Geografische frisdranketiketten

etiket sinaasappelvruchtenlimonade firma J. van den Toorn 1958

etiket Jaffa limonadegazeuse firma E. Scheerder & Zn. circa 1950

 

 

 

 

 

 

 

Net als in veel andere bedrijfstakken in de voedingsmiddelen- en drankenindustrie was ook in de Nederlandse frisdrankenindustrie in de jaren 1920-1970 sprake van een verdringing van lokale en regionale merkartikelen door landelijke en internationale merkartikelen. Coca-Cola (1928), Hero (1933), Si-Si (1937) en Seven-Up (1952) drukten gaandeweg steeds meer lokale en regionale merkartikelen uit de markt, waarvoor door de betreffende producenten toch al nauwelijks reclame werd gemaakt. Toch boden sommige lokaal en regionaal opererende frisdrankproducenten rond het midden van de twintigste eeuw hardnekkig weerstand tegen de oprukkende landelijke en internationale merkartikelen. Zo brachten veel lokaal en regionaal opererende frisdrankproducenten hun eigen variant van Coca-Cola of Seven-Up op de markt, waarbij doorgaans gekozen werd voor een merknaam die duidelijk (klank)verwantschap vertoonde met Coca-Cola of Seven-Up. Deze imitatiestrategie was echter weinig succesvol. Waar horeca-ondernemers soms nog wel genoegen namen met deze me-too producten – omdat ze qua inkoopprijs voordeliger waren en dus meer winstmarge boden dan Coca-Cola en Seven-Up – was er in de Nederlandse levensmiddelendetailhandel vaak simpelweg geen plaats voor dergelijke imitatieproducten. Daarvoor was de schapruimte, zeker bij kruideniers maar ook bij de opkomende supermarkten, gewoon te beperkt.

etiket citroenlimonadegazeuse firma W. de Hoogh circa 1955Een andere en in zekere zin tegenovergestelde concurrentiestrategie die door lokaal en regionaal opererende frisdrankproducenten werd gevolgd was het benadrukken van de lokale en regionale identiteit. De eenvoudigste wijze om dat te doen was het laten ontwerpen van etiketten met een afbeelding van een plaatselijke bezienswaardigheid. Zo liet menige frisdrankproducent etiketten bedrukken met de afbeelding van een plaatselijke kerktoren. Op de frisdranketiketten van firma W. de Hoogh uit Delft prijkte bijvoorbeeld de toren van de Oude Kerk, gezien vanaf de Oude Delft, aan welke wonderschone gracht het frisdrankproductiebedrijf overigens ook was gevestigd. De Amsterdamse firma J. van den Toorn, waarvan de fabriek gelegen was in de Bloemstraat, had etiketten in gebruik met daarop een afbeelding van de veelbezongen Westertoren. Firma E. Scheerder & Zn. uit Amersfoort maakte goede sier met etiketten met een afbeelding van de Lange Jan (Onze-Lieve-Vrouwetoren). Maar ook kastelen, molens, vuurtorens en andere markante bouwwerken konden rond het midden van de twintigste eeuw op Nederlandse frisdranketiketten worden aangetroffen. Het was niet zozeer de pittoreskheid of monumentaliteit die bij de keuze van deze bouwwerken voorop stond als wel het gegeven van geografische herkenbaarheid. Gehoopt werd dat horeca-afnemers en consumenten het lokale of streekeigen product zouden prefereren boven de veel bekendere landelijke of internationale merkartikelen. Met dit doel liet firma H.J.J. Beukers uit het Drentse Erica bijvoorbeeld etiketten bedrukken met een afbeelding van de boortorens van de Nederlandse Aardolie Maatschappij uit het naburige Schoonebeek. Firma Wed. H. Wouters & Zn. uit het Limburgse Terwinselen was niet alleen gevestigd onder de rook van staatsmijn Wilhelmina maar handelde zelfs onder de naam Limonadefabriek De Wilhelmina. Niet zo vreemd dus dat de imposante koeltorens en mijnsteenbergen van de staatsmijn ook de etiketten van de gelijknamige limonadefabriek sierden. En firma A.A. Zonnevijlle & Co. uit Hoek van Holland, handelend onder de naam Limonadefabriek Europoort, koos ervoor om een plaatselijke radarpost op haar etiketten af te beelden.

etiket limonadegazeuse firma H.J.J. Beukers circa 1955 etiket vruchtenlimonade firma Wed. H. Wouters & Zn. circa 1955 etiket Europoort limonadegazeuse firma A.A. Zonnevijlle & Co. circa 1960

 

 

 

 

 

 

 

etiket Bar-le-Duc 2014Achteraf moet worden geconstateerd dat het versterken van de lokale of regionale identiteit al evenmin een succes was als het imiteren van landelijke en internationale merkartikelen. Uiteindelijk waren het de hoogte van de reclamebudgetten en de toegang tot de levensmiddelendetailhandel die bepaalden welke merken frisdrank zouden overleven en welke niet. Wie thans in de supermarkt het schap van de frisdranken in ogenschouw neemt, zal geen lokale of regionale merkartikelen meer ontdekken. Het maakt de consument doorgaans niet uit wáár een frisdrank gemaakt wordt. Alleen natuurlijke mineraalwaters beroepen zich nog op een specifieke geografische herkomst en laten dat soms ook nog duidelijk blijken via hun etiket. Eén Nederlands mineraalwater – Bar-le-Duc van producent United Soft Drinks B.V. (Utrecht) – heeft zelfs nog etiketten waarop een kerktorentje staat afgebeeld. Een fantasiekerktorentje, dat wel, want op het industrieterrein langs de A2 waar de Bar-le-Duc bron zich bevindt, is in geen velden of wegen een kerktoren te bekennen.

© Peter Zwaal, 2014

P.S. Twee jaar later nadat ik dit schreef heeft United Soft Drinks the etiketten van Bar-le-Duc grondig laten restylen (2016) en is het kerktorentje van de etiketten verdwenen.