Hero en zijn rockets (1973-1976)

In 1973 presenteert het Britse concern ICI een nieuw soort verpakking voor bier en frisdranken. Aan de ontwikkeling is enkele jaren onderzoek voorafgegaan. Het betreft een transparante kunststof buisfolieverpakking (tube) die ter ver­stevi­ging is gevat in een kartonnen kokertje (sleeve). Brouwerijen en frisdrankfabrikanten kunnen het kokertje bedrukken met hun merknamen, logo’s en verdere productinformatie. De buisfolie is gemaakt van polyvinylchloride (PVC) met een coating van polyvinylidene chloride (PVDC). Die coating zorgt ervoor dat de folie een zeer lage gasdoorlatendheid heeft en daardoor geschikt is als verpakking voor koolzuurhoudende dranken.

ICI presenteert de eenmalige lichtgewicht verpakking aan de drankenindustrie onder de merknaam Merolite. Bedrijven die hun bier of frisdrank in Merolite willen verpakken kunnen hiertoe op huurbasis speciale vulapparatuur van ICI betrekken. De Britse brouwerij Watney Mann (Londen) is in september 1973 de eerste producent die de buisfolieverpakking in gebruik neemt. In Nederland toont N.V. Hero Conserven Breda belangstelling. Eind 1973 wordt ook in Breda de eerste Merolite-vulmachine geplaatst. Deze machine is goed voor een productie van ongeveer 2.000 verpakkingseenheden per uur. Bij Hero worden de buisfolieverpakkingen aangeduid als rockets. Die naam past mooi bij de langwerpige vorm en heeft bovendien een dynamische uitstraling. De eerste rockets worden echter niet gevuld met Hero Sinas en Cassis maar met frisdranken onder de merknaam Pitshop. Ze worden geleverd aan een groothandel in Et­ten-Leur die winkels bij benzi­nepom­pen bevoorraad.

In mei 1974 wordt besloten om ook Hero-frisdranken te gaan verpakken in rocket. In Breda is men voorzichtig optimistisch. Bij ICI worden nog enkele vulmachines geleasd. De exclusieve verkoop en distributie van de Hero-roc­kets wordt gegund aan de dranken­groothande­laren van de Drako-groep. Maar als de resultaten blijken tegen te vallen gaan in 1975 ook de Hero-vertegenwoordigers zich actief met de verkoop bemoei­en. Het helpt wel wat maar niet veel. Steeds duidelijker wordt dat het niet ligt aan een gebrek aan verkoopinzet (pushing power) maar aan iets heel anders. De retail­prijs van de Hero-roc­kets (79 cent) is waarschijnlijk te hoog in verge­lijking met de prijs van blikjes Raak, 3-ES (Bavaria) en JoJo-frisdranken (Winters). Die blikjes kosten slechts 59 cent en hebben ook nog eens meer inhoud (33 cl) dan de Hero-rockets (25 cl).

Maar ook nadat de prijs is verlaagd – en ook nadat Hero speciale ver­koop­auto­maten heeft uitgezet op stations en in be­drijfskantines – blijven de verkoopcijfers tegenvallen. Waar gerekend is op een volume van 9 miljoen eenheden worden in 1975 slechts 5.3 mil­joen eenheden verkocht. Nog geeft Hero zich niet gewonnen. Moed wordt geput uit het feit dat inmiddels Heine­ken en Grolsch interesse hebben getoond in ICI’s buisfolieverpakking. De brouwerijen denken erover om in en rond voetbalstadions bier te gaan verkopen in rockets. In handen van een dronken voetbalsupporter is zo’n rocket een veel minder ge­vaar­lijk pro­jec­tiel dan een blikje bier. Hero ver­wacht een gedeelte van haar vulcapa­citeit aan Heine­ken of Grolsch te kunnen verhuren en hoopt zelf hoge ogen te gooien met een nieuw product in buisfolieverpakking: Hero Shandy.

Grolsch dirigeert in 1976 inderdaad enkele tankwagens met bier naar Breda, alwaar het in rockets wordt verpakt onder de merknaam Krüger. De marktproef met dit Krüger-bier blijkt geen succes. Grolsch is vooral ontevreden over het drink­gemak (de hanteerbaarheid) van de rockets. Het blijft dus bij slechts 200.000 Krüger-bierrockets terwijl Hero heeft gerekend op 3 miljoen eenheden. Ook de afzet van Hero Shandy in rockets valt tegen. Medio 1976 gooit Hero de handdoek in de ring. Zelfs ICI moet toegeven dat de Merolite-verpakking niet ge­bracht heeft wat men er van had ver­wacht. Alle grote multinationals in de bier- en frisdrankenindustrie hebben zich afzijdig gehouden. Eind 1976 besluit ICI de ver­de­re ont­wik­ke­ling van buisfolieverpakkingen te staken.

© Peter Zwaal, 2014