Ludolf Wietse (Lu) Hooghoudt

Ludolf Wietse [Lu] Hooghoudt (1896-1977) foto 1951

Geboren: 26 maart 1896 te Groningen
Overleden: 12 oktober 1977 te Haren (Groningen)
Zoon van: Hero Jan Hooghoudt (1861-1898), likeurstoker en slijter, en Grietje Boer (1861-1933)
Kleinzoon van: Sijmen Berend Hooghoudt (1827-1902), hotelhouder, en Johanna Henderika Kwast (1827-1904)
Religie: doopsgezind
Woonplaatsen: Groningen en Haren (Groningen)
Opleiding: Hogere burger school, Instituut Hommes, Hoogezand (1908-1913)
Gehuwd met: Harmanna Wilhelmina (Manny) Ketel (1902-1996) op 17 november 1926
Kinderen: Hero Jan (Tjeerd) Hooghoudt (1928-2017) en Fransiena Mariek (Fransje) Hooghoudt (1932-2001)
Bedrijf: Fa. H.J. Hooghoudt / H.J. Hooghoudt C.V. / Hooghoudt N.V.

Bij een openbare verkoping op 5 september 1889 verwerft Hero Jan Hooghoudt een winkelpand aan de Grote Kromme Elleboog 16 in de binnenstad van Groningen. De koopsom bedraagt ƒ 14.060. Een groot deel van dat bedrag heeft Hero Jan geleend van zijn vader, die hotelhouder is in Slochteren. Volgens de familieoverlevering is Hero Jan Hooghoudt al sinds 1888 in Groningen actief als likeurstoker en bestaat zijn bedrijfsruimte aanvankelijk uit een kelder in de Oosterstraat. Het pand aan de Grote Kromme Elleboog, dat in mei 1890 wordt betrokken, stelt de inmiddels getrouwde Hero Jan Hooghoudt in staat om de zaken wat groter aan te pakken en zijn producten aan de man te brengen middels een eigen winkel. Als Hero Jan Hooghoudt op 36-jarige leeftijd aan een longontsteking overlijdt (14 januari 1898) zet zijn weduwe Grietje Boer de zaak energiek voort. Op meerdere nijverheidtentoonstellingen in het noorden van het land weet Grietje Boer bekroningen in de wacht te slepen met haar fijne likeuren en ingelegde vruchten (morellen, rozijnen en abrikozen) op brandewijn. Een typisch Groningse likeur die door het bedrijf wordt geproduceerd is Fladderak, een soort citroenbrandewijn gearomatiseerd met onder andere kaneel. Een reeks verbouwingen van het bedrijfspand levert Grietje Boer in familiekring de naam op van ‘de timmerman’. Voor oudste zoon Syne Barend Hooghoudt (1892-1958) wordt een betrekking als voluntair geregeld bij een levensmiddelengroothandel in Leeuwarden. Vanaf 1912 is Syne echter werkzaam in het familiebedrijf. Jongste zoon Ludolf Wietse (Lu) wordt eerst naar een internaat in Hoogezand gestuurd en vervolgens in de leer gedaan bij een kwekerij in voornoemde gemeente. In 1914 geeft echter ook Ludolf gehoor aan de wens van zijn moeder om zich verdienstelijk te komen maken in de likeurstokerij en slijterij. Syne en Ludolf zullen hun hele verdere leven werkzaam zijn in het familiebedrijf, waarbij als vanzelf een werkverdeling ontstaat die aansluit bij beider karakters, interesses en belangstellingssferen. De sterk naar buiten gekeerde, scherp reagerende en koppige onderhandelaar Syne trekt de ‘buitendienst’ (verkoopactiviteiten) naar zich toe terwijl de meer introverte, bedachtzame en onderzoekend ingestelde Ludolf verantwoordelijk wordt voor productie, administratie en al wat zich verder binnen de muren van het bedrijf afspeelt.

Een verdienstelijk productontwikkelaar

Als verdere expansie aan de Grote Kromme Elleboog onmogelijk is, verplaatsen moeder en zoons de likeurstokerij medio 1920 naar een pand aan de Nieuwe Ebbingestraat 92 dat voordien heeft dienst gedaan als hotel-café-restaurant onder de naam Het Wapen van Zuid-Holland. De slijterij aan de Grote Kromme Elleboog wordt verkocht. Met detailhandelsactiviteiten laat de Fa. Hooghoudt zich nadien niet meer in. Voor de aankoop van het pand aan de Nieuwe Ebbingestraat (ƒ 80.000) en de bedrijfsinrichting steekt de Fa. Hooghoudt zich diep in de schulden. Onder druk van deze schuldenlast ziet het bedrijf zich genoodzaakt de sprong naar voren te wagen. Er worden enkele vertegenwoordigers aangetrokken om de afzetmogelijkheden buiten stad en ommelanden van Groningen te onderzoeken. Met de in 1922 gelanceerde sinaasappellimonadesiroop Valencia – de receptuur is uitgedokterd door Ludolf – heeft het bedrijf voor het eerst een artikel in handen waarvan ook in aangrenzende provincies behoorlijke volumes worden verkocht. Zelfs in Amsterdam, waar de Fa. Hooghoudt vanaf 1926 beschikt over een klein depot, vindt Valencia aftrek. Met Valencia haakt Ludolf Hooghoudt in op het succes van Ranja-C.P., een sinaasappellimonadesiroop die enkele jaren eerder ontwikkeld is door de eveneens te Groningen gevestigde N.V. Distilleerderij, Likeurstokerij, Limonade- en Extractenfabriek van C. Polak Gzn. Valencia is ook het eerste artikel uit het brede Hooghoudt-assortiment waarvoor op enige schaal geadverteerd wordt. Overigens lijkt Ludolf Hooghoudt zich geenszins te schamen voor imitatie. Zo lanceert hij tevens de producten Prean en Hajoh, die wat receptuur en voorkomen betreft geënt zijn op respectievelijk het vloeibare koffie- en cichorei-extract Mokka-C.P. (uit de reeds genoemde fabriek van C. Polak Gzn. te Groningen) en de vloeibare chocoladesiroop Fosco (van F. Kor­ff & Co.’s Cacao- en Chocoladefabrieken N.V. te Amsterdam). Als Korff bezwaar maakt tegen de merknaam Hajoh, vanwege de klankovereenkomst met Fosco, wijzigt Hooghoudt de naam van zijn chocoladesiroop in Hajeh.

reclameplaat circa 1925 door Henri Christiaan Pieck (coll. H.J. Hooghoudt, Haren)reclamebordje Chiffon Amore 1938 (coll. H.J. Hooghoudt, Haren)Net als enkele andere drankenproducenten legt Ludolf Hooghoudt in de crisisjaren een bijzondere belangstelling aan de dag voor producten die het resultaat zijn van de vergisting van zacht fruit (met name bessen en frambozen) van Nederlandse bodem. Krachtens de Vruchtenwijnwet 1899 zijn deze ‘inlandse vruchtenwijnen’ vrijgesteld van wijnaccijns. Dat maakt deze producten, zeker in een tijd van teruglopende consumentenkoopkracht, voor producenten bijzonder aantrekkelijk. Als Minister van Financiën De Geer in het kader van zijn crisisbelastingplan de wijnaccijns besluit te verhogen van 24 naar 36 cent per liter (1 april 1932) leidt dit enerzijds tot een sterk dalende binnenlandse wijnconsumptie (van 1,4 liter per hoofd van de bevolking in 1931 naar 0,9 liter in 1933) en anderzijds tot een sterk groeiende substituutvraag naar inlandse vruchtenwijnen. Ludolf Hooghoudt, die al in 1929 een inlandse vruchtenwijn heeft gelanceerd onder de naam Edelwijn, ziet de verkoop van dit product in korte tijd enorm toenemen. Dat verandert als de regering de wijnaccijns weer verlaagd naar 24 cent per liter (1 juli 1935), al blijft Edelwijn qua omzet ook in de jaren daarna voor Hooghoudt een zeer belangrijk product. Een ander typisch product van de crisisjaren dat door Ludolf Hooghoudt wordt ontwikkeld is Chiffon Amore (1938), een versterkte wijn vervaardigd uit Westlandse kasdruiven en gearomatiseerd met een notenextract. Chiffon Amore is een product waarop weliswaar wijnaccijns drukt – Westlandse druiventelers krijgen de minister niet zover dat ook inlandse druivenwijn wordt vrijgesteld van accijns – maar dat wat smaak, zoetheid en alcoholgehalte betreft duidelijk refereert aan een zwak-alcoholhoudende likeur. Maar waar op het wijnaperitief Chiffon Amore slechts een wijnaccijns van 24 cent per liter drukt is een liter zwak-alcoholhoudende likeur belast met 66 cent gedistilleerdaccijns.

Met betaalbare alcoholhoudende dranken op basis van vergist Nederlands fruit doet het bedrijf Hooghoudt in de jaren dertig uitstekende zaken. Ook het door Hooghoudt bewerkte marktgebied breidt zich in deze periode uit. Een vertegenwoordiger van Hooghoudt verblijft regelmatig een week in Utrecht om nieuwe relaties in Midden-Nederland te maken. De Gelderse vertegenwoordiger van het bedrijf dringt door tot Brabant. Dat het depot in Amsterdam in 1933 wordt opgeheven heeft niets te maken met een teruglopende belangstelling voor de producten van Hooghoudt maar is louter het gevolg van betere verkeersverbindingen tussen Groningen en de hoofdstad.

Goudoogst

Nieuwsblad van het Noorden, 10 april 1933Dat Ludolf Hooghoudt meer dan gemiddeld geïnteresseerd is in de verwerking van Nederlands fruit in dranken, blijkt uit het feit dat hij begin jaren dertig één van de zeer weinige drankenproducenten is die het aandurft appelsap te gaan bereiden ‘langs koude weg’. Appelsap is op dat moment in Nederland een nog volslagen onbekend product. Bij de bereiding langs koude weg wordt het uit appels geperste sap niet verhit (gepasteuriseerd) maar worden de gistcellen en andere micro-organismen met speciale filters uit het sap verwijderd. Dat heeft als voordeel dat de smaak van het sap veel beter bewaard blijft. Uiteraard dient voorkomen te worden dat het gefilterde sap bij het bottelen niet alsnog geïnfecteerd raakt en moeten de flessen waarin het sap gebotteld wordt volkomen steriel zijn. Bereiding langs koude weg stelt daardoor zeer hoge hygiëne-eisen aan het bottelproces. Gebruik makend van de expertise van het Laboratorium voor Tuinbouwplantenteelt uit Wageningen stort Ludolf Hooghoudt zich niettemin vol goede moed op de productie van appelsap. In 1933 wordt het geïntroduceerd onder de merknaam Goudoogst. Hoewel de kwaliteit van Hooghoudts appelsap uitstekend is, wordt het product geen succes. Van aanvang af krijgt Goudoogst namelijk zware concurrentie te verduren van Hero Perl, een koolzuurhoudende drank die voor de helft uit appelsap en voor de helft uit water bestaat en die daardoor een veel gunstiger kostprijsstructuur heeft. Overigens is Ludolf Hooghoudt dermate gepreoccupeerd door het Goudoogst-project, dat zijn vrouw Manny het onderwerp appelsap in huiselijke kring taboe verklaart omdat zij met haar echtgenoot ook wel eens wil spreken over babydochter Fransje.

geschenkencatalogus jubileumactie 1938Het 50-jarig bestaan van het bedrijf wordt in 1938 gevierd met een jaar lang durende spaaractie voor afnemers in de drankendetailhandel en horeca. De actie is een groot succes hoewel de winst van het bedrijf sterk gedrukt wordt door de verzilverde waardebonnen en er veel gezeur is over de horloges waartegen de waardebonnen kunnen worden ingeruild. Enkele jaren later is dat leed alweer vergeten als blijkt dat voor de grondstoffenverdeling tijdens de bezetting de inslag van 1938 als maatgevend wordt aangenomen. Dankzij de spaaractie is 1938 voor Hooghoudt een topjaar en zijn er dus ook veel grondstoffen ingeslagen. Het bedrijf en de familie Hooghoudt komen nagenoeg ongeschonden de oorlog door. Een tuin achter het bedrijf, die gehuurd wordt van de gemeente, verschaft voedsel en afleiding en wakkert bij de voormalige kwekersleerling Ludolf een oude liefde aan. In de zomer van 1945 ondergaat Ludolf een maagoperatie. Eenmaal hersteld van deze operatie zet Ludolf zich weer volop in voor het familiebedrijf. Ook wordt Ludolf bestuurlijk actief in de Noordelijke Vereniging van Likeurstokers, Wijnhandelaren, Limonade- en Vruchtenwijnfabrikanten alsmede in de Vereniging van (Nederlandse) Fabrikanten van Zwak-Alcoholhoudende en Alcoholvrije Dranken (FAVAD).

In 1950 worden de behuizing aan de Nieuwe Ebbingestraat en de productiecapaciteit fors uitgebreid. Naast het bestaande pand verrijst een nieuwe distilleerderij met een modern laboratorium en een groot aantal ondergrondse opslagtanks. Wat vooralsnog niet verandert is dat de firma Hooghoudt een zeer breed assortiment alcoholhoudende en alcoholvrije dranken blijft produceren. In de jaren vijftig verschuift het zwaartepunt echter geleidelijk van inlandse vruchtenwijnen en wijnaperitieven naar diverse soorten sterk gedistilleerd. Citroenjenever wordt een belangrijke specialiteit. Een ander succesartikel uit de jaren vijftig is de Hollandse cognac Fleuron, een wijndestillaat dat vanaf 1961 door het leven gaat als vieux omdat de in Frankrijk beschermde herkomstbenaming cognac dan ook door Nederland wordt erkend.

Eind 1952 verruilt Ludolf met zijn vrouw de bovenwoning van de oude distilleerderij voor een zonniger en comfortabeler woning in Haren. Als zijn kinderloze broer Syne op 27 juni 1958 aan een hartaanval overlijdt, wordt de firma H.J. Hooghoudt omgezet in een commanditaire vennootschap en vormen Ludolf en zijn zoon Hero Jan (1928-2017) een nieuwe directie. Hero Jan (roepnaam Tjeerd), die het kandidaatsexamen farmacie heeft behaald, is al sinds 1951 in diverse hoedanigheden werkzaam in het bedrijf.

Op 14 februari 1964 viert Ludolf zijn gouden jubileum als distillateur en likeurstoker. Daarna trekt hij zich terug uit het bedrijf en wijdt zich verder aan zijn hobby’s: het kweken van zeldzame planten en bloemen, varen met zijn motorkruiser en schieten (als lid van de eerbiedwaardige Groningse schietvereniging ’s Lands Weerbaarheid). Hij is echter graag bereid die hobby’s tijdelijk terzijde te schuiven om zich te verdiepen in zaken die zijn – technisch georiënteerde – belangstelling hebben en waarmee hij zijn zoon en het familiebedrijf van dienst kan zijn. Zo blijft hij zich tot op hoge leeftijd bemoeien met kantoorautomatisering, een onderwerp dat al in de jaren dertig zijn warme belangstelling geniet. Kort na een longoperatie overlijdt hij op 81-jarige leeftijd.

Ludolf Hooghoudt weet samen met zijn broer Syne een kleine Groningse likeurstokerij uit te bouwen tot een bedrijf waarvan diverse producten ook buiten de eigen regio afzet vinden. Het is vooral Ludolfs talent op het vlak van productontwikkeling die maakt dat het bedrijf kan anticiperen en inspringen op telkens wijzigende marktomstandigheden. Met een breed drankenassortiment is het bedrijf van (bijna) alle markten thuis al is het, landelijk gezien, op geen van deze markten een dominante speler. Het is Ludolfs zoon Hero Jan Hooghoudt die begin jaren zestig aandringt op specialisatie ter wille van de kostenvoordelen die inherent zijn aan een grootschaliger productiewijze. Nadat Ludolf met pensioen is gegaan zet Hero Jan zijn troefkaarten op het product Hooghoudt Jonge Dubbele Graanjenever (1968) als vlaggedrager van een danig afgeslankt assortiment. De graanjenever “uut Grunningen” groeit uit tot een landelijk bekend merkartikel dat alle stormen op de vaderlandse jenevermarkt glansrijk doorstaat. In de persoon van Berend Ludolf (Bert) Hooghoudt (1963) slaagt de vierde generatie er vervolgens in om het familiebedrijf ook een solide exportbasis te verschaffen met het stijlvolle wodkamerk Royalty (1993).

© Peter Zwaal, 2011, 2016, 2017

Een enigszins verkorte versie van dit artikel verscheen in: Nederlandse ondernemers 1850-1950 : Groningen, Friesland, Drenthe en Overijssel / red. Joop Visser, Matthijs Dicke & Annelies van der Zouwen (Zutphen : Walburg Pers ; Rotterdam : Stichting Ondernemersgeschiedenis, 2011) p.50-55

Archieven
Bedrijfsarchief Hooghoudt B.V.
Regionaal Historisch Centrum Groninger Archieven: stukken afkomstig van het Kabinet der Commissaris der Koningin inzake verlening van het predikaat hofleverancier 1988, toegangsnr. 1166, inventarisnr. 301; documentatiemateriaal H.J. Hooghoudt; bouw- en hinderwetvergunningen, gemeentelijke adresboeken, krantenartikelen

Literatuur
Hofman, Beno, en Maaike Borst, Drankproat : Square en het Gronings gedistilleerd (Groningen : Square, 2006)
Hooghoudt, Hero Jan, Hooghoudt van 1888 : van Slochteren tot Groningen (Groningen, 2006) [ongepubliceerd typoscript]
Hooghoudt, Tj.B., Genealogie van de familie Hooghoudt (Groningen, 1977)
Smedes, J.J., Rond Veenborg en Hooghout : kleine historie van Hoogezand en Sappemeer (Hoogezand-Sappemeer : De Librije, 1984)
Wassen, K.J., en M.G. van Duijn, 115 jaar verhalen van Hooghoudt (Groningen : Hooghoudt, 2003)