Een onderdompeling in liefde en rouw

Iedereen herinnert zich zijn eerste grote liefde. Door welke achtbaan van verwarrende emoties je werd gevoerd, langs welke sensorische verrukkingen het pad der liefde leidde en hoe absoluut volmaakt dat voelde. En ja, wat de meesten van ons eveneens een leven lang bij blijft is de pijn en minstens even grote verwarring die volgden op de ontdekking dat in de liefde absolute volmaaktheid niet bestaat; en welke afgronddiepe kloof er gaapte toen de liefde uitging. Vandaar dat eerste liefdes zulk geweldig materiaal vormen voor films en boeken. Regisseur François Ozon was 17 toen hij in 1984 de roman Dance on my grave (1982) van Aidan Chambers las in de Franse vertaling (La danse du coucou, 1983). Het is een roman voor jongvolwassenen over een eerste homoseksuele liefde die eindigt omdat de oudste van de twee jongens, Barry, ook een relatie aanknoopt met een meisje. Wat het allemaal nog tragischer maakt is dat deze Barry zich vervolgens doodrijdt op zijn brommer en dat zijn enkele jaren jongere ex-geliefde Hal zich daar dan weer enorm schuldig over voelt. Van dat schuldgevoel kan de 16-jarige Hal zich alleen bevrijden door een belofte in te lossen uit de tijd toen de liefde nog volmaakt was. Die belofte bestaat eruit dat degene die het langst leeft, zal dansen op het graf van de ander. Natuurlijk is dat een verschrikkelijk puberale daad maar wat Chambers met dit gevalletje grafschending wil duidelijk maken is dat leven in wezen niets anders is dan de dood in zijn gezicht uitlachen.

Met Été 85 levert Ozon een speelfilm af die Chambers’ roman wat betreft structuur, vertelperspectief en verhaallijn vrij nauwgezet volgt. Ozon verandert slechts de namen van Hal en Barry in Alex en David en verplaatst de handeling van het Engelse Southend-on-Sea naar het Franse Le Tréport. Dat is een prachtig vissersplaatsje met een spuuglelijke betonnen strandfaçade, zo’n 30 kilometer boven Dieppe aan de Franse kanaalkust. Waar Chambers’ roman zich ergens halverwege de jaren zeventig afspeelt, situeert Ozon zijn film zo’n tien jaar later in de tijd. Dat geeft hem volop gelegenheid om wat betreft muziekkeuze, kleding en kostumering in zijn eigen jeugdsentimenten te graven. Maar Ozon zou Ozon niet zijn als hij niet ook nog betekenissen zou toevoegen. Zo duikt na precies 51 minuten, vanuit het niets, het vrolijk gebloemde zomerjurkje op uit Ozon’s korte debuutfilm Une robe d’été (1996). In het vervolg wordt steeds duidelijker dat beide films pendanten zijn van elkaar. Zowel in Une robe d’été als in Été 85 staat het jurkje symbool voor het meisje dat als stoorzender optreedt in een homoseksuele liefdesrelatie. Maar waar in Une robe d’été het jurkje (het meisje) de twee geliefden ook weer miraculeus tot elkaar brengt, is in Été 85 precies het tegenovergestelde het geval. En waar het fietstochtje in travestie in Une robe d’été terugvoert naar het warme bed van de geliefde, voert een soortgelijk fietstochtje in Été 85 naar de kilte van het mortuarium. De zeilbootjes van Alex en David, die een belangrijke functie vervullen in de openingsscène van de film, zijn door Ozon voorzien van de namen Tape-cul en Calypso. Die eerste naam heeft een nautische betekenis (achterzeil) maar ook een nauwelijks mis te verstane seksuele betekenis (kontneuken). En uiteraard verwijst Calypso naar de gelijknamige Griekse nimf uit de Odyssee van Homerus, die symbool staat voor de problematische aspecten van de liefde: dat liefde ook in een soort gevangenschap kan verkeren en dat een versmelting of eenwording met de geliefde door de goden niet wordt toegestaan. Het zijn maar kleine vingerwijzingen maar ze maken wel duidelijk dat Été 85 niet zomaar de roman van Chambers navertelt. Ozon voegt eigen referenties toe en legt ook andere accenten. Zo laat Été 85 veel duidelijker dan Dance on my grave zien dat levenslust soms gevaarlijk dicht in de buurt van doodsdrift komt.

Été 85 is een film waarin zo’n beetje alles klopt en elkaar versterkt: verhaal, soundtrack, casting, kostumering en locatiekeuze. Grappig is dat Alex (Félix Lefebvre) en David (Benjamin Voisin) in uiterlijke zin gemodelleerd zijn naar George Michael en Andrew Rigdeley van het popduo Wham! uit de jaren tachtig. De jonge acteurs verdienen een groot compliment voor hun prestaties. Ook de bijrollen in de film zijn opmerkelijk sterk bezet, met Valéria Bruni-Tedeschi als Davids moeder en Melvil Poupaud als Alex’ leraar. Veel recensenten hebben de vergelijking getrokken met Call me by your name (2017) van Luca Guadagnino maar daar is wel wat op af te dingen. Natuurlijk staat in beide films een homoseksuele zomeridylle centraal. Maar waar Guadagnino iets te veel zwelgt in de bitterzoete kanten van die idylle, schrikt Ozon niet terug voor een stevige portie zwarte romantiek à la Rimbaud en Verlaine. Of – om in muziektermen van de jaren tachtig te blijven – een beetje disco gedrenkt in new wave.

© Peter Zwaal, 2021

Voor meer informatie en bioscooptrailer: Été 85 (2020) – IMDb
Interview met François Ozon door Quentin Grosset (18 juni 2020): https://www.troiscouleurs.fr/cinema/interview-francois-ozon-ete-85-va-prendre-un-sens-different-apres-ce-quon-a-tous-vecu/