitsluitend betrekking hebben op bronnen en teksten die via internet toegankelijk en raadpleegbaar zijn. Bronnen en teksten die niet digitaal raadpleegbaar zijn (omdat er nog auteursrecht op berust of omdat ze nog niet zijn gedigitaliseerd) worden vaak totaal veronachtzaamd. Sterker nog: wanneer je als maker/toeleverancier van een Wikipedia-lemma bronnen aandraagt die niet via internet te controleren zijn, loop je de kans dat een Wikipedia-moderator daarbij vraagtekens plaatst of je tekst met de bijbehorende verwijzingen gewoonweg schrapt. Sommige moderatoren hebben liever een lemma dat uitblinkt door vaag- en algemeenheden dan een lemma met concrete informatie die niet langs digitale weg te controleren is. Alle niet-digitale informatie die is opgeslagen in boeken, tijdschriften en archieven is in de ogen van deze Wikipedia-moderatoren bij voorbaat suspect. Nogmaals: wat een armoe! En bovenal: wat een kleinzielig vertrouwen in de integriteit van de toeleveranciers van informatie en in het zelfreinigende vermogen van het medium Wikipedia. Naarmate meer en meer archivalia en teksten worden gedigitaliseerd en via internet toegankelijk worden, zullen domme fouten, dubieuze interpretaties en kwestieuze toeschrijvingen vroeg of laat echt wel uit een Wikipedia-lemma worden gefilterd – zo vermoed ik.
Hoe wisselend de kwaliteit van Wikipedia-lemmata is valt vooral op als je één en hetzelfde lemma in de verschillende taalversies van Wikipedia met elkaar vergelijkt. Zo ergerde ik mij bijvoorbeeld al drie jaar lang aan het magere lemma Maigret op de Nederlandse Wikipedia, terwijl Simenons romanfiguur op de Duitse, Engelse en Franse Wikipedia wèl een behoorlijk informatief lemma had. Aangezien ik de afgelopen jaren vrijwel de complete Maigret-reeks heb gelezen en ook een groot aantal Maigret-verfilmingen heb gezien, besloot ik het Wikipedia-lemma grondig te “verbouwen”. Omdat het een romanfiguur en personage uit de entertainmenthoek betreft, viel uiteraard niet te ontkomen aan uitputtende lijstjes en overzichten. Het opstellen daarvan kostte meer moeite dan ik had verwacht. Zo bleek geen betrouwbaar en compleet overzicht voorhanden van de Nederlandse televisieserie Maigret (1964-1970). De uitzenddata genoemd op de bekende internet movie database (www.imdb.com) betroffen de uitzendingen op de Vlaamse televisie en niet die op de Nederlandse televisie! Bovendien zijn in Vlaanderen maar 17 afleveringen van de serie te zien geweest, terwijl de complete door de VARA uitgezonden serie uit 23 afleveringen bestond. De onvolprezen krantendatabank van de Koninklijke Bibliotheek (www.delpher.nl) kon uitkomst brengen wat betreft de ontbrekende afleveringen en de Nederlandse uitzenddata. Nederlandse kranten zijn immers vanouds gewoon aan te kondigen wat er die dag op de buis te zien is. Bij mijn zoektocht in die krantendatabank viel mij terloops op dat regionale kranten uit Limburg veel uitgebreidere informatie boden over wat er in de jaren zestig en zeventig op de Duitse televisiezenders was te zien dan landelijke kranten als De Telegraaf en De Volkskrant. Dat gold ook voor de Maigret-series met Rupert Davies en Jean Richard die door de Duitse zenders ZDF en ARD werden uitgezonden. Waar de landelijke kranten in hun televisieprogramma-overzichten volstonden met “Maigret” vermeldde de Limburgse Courant ook de naam van elke aflevering. Dat zal niet voor niets geweest zijn. Kennelijk keken veel Limburgse televisiekijkers naar die in het Duits nagesynchroniseerde televisie-Maigrets.
Natuurlijk valt al dat opzoekwerk voor het completeren van die lijstjes en overzichten in het niet bij het leeswerk dat ik heb gestoken in het doorploegen van vrijwel de complete Maigret-reeks. Heel veel noten in het door mij herschreven lemma zijn verwijzingen naar Maigret-romans en verhalen in de eerste uitgave in de Zwarte Beertjes-reeks. Ik hoop dat de Wikipedia-moderatoren geloof hechten aan deze verwijzingen die (nog) niet digitaal zijn te verifiëren. Mochten zij mijn tekst verwijderen of één of andere onverlaat mijn tekst weer grotendeels verkrachten dan volgt hieronder het lemma zoals dat er op 4 oktober 2019 uitzag.
Ben ik tevreden met het resultaat van mijn inspanningen? Ja en nee. Om met dat laatste te beginnen: het kan altijd beter! Sommige zaken heb ik niet kunnen achterhalen. Ik weet vrijwel zeker dat ook na 2002 nog afleveringen van de televisieserie met Bruno Cremer op de Nederlandse televisie te zien zijn geweest maar welke dat waren en wanneer ze zijn uitgezonden is vooralsnog een raadsel. Verder heb ik bewust geen melding gemaakt van Maigret-verfilmingen uit de Sovjet-Unie omdat die hier nooit te zien waren en ze bij mijn weten ook niet op dvd verkrijgbaar zijn. Een hele grote frustratie is dat de beelddatabank Wikimedia Commons maar weinig geschikte Maigret-afbeeldingen bevat. Je zou zo’n lang Wikipedia-lemma dolgraag willen illustreren met boekomslagen en stills uit televisieseries en films maar als die afbeeldingen niet expliciet zijn vrijgegeven voor het publieke domein zijn ze bij Wikipedia onverbiddellijk en worden ze niet getolereerd.
© Peter Zwaal, 2019
Maigret
Jules Maigret is de hoofdpersoon in 75 romans en 28 korte verhalen die de Belgische schrijver Georges Simenon tussen 1931 en 1972 heeft geschreven. Veel van die romans en verhalen zijn één of meerdere keren verfilmd.
De eerste Maigret, Pietr-le-Letton, verscheen in 1931 en werd in 1938 in het Nederlands vertaald als Maigret en de onbekende wreker. Naar eigen zeggen heeft Simenon deze roman – de eerste die hij niet onder pseudoniem maar onder eigen naam publiceerde – in 1929 te Delfzijl geschreven, toen zijn boot L’Ostrogoth daar werd gerepareerd.[1][2] In de roman moet een “massieve, boomgrote, breedgeschouderde” commissaris van de Parijse centrale recherche (police judiciaire) een aantal moorden zien op te lossen. Maigret, die gekleed gaat in een “zware jas met zwartfluwelen bontkraag en bolhoed”, wordt geholpen door zijn adjudant Torrence, die daarbij de dood vindt. Torrence komt overigens in latere Maigret-romans weer terug! Dit is één van de vele ongerijmdheden in de reeks, waaruit kan worden opgemaakt dat Simenon bij het schrijven zelden verifieerde wat hij in eerdere romans en verhalen allemaal over Maigret en zijn medewerkers te berde had gebracht. Aan het schrijven van een Maigret-roman spendeerde Simenon hooguit één of enkele weken van zijn tijd. Dat heeft geresulteerd in een aantal plots die lijden onder een zeker gebrek aan geloofwaardigheid.[3]
In Delfzijl staat een standbeeld van Maigret, vervaardigd door de Nederlandse beeldhouwer Pieter d’Hont.[4] Het beeld werd op 3 september 1966 onthuld door Georges Simenon, in het bijzijn van vier acteurs die elk in een ander land in een televisieserie of bioscoopfilm gestalte gaven aan Maigret: Rupert Davies (Groot-Brittannië), Gino Cervi (Italië), Heinz Rühmann (Duitsland) en Jan Teulings (Nederland).[5] Ter gelegenheid van dit evenement ondertekende de burgemeester van Delfzijl een uittreksel van de burgerlijke stand, waarin verklaard wordt dat Jules Maigret op 45-jarige leeftijd geboren is te Delfzijl, op 23 februari 1929, en dat zijn vader Georges Simenon is en zijn moeder onbekend.[6]
Personage
Maigrets roepnaam is Jules, al wordt hij slechts spaarzaam bij die naam aangesproken door zijn vrouw en enkele zeer vertrouwde vrienden. In La première enquête de Maigret (Het eerste onderzoek van Maigret) valt te lezen dat zijn volledige naam Jules Amédée François Maigret luidt.[7] In Le revolver de Maigret (Het pistool van Maigret) bedeelt Simenon hem echter met de voornamen Jules Joseph Anthelme.[8] Al even achteloos is Simenon omgesprongen met Maigrets geboortejaar. In M. Gallet décédé (Maigret in Sancerre), waarin Maigret een moord in Sancerre onderzoekt in de zomer van 1930, wordt vermeld dat Maigret 45 jaar oud is en dat hij reeds de helft van zijn leven in dienst is van de politie.[9] Daarentegen beschrijft Simenon in La première enquête de Maigret (Het eerste onderzoek van Maigret) hoe Maigret in april 1913 op 26-jarige leeftijd voor het eerst op eigen initiatief een moord onderzoekt. Hij is op dat moment al vier jaar werkzaam bij de Parijse politie en gestationeerd op bureau La Rochefoucauld in het negende arrondissement als secretaris van commissaris Maxime Le Bret, van wie hij overigens meer tegen- dan medewerking ondervindt bij zijn onderzoek.[10] Met een ruime slag om de arm kan dus worden gesteld dat Maigret geboren is tussen 1884 en 1887. In Maigret et l’homme tout seul (Maigret en het lijk in het sloophuis), dat zich afspeelt in augustus 1965, vermeldt Simenon vreemd genoeg dat Maigret bijna 55 jaar oud is, wat zou betekenen dat hij rond 1910 moet zijn geboren. Aangenomen wordt dat Simenon zich hier deerlijk in de chronologie heeft vergist. In de meeste romans en verhalen wordt Maigret door zijn schepper voorgesteld als een man van middelbare leeftijd.[11] Bekend is dat Simenon een slecht geheugen voor data en jaartallen had, een gebrek waar hij grappig genoeg ook Maigret mee opzadelde.[12]
Maigrets vader Evariste is rentmeester van een grafelijk landgoed in Saint-Fiacre, een fictief dorp in de buurt van Moulins in het departement Allier. Het beroep van rentmeester brengt met zich mee dat zowel met mensen uit gepriviligeerde kringen als met boeren en veehandelaren moet worden omgegaan.[13] De vaardigheid om met mensen uit allerlei rangen, standen en sociale milieus om te gaan bezit ook Maigret, die in deze aardt naar zijn vader. De familie Maigret bewoont een huis gelegen aan de binnenplaats van het kasteel van Saint-Fiacre. Vele jaren na Maigrets vertrek uit Saint-Fiacre is het kasteel gekocht door Ferdinand Fumal, een zoon van de plaatselijke slager die het tot welgesteld en invloedrijk vleesgroothandelaar heeft gebracht en die op zeker moment in zijn Parijse woning wordt vermoord.[14] Het dorp en kasteel van Saint-Fiacre zijn door Simenon gemodelleerd naar Paray-le-Frésil, waar hij in 1931 enige tijd heeft verbleven als particulier secretaris van de markies de Tracy.[15]
Maigret is enig kind. Als hij 8 jaar oud is sterft zijn moeder in het kraambed, evenals de baby. Vier jaar later gaat Maigret naar het lyceum in Moulins, waar hij zich echter als leerling op het internaat erg ongelukkig voelt. Als zijn vader dat door heeft, besluit deze de jonge Maigret naar Nantes te sturen, waar zijn tante en oom een bakkerij drijven en hem liefdevol kost en inwoning bieden.[16] In Nantes volgt Maigret middelbaar onderwijs. Opgegroeid op het platteland blijft hij zich echter tussen de vier muren van een klaslokaal opgesloten voelen.[17] Na de middelbare school gaat hij, nog steeds in Nantes, medicijnen studeren. Die studie moet worden afgebroken als Maigret ongeveer 20 jaar oud is en zijn vader op 44-jarige leeftijd in Saint-Fiacre komt te overlijden aan pleuritis, al vermoedt zijn zoon dat tuberculose de werkelijke doodsoorzaak is.[18] Ook wat Maigrets studie geneeskunde betreft heeft Simenon een steekje laten vallen want in Pietr-le-Letton (Maigret en de onbekende wreker) wordt en passant vermeld dat Maigret enkele jaren medicijnen heeft gestudeerd aan de Sorbonne in Parijs. Hoe het ook zij: in die laatste stad neemt Maigrets carrière rond 1907 een aanvang.
Carrière
In het Parijse hotel-pension waar de jonge Maigret een kamer huurt, woont ook de vrijgezelle inspecteur Jacquemain, die werkzaam is bij de afdeling moordzaken (“de moordbrigade“) van de centrale recherche, zetelend aan de Quai des Orfèvres. Als Maigret op het punt staat een eenvoudig kantoorbaantje zonder veel toekomstperspectief te accepteren, biedt de ongeveer 40-jarige Jacquemain hem een alternatief aan, namelijk een aanstelling als geüniformeerd fietskoerier bij de Parijse politie. Zo’n zeven maanden lang doorkruist Maigret dagelijks heel Parijs om officiële stukken en dossiers te bezorgen bij de verschillende politiebureaus. Aldoende leert hij de stad op zijn duimpje kennen.[19] Gegeven zijn vertrouwdheid met de fiets is het opmerkelijk dat hij dit voertuig in zijn latere carrière versmaadt. Alleen in M. Gallet décedé (Maigret in Sancerre) en in Les caves du Majestic (Maigret en het lijk in de kast) stapt hij nog tweemaal op een geleende fiets, waarbij hij opmerkt dat dit “zoveel gezonder en plezieriger [is] dan de bus of de tram”.[20] Als fietskoerier moet de jonge Maigret ook enkele malen stukken bezorgen bij commissaris Xavier Guichard, hoofd van de centrale recherche en een bekende van Maigrets vader. Guichard bezit een vakantiehuisje in de nabijheid van Saint-Fiacre en is daardoor met Evariste Maigret bevriend geraakt.[21] Guichard ontpopt zich als Maigrets “beschermheer en meester”, die vanuit de coulissen zijn carrière min of meer stuurt zodat de jongeman in enkele jaren tijds met zoveel mogelijk facetten van het politiewerk in aanraking komt.[22]
Overigens is Guichard gebaseerd op een gelijknamige commissaris die werkelijk heeft bestaan en op wiens uitnodiging Simenon ooit is rondgeleid op de burelen van de Quai des Orfèvres, teneinde een reëler beeld te krijgen van het recherchewerk. Simenon is dan nog auteur van sensationele misdaadromannetjes onder het pseudoniem Georges Sim maar gaat nadien semi-literaire misdaadromans schrijven onder zijn eigen naam.[23]
Na zijn periode als geüniformeerd fietskoerier werkt Maigret in burgerkleding onder andere bij de afdeling kans- en gokspelen, de afdeling winkeldiefstallen en de afdeling zedenpolitie van de centrale recherche.[24] Nadat hij in 1913 een eerste moordonderzoek heeft verricht, wordt Maigret op voorspraak van Guichard bevorderd tot inspecteur en wordt hij op de Quai des Orfèvres aangesteld bij de afdeling moordzaken onder leiding van commissaris Barodet, voor wie hij een diep ontzag koestert.[25] Na ongeveer twintig jaar wordt Maigret bevorderd tot commissaris en hoofd van de afdeling moordzaken.[26] Als kroon op zijn carrière wordt hem na veertig jaar politiewerk, drie jaar voor zijn pensionering, de positie van directeur van de centrale recherche aangeboden, waarvoor hij echter bedankt omdat hij liever hoofd van de afdeling moordzaken blijft dan zich in een mooie grote kamer op te sluiten en zich uitsluitend bezig te houden met allerlei bestuurlijke en administratieve kwesties.[27] In L’écluse no. 1 (Maigret en Het Gulden Vlies) daarentegen neemt Maigret enkele jaren voor zijn pensionering zelf ontslag.[28] Úit Maigret et le voleur paresseux (Maigret en de luie inbreker) valt op te maken dat Maigret in zijn laatste dienstjaren met leedwezen de reorganisaties bij de Ministeries van Justitie en Binnenlandse Zaken ondergaat, die tot gevolg hebben dat de politie steeds meer een werktuig in handen van het openbaar ministerie wordt. Maigret voelt zichzelf geen werktuig (“Een werktuig denkt niet”) maar heeft geen zin om kwesties aan te snijden die buiten zijn competentie vallen of in actie te komen tegen veranderingen die hij toch niet kan tegenhouden.[29]
Huwelijk
Maigret is op zijn 26e getrouwd met Louise, een grote blonde vrouw “zoals je die alleen maar kunt vinden in een dure taartjeswinkel, of achter een toonbank van een boter-, kaas- en eierenwinkeltje“.[30] Louise stamt uit een Elzasser geslacht dat al sinds Napoleontische tijden civiel ingenieurs voortbrengt. Maigret leert haar kennen op een muzikale soirée bij haar oom en tante in Parijs, waar hij door een vriend uit zijn studietijd mee naar toe is genomen. Deze eveneens gesjeesde student medicijnen is verliefd op Louise maar die liefde blijft onbeantwoord. Louise voelt zich juist aangetrokken tot Maigret, die de aandacht op zich vestigt door een hele schaal koekjes op te eten.[31] Louise heeft een gelijkmatig humeur, valt nooit over kleinigheden, is zorgelijk en houdt ervan haar man te verwennen met smakelijk bereide spijzen. Over die gerechten is zelfs een apart boekje verschenen, geschreven door culinair journalist Robert Courtine (1910-1998).[32] Hoewel Maigret wegens zijn werk dikwijls verstek moet laten gaan bij de middag- en avondmaaltijd, doet Louise daar nooit haar beklag over. Ze is eraan gewend geraakt dat haar man rare uren maakt maar stelt het wel op prijs als hij zich telefonisch afmeldt.[33] Ze is ook een flinke vrouw, die niet klaagt over pijntjes en zelfs haar kiespijn verbijt.[34] De Maigrets hebben een gelukkig maar zeer traditioneel huwelijk. Hij heeft zijn werk en zij doet het huishouden en in die domeinen bemoeien ze zich niet of nauwelijks met elkaar.[35] Louise toont zich overigens wel geïnteresseerd in Maigrets vorderingen maar hoeft nooit het naatje van de kous te weten. Met wat ze uit de krant en via de radio verneemt van het onderzoek van haar echtgenoot neemt ze genoegen.[36]
Het echtpaar Maigret heeft geen kinderen, wat vooral Louise veel verdriet doet. Vandaar dat Maigret het onderwerp kinderen het liefst vermijdt.[37] Overigens is uit hun echtverbintenis wel een dochtertje geboren maar dat is kort na de geboorte overleden.[38] Heel af en toe roept een ontmoeting met een jong iemand ook bij Maigret een soort “heimwee naar het vaderschap” op.[39] In de meeste romans en verhalen woont het echtpaar op 132 Boulevard Richard-Lenoir in het elfde arrondissement van Parijs. In L’écluse no. 1 (Maigret en Het Gulden Vlies) bewonen ze echter een appartement op Boulevard Edgar Quinet in het veertiende arrondissement; in Maigret se fâche (Maigret wordt kwaad) is sprake van een appartement aan de Place des Vosges in het vierde arrondissement.[40] Een paar jaar voordat hij met pensioen gaat koopt Maigret een buitenhuisje in Meung-sur-Loire, waar hij samen met zijn vrouw de zaterdagavonden en zondagen doorbrengt.[41] Het echtpaar Maigret heeft geen uitgebreide vrienden- en kennissenkring. Eigenlijk trekken ze alleen intensief op met één ander echtpaar, te weten de huisarts Pardon en diens vrouw. Ongeveer eens per maand eten de Maigrets bij de Pardons die ongeveer vijf minuten van hen vandaan wonen op de boulevard Voltaire dan wel in de rue Popincourt.[42] De echtparen zijn van ongeveer dezelfde leeftijd. Maigret en Pardon noemen elkaar niet bij de voornaam, de vrouwen daarentegen wel.[43]
Werkwijze
Maigrets werkwijze wordt door Simenon uitgebreid beschreven. In diverse romans staat die werkwijze zelfs min of meer centraal en doet het misdaadverhaal er minder toe. In Mon ami Maigret (Mijn vriend Maigret) krijgt de commissaris bijvoorbeeld te maken met een jonge rechercheur van Scotland Yard die naar Parijs komt om de “methode Maigret” te bestuderen. In het beginstadium houdt Maigret een moordonderzoek liefst zo breed en open mogelijk. Hij waakt voor vooringenomenheid en tunnelvisie. In Maigret et les vieillards (Maigret in de wereld van gisteren) merkt hij op: “Ik verdenk nog niemand, maar ik verwerp à priori geen enkele hypothese.“[44] Die instelling brengt met zich mee dat Maigret eerste indrukken wantrouwt. Het liefst verdiept hij zich eerst grondig in de persoon van het slachtoffer en diens milieu.[45] Daartoe ondervraagt hij allerlei mensen die het slachtoffer (goed) hebben gekend en gaat in die kring op zoek naar een mogelijk motief. Hij is ervan overtuigd dat achter elke moord een motief schuilgaat. Met een voor de hand liggend motief neemt hij niet zonder meer genoegen. Hij is vooral op zoek naar diepere en meer verborgen motieven.[46] Vaak begeeft hij zich te voet naar de mensen toe die hij wil ondervragen. “Ik houd van lopen, vooral als ik moet nadenken.“[47] Soms neemt hij het openbaar vervoer, een taxi of laat hij zich chaufferen in een dienstautootje. Maigret heeft namelijk zelf geen rijbewijs. Naast de uitkomsten van die ondervragingen maakt Maigret ook gebruik van de resultaten van technisch en forensisch-medisch onderzoek. De bevindingen van lijkschouwingen krijgt Maigret meestal te horen van dokter Paul, een personage dat losjes gebaseerd is op de werkelijke gerechtsarts Charles Paul (1879-1960), die in een 55 jaar omspannende carrière uitgroeide tot “l’homme aux cent mille autopsies” (de man van 100.000 lijkschouwingen). Voor het technisch sporenonderzoek wendt Maigret zich veelal tot inspecteur Joseph Moers van de technische recherche, een man van Vlaamse komaf met een engelengeduld die uiterst grondig te werk gaat en wiens bevindingen door Maigret zeer serieus worden genomen.[48] Hoe waardevol ook, bij het oplossen van een zaak blijken technische bewijsmiddelen maar zelden van doorslaggevend belang.[49] Waar Maigret vooral op koerst is voortschrijdend psychologisch inzicht in de persoon van het slachtoffer en de mensen uit diens kring.
Als Maigret uiteindelijk één of meer verdachten oppakt worden deze vaak blootgesteld aan een langdurig verhoor in zijn werkkamer aan de Quai des Orfèvres. Niet zelden kan zo’n verhoor wel een etmaal of langer duren.[50] Op de zwartmarmeren schoorsteenmantel van Maigrets werkkamer staat een stlstaande pendule waarvan de wijzers op 12 uur staan.[51] Verdachten verliezen daardoor soms een beetje hun besef van tijd, al heeft de kamer wel uitzicht op de Seine waardoor het verstrijken van de tijd aan het daglicht zichtbaar is. Maigrets uitputtende verhoren zijn bekend bij de pers. Maigrets medewerkers lossen hem soms af en om de inwendige mens te versterken laat Maigret vaak bier en broodjes bezorgen door de nabijgelegen brasserie Dauphine. Uiteraard rookt Maigret tijdens de verhoren menige pijp, waardoor zijn werkkamer vaak blauw ziet van de rook.[52] Ook stookt hij de kachel soms hoog op, want Maigret heeft een hekel aan kou, die hem grondig uit zijn humeur brengt.[53] Hoewel er geruchten de ronde doen over Maigrets ruwe bejegening van verdachten en hun blootstelling aan extreme temperaturen, onthoudt Maigret zich van fysieke verhoormethoden.[54] Naarmate ondervragingen langer duren wordt hij wel kribbiger en schiet vaker uit zijn slof, zeker als verdachten zich een air van superioriteit aanmeten. Als een verdachte eindelijk tot een bekentenis komt voelt Maigret geen triomf maar overvalt hem eerder een gevoel van neerslachtigheid.[55] Maigret is zelden of nooit uit op gerechtigheid. Het gaat hem slechts om het oplossen van een moordraadsel en vervolgens moet een rechtbank maar over de dader oordelen.
Bij zijn onderzoeken moet Maigret regelmatig overleg plegen met en verantwoording afleggen aan de rechter-commissaris (onderzoeksrechter), van wie hij ook toestemming nodig heeft voor huiszoekingen en arrestaties. Maigret heeft een enigszins ambivalente houding tegenover de magistraten die zetelen in het eveneens aan de Quai des Orfèvres gelegen Paleis van Justitie. Hij respecteert hun rol maar houdt hen zelden volledig van de voortgang op de hoogte. Hij weigert hen bijvoorbeeld deelgenoot te maken van zijn hypotheses.[56] Bij verschillende van zijn onderzoeken wordt het Maigret bijzonder lastig gemaakt door de bemoeizuchtige rechter-commissaris Coméliau. Deze Coméliau komt ook al voor in een aantal pulpromannetjes die Simenon geschreven heeft onder het pseudoniem Georges Sim.[57] Latere rechters-commissarissen met wie Maigret te maken krijgt gunnen hem wat meer ruimte, waarschijnlijk mede vanwege zijn reputatie.[58] Ook in het reguliere overleg met de directeur van de centrale recherche en zijn medecommissarissen geeft Maigret niet altijd openheid van zake. Wanneer hij vermoedt dat zij zijn gewroet in een zaak zullen afkeuren of ridiculiseren rept hij liever over lopend onderzoek dat wat routineuzer van aard is.[59]
Uiterlijk en karakter
Maigret is een grote man met een fors postuur. Als kind al bezit hij een onverzadigbare eetlust. Met een volle maag voelt hij zich gelukkig en vol zelfvertrouwen.[60] In M. Gallet décédé (Maigret in Sancerre) vermeldt Simenon tweemaal het gewicht van de commissaris: 100 kilo, dan wel 110 kilo.[61] Maigret gaat bij zijn eerste onderzoeken gekleed in een overjas met een fluwelen kraag en hij draagt een bolhoed.[62] In de latere romans en verhalen worden die duidelijk vooroorlogse kledingstukken door Simenon niet meer genoemd. Wel wordt subtiel te kennen gegeven dat Maigret niet erg modieus is en dat hij het liefst in vertrouwde kledij rond loopt. Wanneer hij een nieuw pak, een nieuwe jas of nieuwe schoenen koopt, draagt hij die altijd eerst buiten werktijd om er aan te wennen.[63] Als het koud is draagt hij een dikke wollen sjaal die gebreid is door zijn vrouw.[64] Maigret heeft niet alleen een gezonde eetlust, hij is ook een groot innemer van alcoholische dranken. Hij drinkt vooral bier – wat zich wellicht laat verklaren uit het feit dat zijn schepper afkomstig was uit België. In een kast van zijn kamer aan de Quai des Orfèvres bewaart Maigret een fles cognac – al is die ook bedoeld om mensen die worden verhoord wat spraakzamer te maken.[65] Ondanks zijn alcoholconsumptie raakt Maigret nooit aangeschoten of dronken. Naar hedendaagse maatstaven is de commissaris waarschijnlijk een (verborgen) alcoholist.[66]
Hoewel Maigret het vermogen bezit om op te trekken en te communiceren met lieden van allerlei stand, heeft hij een instinctieve afkeer van mensen die zich beter of hoogstaander wanen dan gewone stervelingen. In de omgang met mensen die deel uit maken van de elite overvalt Maigret vaak het gevoel dat hij op eieren loopt.[67] Hij moet meer moeite doen om zijn irritatie te bedwingen bij mensen die menen dat voor hen een andere moraal geldt omdat ze geld, macht en invloed hebben. Kosmopolitisch ingestelde mensen, “die zich in Londen evenzeer op hun gemak voelen als in Rome of in New York [en] die het vliegtuig nemen zoals anderen de metro”, hebben doorgaans niet zijn sympathie.[68] Een ander type dat niet op Maigrets sympathie hoeft te rekenen is de zakenman die met platvloerse flair en over de ruggen van andere mensen heen, zichzelf verrijkt.[69] Daarentegen kost het Maigret weinig moeite zich in te leven in kruimeldieven, zakkenrollers, mislukte artiesten, scharrelaars, prostitué’s en andere mensen die leven aan de onderkant of in de marge van de samenleving. De dingen die zij doen en de keuzes die zij maken zijn lang niet altijd geoorloofd of moreel te rechtvaardigen maar dat neemt niet weg dat Maigret een zeker mededogen voor hen kan opbrengen. In Les mémoires de Maigret (De memoires van Maigret) spreekt hij in dit verband zelfs van een soort verwantschap: “We staan aan verschillende kanten van de barricade, dat spreekt vanzelf. Maar ook zitten we tot op zekere hoogte in hetzelfde schuitje.”[70] Maigret staat wantrouwig tegenover veel gevestigde opinies. Hij is ervan overtuigd dat die vaak “veel te ongenuanceerd” zijn. De werkelijkheid is volgens Maigret complex en “altijd vloeiend”.[71] In het verhaal Peine de mort (De reddende moord) formuleert Simenon kernachtig hoe Maigret opereert: “In werkelijkheid wist Maigret niets. Maigret voelde alleen maar.”[72] Vanwege zijn intuïtief optreden en begrip voor menselijke zwakheden is Maigret het exacte tegendeel van Sherlock Holmes, die juist opereert als een kille en humorloze “redeneermachine”.[73] Waar Sherlock Holmes in wezen een eind negentiende eeuwse “wetenschapsfetisjist” is, is Maigret meer een tastende psychiater die probeert te doorgronden waarom iemand tot het plegen van een moord is overgegaan.[74]
In de eerste romans en verhalen is Maigret een veel dynamischer en reislustiger personage dan in de latere romans. Regelmatig verlaat hij Parijs en onderzoekt hij moordzaken in plaatsen die strikt genomen buiten zijn jurisdictie vallen.[75 Sommige onderzoeken voeren hem zelfs naar België en Nederland. Ondanks zijn postuur en gewicht schrikt hij niet terug voor het uithalen van halsbrekende capriolen. In M. Gallet décédé klimt hij bijvoorbeeld op een drie meter hoge met mos begroeide muur en springt daar ook weer vanaf.[76] In Le fou de Bergerac springt hij zelfs een verdachte na uit een rijdende trein, waarna hij de rest van het onderzoek noodgedwongen moet leiden vanuit een ziekenhuisbed. In de latere romans opereert Maigret vooral vanuit zijn bureau aan de Quai des Orfèvres en onthoudt hij zich wijselijk van inspanningen die niet bij zijn lichaamsomvang en leeftijd passen. Voor zijn naaste medewerkers Lucas, Janvier, Torrence en Lapointe koestert Maigret “een oprechte genegenheid”.[77] Vaak spreekt hij hen collectief aan als “mes enfants” (“kinderen”). Op hun beurt spreken zij Maigret steevast aan als “chef”.[78] De karakters van Lucas, Janvier, Torrence en Lapointe worden door Simenon nauwelijks uitgediept.
Overeenkomsten en verschillen tussen Maigret en Simenon
Ontegenzeggelijk heeft Simenon enkele achtergronden van Jules Maigret ontleend aan zijn eigen leven. Het leeftijdsverschil tussen Maigret en zijn vader Evariste is bijvoorbeeld even groot als het leeftijdsverschil tussen Georges Simenon en zijn vader Désiré. Beider vaders zijn vroeg overleden. Volgens sommige literatuurvorsers is Maigret “de vader die Simenon nooit heeft gehad”.[79][80] Voor diverse Maigret-romans en verhalen heeft Simenon geput uit zijn jeugdherinneringen, toen hij zelf in Luik een leven leidde “dat bijna aan de zelfkant raakte”. Sommige personages in La pendu de Saint-Pholien (Maigret en het lijk aan de kerkdeur) zijn bijvoorbeeld geïnspireerd op enkele foute jeugdvrienden van Simenon.[81] Wat Maigret en Simenon met elkaar gemeen hebben is dat religie in hun wereldbeeld geen rol speelt en dat zij zich onthouden van moralistisch gepreek. Verder roken ze allebei pijp – Simenon kocht zijn eerste pijp toen hij nog maar veertien jaar oud was. Een andere duidelijke overeenkomst is dat beiden zeer zintuiglijk zijn ingesteld. Simenon heeft over zijn creatie opgemerkt: “Maigret leefde in mij, ik zag hem als een mens van vlees en bloed, ik kende het geluid van zijn stem, de lucht van zijn oude trui, zelfs zijn schoenmaat. Terwijl ik ploeterde, rookte hij ondertussen zijn pijp. We waren beiden vol vertrouwen.”[82] Wat Maigret en Simenon ook met elkaar gemeen hebben is hun inlevingsvermogen in de gewone man. Bij het scheppen van een romanfiguur ging Simenon op dezelfde empathische manier te werk als Maigret: hij schreef zijn romans “in een trance van volledige vereenzelviging met zijn personages”.[83] Simenon beschouwde zichzelf als een ongediplomeerd “handwerksman van de romankunst” zoals zijn schepping Maigret in wezen een ongediplomeerd handwerksman van de politie is.[84] Enigszins anders gesteld maar feitelijk neerkomende op hetzelfde: “Maigret die een moord overdenkt, is de schrijver Simenon die een boek in zijn hoofd laat ontstaan.”[85]
Toch stemmen Maigrets karakter en levenswijze beslist niet in alle opzichten overeen met die van Simenon. Zeker in de jaren vijftig en zestig hield Simenon er een flamboyante levensstijl op na, die in scherp contrast staat met de intens burgerlijke levenswijze van Maigret. John Simenon (1949), een zoon van de schrijver, heeft erop gewezen dat zijn vader slecht bestand was tegen stress en ook nooit zo gelukkig als hij de buitenwereld wilde doen voorkomen. Maigret daarentegen kan juist prima met druk omgaan en is onder alle omstandigheden volkomen zichzelf: “Aan het eind van zelfs de meest hectische dag kan Maigret rustig langs de Seine wandelen en naar de zon of de regen kijken. Mijn vader kon dat niet.”[86] Nadat hij in 1972 gestopt was met het schrijven van Maigret-romans voelde Simenon een soort wroeging. “Het is een beetje alsof men een vriend heeft verlaten zonder hem de hand te schudden.”[87]
Maigret in Nederlandse vertaling (1932-1954)
Tussen 1932 en 1954 werden in totaal vijftien Maigret-titels in het Nederlands vertaald. Twaalf daarvan verschenen bij uitgeverij Bruna in Utrecht, de meesten als gebonden uitgaven in de reeks Boek van de maand (1945-1955). Drie titels verschenen in 1944 bij uitgeverij Espes in Brussel, een enigszins schimmige onderneming die volgens Pierre Dubois in 1943 de vertaalrechten van twaalf Simenon-titels had verworven. Espes werd echter in 1944 of 1945 al weer opgeheven waardoor het slechts bij drie Maigret-vertalingen bleef: twee van de hand van Dubois en één van Albert Borst (1917-2004), een kennis van Dubois.[88] Op één na werden alle vroege Maigret-vertalingen uit de periode 1932-1954 naderhand heruitgegeven in de Zwarte Beertjes-pocketreeks, in veel gevallen onder een andere titel. Alleen de vertaling van Chez les Flamands (De familie Peeters) door Albert Borst is niet als Zwarte Beertje heruitgegeven. Uitgeverij Bruna heeft deze titel in 1966 opnieuw laten vertalen door Karel Romijn.
jaartal | oorspronkelijke titel | Nederlandse titel | uitgeverij | vertaler(s) | jaartal |
---|---|---|---|---|---|
1931 | Pietr-le-Letton | De onbekende wreker | Bruna | Nellie Woltera Markies-Broese van Groenou | 1938 |
1931 | La tête d’un homme | Om een menschenleven | Espes | Pierre Hubert Dubois | 1944 |
1931 | Un crime en Hollande | Een misdaad in Holland | Bruna | Titia Jansje Poort-Kool | 1933 [= 1932] |
1932 | Chez les Flamands | De familie Peeters | Espes | A.L.A. Borst (= Albertus Leonhardus Borst) | 1944 |
1932 | Le port des brumes | Haven in den mist | Espes | Pierre Hubert Dubois | 1944 |
1947 | La pipe de Maigret | De pijp van Maigret, in Detective omnibus | Bruna | Joost de Klerk | 1952 |
1947 | Maigret à New-York | Maigret in New York | Bruna | Hendrik Magdalenus (Dick) Bruna | 1951 |
1948 | Maigret et son mort | Place de la Concorde : een avontuur van Maigret | Bruna | Jan Frits Kliphuis | 1951 |
1948 | Les vacances de Maigret | Maigret op vacantie | Bruna | M.A. Laan (pseud. van Hendrik Magdalenus (Dick) Bruna) | 1951 |
1949 | La première enquête de Maigret | Chez Maigret | Bruna | Hendrik Magdalenus (Dick) Bruna | 1952 |
1949 | Mon ami Maigret | Mijn vriend Maigret | Bruna | Jack Kröner | 1953 |
1950 | Maigret et la vieille dame | Maigret en het weeuwtje | Bruna | Jan Frits Kliphuis | 1951 |
1950 | L’amie de Madame Maigret | De vriendin van mevrouw Maigret | Bruna | Johannes Cornelis (Jan) Arends | 1955 |
1951 | Maigret et la grande perche | Maigret zoekt een dode | Bruna | Herman Schratenbach (pseud. van Diederic Jacob Herman Nicolaas den Beer Poortugael) | 1953 |
1952 | Le revolver de Maigret | Het pistool van Maigret | Bruna | Alida Tallina Romijn-Klijnsma | 1954 |
Maigret in Zwarte Beertjes-pocketreeks (1955-1972)
Tussen 1955 en 1972 werden alle romans en nagenoeg alle verhalen met Maigret in de hoofdrol door Bruna uitgegeven in de zeer betaalbare Zwarte Beertjes-pocketreeks. In totaal handelt het om 80 titels: 75 romans en 5 verhalenbundels met in totaal 25 verhalen. De omslagen van deze pocketuitgaven werden ontworpen door Dick Bruna met als terugkerend motief de pijp van commissaris Maigret. De drie niet uitgegeven Maigret-verhalen werden door uitgeverij Bruna ofwel onvoldoende interessant gevonden, ofwel simpelweg over het hoofd gezien. De eerste Maigret-uitgave in de Zwarte Beertjes-pocketreeks was Maigret au “Picratt’s” die onder de titel Maigret op Montmartre en het reeksnummer 11 verscheen (1955). In 1994 werd deze roman nogmaals als Zwarte Beertje uitgegeven maar nu onder nummer 2520. De roman Maigret se trompe is onder twee verschillende titels in de Zwarte Beertjes-reeks verschenen. Deze roman verscheen aanvankelijk als Maigret en de hooggeleerde pantoffels (1958) en nadien als De vergissing van Maigret (1966).
Voor een tweetal Nederlandse Maigret-vertalingen heeft uitgeverij Bruna in 1955-1956 licenties verstrekt aan uitgeverij Heideland (Hasselt) ten behoeve van de Vlaamse lezersmarkt. Het betrof de titels De vriendin van mevrouw Maigret (1955) en Maigret op kamers (1956). Toen duidelijk was dat de Zwarte Beertjes in Nederland een doorslaand succes waren, besloot Bruna de pocketreeks ook in Vlaanderen te gaan distribueren en werd de samenwerking met Heideland verbroken.
Het duizendste nummer in de Zwarte Beertjes-reeks was een zogenaamde keerdruk waarin Simenons meest recente Maigret-roman (Maigret et l’affaire Nahour, in vertaling Maigret en de zaak Nahour) gecombineerd werd met de laatste misdaadroman die Simenon in 1929 geschreven had onder het pseudoniem Georges Sim (Le château des sables rouges, in vertaling Het kasteel van Roodezand). Deze speciale uitgave werd op 1 september 1966 in aanwezigheid van Simenon en tal van andere genodigden ten doop gehouden in het Amstel Hotel.[89] Het is beslist geen toeval dat Maigret en de zaak Nahour een Nederlands tintje heeft. Hoofdverdachte van de moord die Maigret in deze roman onderzoekt is een Amsterdams fotomodel die het tot Miss Europa heeft weten te schoppen.[90] Toen Simenon de roman schreef (2-8 februari 1966) waren de data al vastgelegd van de boekpresentatie in Amsterdam en de daarop volgende bootreis naar Delfzijl voor de onthulling van het Maigret-standbeeld.
De meeste Maigret-titels zijn één of meerdere malen in de Zwarte Beertjes-reeks herdrukt, waarbij Dick Bruna soms een nieuw omslag ontwierp of kleine wijzigingen aanbracht in het bestaande omslag. Van 1974 t/m 1981 werd voor de herdrukken een nieuw omslagstramien gebruikt, bestaande uit een kader waarop een schilderij of fotografische voorstelling doorsneden wordt door de zwarte pijp van Maigret. Het dwingende kader en stramien kon Dick Bruna niet erg inspireren met als gevolg dat deze omslagen veel minder geslaagd zijn dan de eerdere omslagen.
jaartal | oorspronkelijke titel | Nederlandse titel (Zwarte Beertjes) | # | vertaler(s) | jaartal |
---|---|---|---|---|---|
1931 | Pietr-le-Letton | Maigret en de onbekende wreker | 0740 | Nellie Woltera Markies-Broese van Groenou | 1964 |
1931 | Le charretier de la Providence | Maigret en het lijk bij de sluis | 0345 | Halbo Christiaan Kool | 1961 |
1931 | M. Gallet décédé | Maigret in Sancerre | 1267 | Karel Hendrik Romijn | 1969 |
1931 | La pendu de Saint-Pholien | Maigret en het lijk aan de kerkdeur | 1154 | Karel Hendrik Romijn | 1969 |
1931 | La tête d’un homme | Maigret en de ter dood veroordeelde | 1201 | Pierre Hubert Dubois | 1968 |
1931 | Le chien jaune | Maigret en de gele hond | 0943 | Halbo Christiaan Kool | 1966 |
1931 | La nuit du carrefour | Maigret en het huis van de drie weduwen | 1221 | Karel Hendrik Romijn | 1968 |
1931 | Un crime en Hollande | Maigret in Holland | 0539 | Titia Jansje Poort-Kool | 1962 |
1931 | Au rendez-vous des Terre-Neuvas | Maigret en de kabeljauwvissers | 1116 | Françoise Hermans | 1967 |
1931 | La danseuse du Gai-Moulin | Maigret en het danseresje | 1043 | Dolf Verroen | 1967 |
1932 | La guinguette à deux sous | Maigret en de tweestuiversherberg | 0847 | Alfred Joseph de Swarte | 1965 |
1932 | L’ombre chinoise | Maigret en de Chinese schim | 0848 | Alfred Joseph de Swarte | 1965 |
1932 | L’affaire Saint-Fiacre | Maigret en de zaak Saint-Fiacre | 1068 | J.A. de Witte | 1967 |
1932 | Chez les Flamands | Maigret en de familie Peeters | 0975 | Karel Hendrik Romijn | 1966 |
1932 | Le port des brumes | Maigret in de mist | 0874 | Josine Gethmann-Sterkenburg | 1965 |
1932 | Le fou de Bergerac | Maigret en de dorpsgek | 1117 | Gerrit Jan van Wagensveld | 1967 |
1932 | Liberty Bar | Maigret aan de Rivièra | 0173 | Margot Bakker (pseud. van Geerdina Aaltje (Puck) Kuiper) | 1958 |
1933 | L’écluse nº 1 | Maigret en Het Gulden Vlies | 0976 | Françoise Hermans | 1966 |
1934 | Maigret | Maigret | 0119 | Halbo Christiaan Kool | 1958 |
1936 | L’affaire du boulevard Beaumarchais | De vergiftigingszaak op de boulevard Beaumarchais, in Maigret en meneer Maandag | 1354 | Karel Hendrik Romijn | 1970 |
1936 | La péniche aux deux pendus | Twee lijken aan boord van een trekschuit, in Maigret en meneer Maandag | 1354 | G.A. Prinsen (pseud. van Guido Enkelaar) | 1970 |
1936 | La fenêtre ouverte | Het open raam, in Maigret en meneer Maandag | 1354 | G.A. Prinsen (pseud. van Guido Enkelaar) | 1970 |
1936 | Peine de mort | De reddende moord, in Maigret en meneer Maandag | 1354 | Karel Hendrik Romijn | 1970 |
1936 | Les larmes de bougie | De druppels kaarsvet, in Maigret en meneer Maandag | 1354 | G.A. Prinsen (pseud. van Guido Enkelaar) | 1970 |
1936 | Rue Pigalle | Rue Pigalle, in Maigret en meneer Maandag | 1354 | G.A. Prinsen (pseud. van Guido Enkelaar) | 1970 |
1936 | Monsieur Lundi | Maigret en meneer Maandag, in Maigret en meneer Maandag | 1354 | G.A. Prinsen (pseud. van Guido Enkelaar) | 1970 |
1937 | Une erreur de Maigret | Een vergissing van Maigret, in Maigret en meneer Maandag | 1354 | G.A. Prinsen (pseud. van Guido Enkelaar) | 1970 |
1938 | Mademoiselle Berthe et son amant | Berthe en haar vriend, in De stille aanbidder van mevrouw Maigret | 1355 | G.A. Prinsen (pseud. van Guido Enkelaar) | 1971 |
1938 | Tempête sur la Manche | Storm over het Kanaal, in De stille aanbidder van mevrouw Maigret | 1355 | G.A. Prinsen (pseud. van Guido Enkelaar) | 1971 |
1938 | Le notaire du Châteauneuf | De notaris van Châteauneuf, in De stille aanbidder van mevrouw Maigret | 1355 | G.A. Prinsen (pseud. van Guido Enkelaar) | 1971 |
1938 | L’improbable Monsieur Owen | niet vertaald | |||
1938 | Ceux du Grand café | niet vertaald | |||
1938 | L’Étoile du Nord | Hotel Etoile du Nord, in Maigret in Het Hellegat | 1383 | Gerard C. Eijkman | 1970 |
1938 | L’auberge aux noyés | Maigret in Het Hellegat, in Maigret in Het Hellegat | 1383 | Gerard C. Eijkman | 1970 |
1938 | Stan le tueur | Stan de killer, in Maigret in Het Hellegat | 1383 | Gerard C. Eijkman | 1970 |
1939 | La vieille dame de Bayeux | De oude dame uit Bayeux, in Maigret in Het Hellegat | 1383 | Gerard C. Eijkman | 1970 |
1939 | L’amoureux de Madame Maigret | De stille aanbidder van mevrouw Maigret, in De stille aanbidder van mevrouw Maigret | 1355 | G.A. Prinsen (pseud. van Guido Enkelaar) | 1971 |
1939 | L’homme dans la rue | Maigret schaamt zich, in Maigret en de varkentjes zonder staart | 0739 | Karel Hendrik Romijn | 1964 |
1939 | Vente à la bougie | Openbare verkoping, in Maigret en de varkentjes zonder staart | 0739 | Karel Hendrik Romijn | 1964 |
1940 | Les caves du Majestic | Maigret en het lijk in de kast | 1067 | Halbo Christiaan Kool | 1967 |
1941 | Cécile est morte | Maigret en de moord op de Quai des Orfèvres | 0346 | Halbo Christiaan Kool | 1961 |
1941 | La maison du juge | Maigret en het huis van de rechter | 0464 | Halbo Christiaan Kool | 1961 |
1942 | Signé Picpus | Maigret en het geval Picpus | 1136 | Bep Karsten-van Rossem | 1968 |
1942 | Menaces de mort | niet vertaald | |||
1942 | Félicie est là | Maigret en Félicie | 1293 | Karel Hendrik Romijn | 1969 |
1943 | L’inspecteur Cadavre | Maigret als ongewenste gast | 1137 | Karel Hendrik Romijn | 1968 |
1944 | Jeumont, 51 minutes d’arrêt | Het raadsel van de trein in de nacht, in Maigret en meneer Maandag | 1354 | G.A. Prinsen (pseud. van Guido Enkelaar) | 1970 |
1947 | La pipe de Maigret | De pijp van Maigret, in De pijp van Maigret | 0793 | Joost de Klerk | 1964 |
1947 | Maigret se fâche | Maigret wordt kwaad, in De pijp van Maigret | 0793 | Salvador Hertog | 1964 |
1947 | Maigret à New-York | Maigret in New York | 0485 | Hendrik Magdalenus (Dick) Bruna | 1965 |
1947 | Le témoignage de l’enfant de chœur | Maigret en de misdienaar, in Maigret en inspecteur Nurks | 1118 | Gerrit Jan van Wagensveld | 1967 |
1947 | Le client le plus obstiné du monde | Maigret en de koppige cafébezoeker, in Maigret en inspecteur Nurks | 1118 | Gerrit Jan van Wagensveld | 1967 |
1947 | Maigret et l’inspecteur malgracieux | Maigret en inspecteur Nurks, in Maigret en inspecteur Nurks | 1118 | Gerrit Jan van Wagensveld | 1967 |
1947 | On ne tue pas les pauvres types | Maigret en de arme drommel, in Maigret en inspecteur Nurks | 1118 | Gerrit Jan van Wagensveld | 1967 |
1948 | Maigret et son mort | Maigret en zijn dode | 0646 | Jan Frits Kliphuis | 1963 |
1948 | Les vacances de Maigret | Maigret met vakantie | 0579 | Hendrik Magdalenus (Dick) Bruna | 1962 |
1949 | La première enquête de Maigret | Het eerste onderzoek van Maigret | 0580 | Hendrik Magdalenus (Dick) Bruna | 1962 |
1949 | Mon ami Maigret | Mijn vriend Maigret | 0509 | Jack Kröner | 1962 |
1949 | Maigret chez le coroner | Maigret in het wilde westen | 0062 | Veronica Hillegonda (Vera) Uurbanus-Harbrink Numan | 1956 |
1950 | Maigret et la vieille dame | Maigret en de weduwe Besson | 0541 | Jan Frits Kliphuis | 1962 |
1950 | L’amie de Madame Maigret | De vriendin van mevrouw Maigret | 0540 | Johannes Cornelis (Jan) Arends | 1962 |
1951 | Les mémoires de Maigret | De memoires van Maigret | 0064 | Halbo Christiaan Kool | 1956 |
1951 | Un noël de Maigret | Maigret viert Kerstmis, in Maigret viert Kerstmis | 0713 | Karel Hendrik Romijn | 1963 |
1951 | Maigret au “Picratt’s” | Maigret op Montmartre | 0011 / 2560 | Karel Hendrik Romijn | 1955 / 1994 |
1951 | Maigret en meublé | Maigret op kamers | 0042 | Margot Bakker (pseud. van Geerdina Aaltje (Puck) Kuiper) | 1956 |
1951 | Maigret et la grande perche | Maigret en de lange lijs | 0794 | Herman Schratenbach (pseud. van Diederic Jacob Herman Nicolaas den Beer Poortugael) | 1964 |
1952 | Maigret, Lognon et les gangsters | Maigret en de gangsters | 0081 | Halbo Christiaan Kool | 1957 |
1952 | Le revolver de Maigret | Het pistool van Maigret | 0465 | Alida Tallina Romijn-Klijnsma | 1961 |
1953 | Maigret et l’homme du banc | Maigret en de gele schoenen | 0063 | Halbo Christiaan Kool | 1956 |
1953 | Maigret a peur | Maigret in het wespennest | 0084 | Halbo Christiaan Kool | 1957 |
1953 | Maigret se trompe | Maigret en de hooggeleerde pantoffels / De vergissing van Maigret | 0099 | Halbo Christiaan Kool | 1958 / 1966 |
1953 | Maigret à l’école | Maigret en de geschaduwde schoolmeester | 0038 | Herman Schratenbach (pseud. van Diederic Jacob Herman Nicolaas den Beer Poortugael) | 1958 |
1954 | Maigret et la jeune morte | Maigret en de blauwe avondjapon | 0280 | Halbo Christiaan Kool | 1960 |
1954 | Maigret chez le ministre | Maigret en de minister | 0039 | Herman Schratenbach (pseud. van Diederic Jacob Herman Nicolaas den Beer Poortugael) | 1956 |
1955 | Maigret et le corps sans tête | Maigret en het lijk zonder hoofd | 0238 | Halbo Christiaan Kool | 1959 |
1955 | Maigret tend un piège | Maigret en de maniak van Montmartre | 0118 | Halbo Christiaan Kool | 1958 |
1956 | Un échec de Maigret | Maigret schiet tekort | 0279 | Halbo Christiaan Kool | 1960 |
1957 | Maigret s’amuse | Maigret incognito | 0117 | Halbo Christiaan Kool | 1958 |
1958 | Maigret voyage | Maigret op reis | 0143 | Karel Hendrik Romijn | 1958 |
1958 | Les scrupules de Maigret | Maigret en de gifmengster | 0237 | Karel Hendrik Romijn | 1959 |
1959 | Maigret et les témoins récalcitrants | Maigret en de miljoenenerfenis | 0251 | Karel Hendrik Romijn | 1959 |
1959 | Une confidence de Maigret | Maigret en het drama in de rue Lopert | 0298 | Karel Hendrik Romijn | 1960 |
1960 | Maigret aux Assises | Getuige Maigret | 0403 | Karel Hendrik Romijn | 1961 |
1960 | Maigret et les vieillards | Maigret in de wereld van gisteren | 0411 | Karel Hendrik Romijn | 1961 |
1961 | Maigret et le voleur paresseux | Maigret en de luie inbreker | 0518 | Karel Hendrik Romijn | 1962 |
1962 | Maigret et les braves gens | Maigret en de keurige mensen | 0616 | Karel Hendrik Romijn | 1963 |
1962 | Maigret et le client du samedi | Maigret en de bezoeker van zaterdag | 0679 | Karel Hendrik Romijn | 1963 |
1963 | Maigret et le clochard | Maigret en de clochard | 0762 | Karel Hendrik Romijn | 1964 |
1963 | La colère de Maigret | De woede van Maigret | 0741 | Karel Hendrik Romijn | 1964 |
1964 | Maigret et le fantôme | Maigret en het spook | 0813 | Karel Hendrik Romijn | 1965 |
1964 | Maigret se défend | Maigret in de verdediging | 0875 | Karel Hendrik Romijn | 1965 |
1965 | La patience de Maigret | Het geduld van Maigret | 0944 | Karel Hendrik Romijn | 1966 |
1967 | Maigret et l’affaire Nahour | Maigret en de zaak Nahour | 1000 | Karel Hendrik Romijn | 1966 |
1967 | Le voleur de Maigret | Maigret en de zakkenroller | 1245 | Karel Hendrik Romijn | 1968 |
1968 | Maigret à Vichy | Maigret in Vichy | 1153 | Karel Hendrik Romijn | 1968 |
1968 | Maigret hésite | Maigret aarzelt | 1200 | Karel Hendrik Romijn | 1968 |
1968 | L’ami d’enfance de Maigret | De klasgenoot van Maigret | 1244 | Karel Hendrik Romijn | 1969 |
1969 | Maigret et le tueur | Maigret en de killer | 1317 | Karel Hendrik Romijn | 1969 |
1970 | Maigret et le marchand de vin | Maigret en de wijnhandelaar | 1353 | Karel Hendrik Romijn | 1970 |
1970 | La folle de Maiget | Maigret komt te laat | 1413 | Karel Hendrik Romijn | 1971 |
1971 | Maigret et l’homme tout seul | Maigret en het lijk in het sloophuis | 1460 | Karel Hendrik Romijn | 1971 |
1971 | Maigret et l’indicateur | Maigret en de stille verklikker | 1469 | Karel Hendrik Romijn | 1972 |
1972 | Maigret et Monsieur Charles | Maigret en meneer Charles | 1539 | Karel Hendrik Romijn | 1972 |
Maigret in Pandora-pocketreeks (2003-2004)
In opdracht van uitgeverij Atlas (onderdeel van Veen Bosch & Keuning Uitgeversgroep) werden in 2003-2004 een aantal titels uit de Maigret-reeks opnieuw vertaald. Deze nieuwe vertalingen werden uitgegeven als Pandora-pockets. De omslagen werden ontworpen door Jeroen van den Boom.
jaartal | oorspronkelijke titel | Nederlandse titel (Pandora) | vertaler(s) | jaartal |
---|---|---|---|---|
1931 | Le charretier de la Providence | Het lijk bij de sluis | Anneke van der Straaten | 2003 |
1931 | Un crime en Hollande | Maigret in Holland | Anneke van der Straaten | 2003 |
1934 | Maigret | Maigret | Sabine Horsting | 2004 |
1938 | L’Étoile du Nord | Maigret en Hotel Étoile du Nord | Hans van Riemsdijk | 2003 |
1941 | Cécile est morte | Maigret en de moord op de Quai des Orfèvres | Ellie Lomans | 2003 |
1948 | Maigret et son mort | Maigret en zijn dode | Marijke Koekoek | 2003 |
1949 | La première enquête de Maigret | Het eerste onderzoek van Maigret | Harrie Nelissen | 2004 |
1951 | Maigret en meublé | Maigret op kamers | Pia Fruytier | 2003 |
1951 | Maigret et la grande perche | Maigret en de lange lijs | Anneke van der Straaten | 2004 |
1953 | Maigret se trompe | De vergissing van Maigret | Matthieu Kockelkoren | 2004 |
1954 | Maigret chez le ministre | Maigret en de minister | Hans van Riemsdijk | 2003 |
1955 | Maigret et le corps sans tête | Maigret en het lijk zonder hoofd | Matthieu Kockelkoren | 2003 |
1957 | Maigret s’amuse | Maigret incognito | Henja Schneider & Eveline Renes | 2003 |
1958 | Maigret voyage | Maigret op reis | Eveline Renes | 2004 |
1960 | Maigret aux Assises | Getuige Maigret | Sabine Horsting | 2003 |
1964 | Maigret et le fantôme | Maigret en het spook | Harrie Nelissen | 2003 |
1968 | Maigret hésite | Maigret aarzelt | W. Scheltens | 2004 |
Maigret bij uitgeverij De Bezige Bij (2014-2016)
Uitgeverij De Bezige Bij gunde tussen 2014 en 2016 een tiental titels uit de Maigret-reeks een herdruk. Opvallend is dat zeven van deze tien titels vroege Maigrets betrof uit de periode 1931-1932. Drie van de tien titels waren heruitgaven van vertalingen uit de Pandora-pocketreeks. De overige zeven titels waren nieuwe vertalingen.
jaartal | oorspronkelijke titel | Nederlandse titel (De Bezige Bij) | vertaler(s) | jaartal |
---|---|---|---|---|
1931 | Le charretier de la Providence | Het lijk bij de sluis | Anneke van der Straaten | 2015 |
1931 | La pendu de Saint-Pholien | De gehangene van Saint-Pholien | Martin de Haan | 2016 |
1931 | La tête d’un homme | De kop van een man | Kris Lauwerys & Isabelle Schoepen | 2016 |
1931 | Le chien jaune | De gele hond | Rheintje Ghoos & Jan Pieter van der Sterre | 2015 |
1931 | Un crime en Hollande | Een misdaad in Holland | Anneke van der Straaten | 2014 |
1931 | La danseuse du Gai-Moulin | De danseres van Le Gai-Moulin | Jan Pieter van der Sterre | 2014 |
1932 | L’affaire Saint-Fiacre | De zaak Saint-Fiacre | Kris Lauwerys | 2015 |
1948 | Maigret et son mort | Maigret en zijn dode | Marijke Scholts | 2015 |
1954 | Maigret et la jeune morte | Maigret en het dode meisje | Rokus Hofstede | 2016 |
1955 | Maigret tend un piège | Maigret zet een val | Anneke van der Straaten | 2016 |
Maigret-verzamelbundels
Romans en verhalen waarin Maigret optreedt zijn door uitgeverij Bruna ook in verzamelbundels en omnibussen uitgegeven onder de reekstitels Maigret-omnibus (4 delen, 1964-1967) en Maigret compleet (27 delen, 1968-1978). In eerstgenoemde reeks bracht uitgeverij Bruna een aantal Maigret-romans en verhalen bijeen die – op een enkele uitzondering na – nog niet eerder in Nederlandse vertaling waren verschenen en die pas enkele jaren later als afzonderlijke uitgave in de Zwarte Beertjes-reeks zouden worden gepubliceerd. Vreemd genoeg bevatten de eerste drie delen van de reeks Maigret-omnibus ook een aantal verhalen waarin Maigret geen enkele rol speelt. Dit betreft in totaal 13 verhalen die afkomstig zijn uit Simenons bundel La rue aux trois poussins.[91] Mogelijk is de vertaling van deze bundel bij uitgeverij Bruna op de plank blijven liggen en is vervolgens besloten de verhalen te gebruiken als opvulling van de Maigret-omnibussen. De reeks Maigret compleet bevat alle in het Nederlands vertaalde Maigret-titels en heeft als groot pluspunt dat de romans min of meer in volgorde van ontstaan zijn bijeengebracht, al loopt die volgorde bepaald niet congruent met Maigrets levensloop. Van enkele romans werd de titel gewijzigd. De groene kunstlederen boekbanden van deze reeks zijn voorzien van een afbeelding in goudfoliepreegdruk van het Maigret-standbeeld in Delfzijl. Voorintekenaars op de reeks kregen van de uitgeverij een keramische miniatuurversie (16,5 cm hoog) van dit standbeeld ten geschenke.
Maigret-omnibus # | inhoud (alleen Maigret-titels) | opmerkingen |
---|---|---|
1 (1964) | Maigret en Het Gulden Vlies; Maigret en de zaak Saint-Fiacre; Maigret en het lijk in de kast | later verschenen als Zwarte Beertjes 976, 1068, en 1067 |
2 (1965) | Maigret en de kabeljauwvissers; Maigret en inspecteur Nurks (4 verhalen); Maigret en de dorpsgek | later verschenen als Zwarte Beertjes 1116, 1118 en 1117 |
3 (1966) | Maigret en de ter dood veroordeelde; Maigret en het lijk aan de kerkdeur; Maigret en het huis van de drie weduwen | later verschenen als Zwarte Beertjes 1201, 1154 en 1221 |
4 (1967) | Maigret in Sancerre; Maigret en Félicie; Maigret en de zakkenroller; De vergiftingszaak op de boulevard Beaumarchais (verhaal); De reddende moord (verhaal); Herberg Het Hellegat (verhaal) | later verschenen als Zwarte Beertjes 1267, 1293 en 1245, respectievelijk als onderdeel van Zwartje Beertjes 1354, 1354 en 1383 |
Maigret compleet # | inhoud | opmerkingen |
---|---|---|
1 (1968) | Maigret en Pietr de Let; Maigret in Sancerre; Maigret en het lijk aan de kerkdeur | eerder verschenen als Zwarte Beertjes 740 (gewijzigde titel), 1267 en 1154 |
2 (1969) | Maigret en het lijk bij de sluis; Maigret en de gele hond; Maigret en de ter dood veroordeelde | eerder verschenen als Zwarte Beertjes 345, 943 en 1201 |
3 (1973) | Maigret en het huis van de drie weduwen; Maigret in Holland; Maigret en de kabeljauwvissers | eerder verschenen als Zwarte Beertjes 1221, 539 en 1116 |
4 (1974) | Maigret en het danseresje; Maigret en de tweestuiversherberg; Maigret in de mist | eerder verschenen als Zwarte Beertjes 1043, 847 en 874 |
5 (1974) | Maigret en de Chinese schim; Maigret en de zaak Saint-Fiacre; Maigret en de familie Peeters | eerder verschenen als Zwarte Beertjes 848, 1068 en 975 |
6 (1975) | Maigret en de krankzinnige van Bergerac; Maigret aan de Rivièra; Maigret en Het Gulden Vlies | eerder verschenen als Zwarte Beertjes 1117 (gewijzigde titel), 173 en 976 |
7 (1977) | Maigret en de moord op de Quai des Orfèvres; Maigret en het lijk in de kast; Maigret en het huis van de rechter | eerder verschenen als Zwarte Beertjes 346, 1067 en 464 |
8 (1976) | Maigret en het geval Picpus; Maigret als ongewenste gast; Maigret en Félicie | eerder verschenen als Zwarte Beertjes 1136, 1137 en 1293 |
9 (1977) | De pijp van Maigret; Maigret maakt zich kwaad; Maigret in New York | eerder verschenen als Zwarte Beertjes 793, 793 en 485 |
10 (1978) | Maigret en inspecteur Nurks; Maigret en de varkentjes zonder staart; Maigret met vakantie | eerder verschenen als Zwarte Beertjes 1118, 739 en 579 |
11 (1978) | Maigret en zijn dode; Het eerste onderzoek van Maigret; Mijn vriend Maigret | eerder verschenen als Zwarte Beertjes 646, 580 en 509 |
12 (1978) | Maigret in het wilde westen; Maigret en de weduwe Besson; De vriendin van mevrouw Maigret | eerder verschenen als Zwarte Beertjes 62, 541 en 540 |
13 (1978) | Maigret viert kerstmis; De memoires van Maigret; Maigret op Montmartre | eerder verschenen als Zwarte Beertjes 713, 64 en 11 |
14 (1978) | Maigret op kamers; Maigret en de lange lijs; Maigret en de gangsters | eerder verschenen als Zwarte Beertjes 42, 794 en 81 |
15 (1978) | Het pistool van Maigret; Maigret en de gele schoenen; Maigret in het wespennest | eerder verschenen als Zwarte Beertjes 465, 63 en 84 |
16 (1978) | Maigret vergist zich; Maigret op school; Maigret en de blauwe avondjapon | eerder verschenen als Zwarte Beertjes 99 (gewijzigde titel), 38 (gewijzigde titel) en 280 |
17 (1978) | Maigret en de minister; Maigret en het lijk zonder hoofd; Maigret en de maniak van Montmartre | eerder verschenen als Zwarte Beertjes 39, 238 en 118 |
18 (1978) | Maigret schiet tekort; Maigret incognito; Maigret op reis | eerder verschenen als Zwarte Beertjes 279, 117 en 143 |
19 (1974) | Maigret en de gifmengster; Maigret en de miljoenenerfenis; Maigret en het drama in de rue Lopert | eerder verschenen als Zwarte Beertjes 237, 251 en 298 |
20 (1973) | Getuige Maigret; Maigret in de wereld van gisteren; Maigret en de luie inbreker | eerder verschenen als Zwarte Beertjes 403, 411 en 518 |
21 (1974) | Maigret en de keurige mensen; Maigret en de bezoeker van zaterdag; Maigret en de clochard | eerder verschenen als Zwarte Beertjes 616, 679 en 762 |
22 (1975) | De woede van Maigret; Maigret en het spook; Maigret in de verdediging | eerder verschenen als Zwarte Beertjes 741, 813 en 875 |
23 (1975) | Het geduld van Maigret; Maigret en de zaak Nahour; Maigret en de zakkenroller | eerder verschenen als Zwarte Beertjes 944, 1000 en 1245 |
24 (1976) | Maigret in Vichy; Maigret aarzelt; De schoolvriend van Maigret | eerder verschenen als Zwarte Beertjes 1153, 1200 en 1244 (gewijzigde titel) |
25 (1976) | Maigret en de killer; Maigret en wijnhandelaar; Maigret komt te laat | eerder verschenen als Zwarte Beertjes 1357, 1353 en 1413 |
26 (1976) | Maigret en het lijk in het sloophuis; Maigret en de stille verklikker; Maigret en meneer Charles | eerder verschenen als Zwarte Beertjes 1460, 1469 en 1539 |
27 (1978) | Maigret en meneer Maandag; De stille aanbidder van mevrouw Maigret; Maigret in het Hellegat | eerder verschenen als Zwarte Beertjes 1354, 1355 en 1383 |
Nederlandse Maigret-vertalers
Karel Hendrik Romijn (1910-1974) is de belangrijkste Nederlandse vertaler van Maigret geweest. Tussen 1958 en 1972 verschenen 33 Maigret-romans en 4 Maigret-verhalen in vertalingen van zijn hand in de Zwarte Beertjes-pocketreeks. Karel Romijn was de oudere broer van Jaap Romijn, directeur van uitgeverij Bruna. Overigens was ook de echtgenote van Jaap Romijn, Alida Tallina Klijnsma (1913-2012), verantwoordelijk voor de vertaling van één Maigret-roman. Een goede tweede Maigret-vertaler, naar productieomvang gemeten, was Halbo C. Kool. Vermeldenswaard is dat de allereerste Nederlandse Maigret-vertaling (Een misdaad in Holland) in 1932 werd verzorgd door Titia Jansje Poort-Kool (1891-1933). Zij was de echtgenote van de letterkundige Herman Poort en een achternicht van Halbo C. Kool. Hoewel Dick Bruna vooral zijn stempel op de Maigret-reeks heeft gedrukt als ontwerper van de omslagen van de Zwarte Beertjes-pockets, heeft hij ook een drietal Maigret-romans in het Nederlands vertaald. Dat gebeurde in de periode dat hij nog niet als vormgever werkzaam was voor het familiebedrijf en stage liep bij een Franse uitgeverij (1951-1952).
Veel van de oorspronkeljke vertalingen doen inmiddels gedateerd aan. Woorden als “juffertje” (in plaats van jongedame of jonge vrouw), “publieke vrouw” (in plaats van prostitué) of “kasteleines” (in plaats van eigenares van een café) verraden dat veel vertalingen nog stammen uit het midden van de twintigste eeuw. Curieus zijn ook vertaalvondsten als “italiaanse paté’s” (waar pastagerechten worden bedoeld) en “politiekliniek” (voor de afdeling forensisch medisch onderzoek of gerechtelijke geneeskunde). Anderzijds werden begrippen als “clochard” (zwerver), “bagno” (strafkolonie) en “maître d’hôtel” (hoofdkelner of hotelmanager) destijds onvertaalbaar geacht of opzettelijk onvertaald gelaten om een Franse sfeer op te roepen. In de sinds 2003 opnieuw vertaalde romans en verhalen zijn veel van dit soort zaken verholpen. Deze nieuwe vertalingen kunnen echter niet verhullen dat de romans zich afspelen in een tijd die behoorlijk ver van hedendaagse lezers afstaat. Verschillende door Maigret opgespoorde moordenaars eindigen bijvoorbeeld nog onder de guillotine, het Franse beulswerktuig dat pas werd afgeschaft in 1981 toen Simenon al 9 jaar gestopt was met het schrijven van Maigret-romans. Ook een verschijnsel als grafologie, dat door Maigrets collega Moers van de technische recherche nog hoogst serieus genomen wordt, toont dat de romans spelen in een ver verleden.[92] Grafologie staat namelijk al sinds de jaren zestig te boek als pseudowetenschap. Een ander onbegrijpelijk verschijnsel voor hedendaagse lezers is dat telefoongesprekken in de vroege Maigret-romans en verhalen nog worden aangevraagd bij een telefooncentrale.[93]