Eind 1931, zo’n twee jaar na de wereldwijde implosie op de aandelen- en effectenbeurzen, introduceerde H. Bootz’ Distilleerderij N.V. uit Amsterdam een nieuw product.1 Deze nieuwe drank genaamd Tip was een diep oranjekleurige creatie op basis van brandewijn met een aroma van sinaasappel en een alcoholpercentage van om en nabij de 25%. Net als veel andere Nederlandse distillateurs had Bootz in de crisisjaren die volgden op de beurskrach van 1929 last van de sterk teruglopende consumentenkoopkracht. Het is meer dan waarschijnlijk dat daardoor ook de vraag naar Bootz’ topproduct Orangeade Triple Sec flink inzakte. Aangezien dit “fijnste product der Hollandsche likeurindustrie” driemaal in de distilleerketel was overgehaald en een alcoholpercentage had van om en nabij de 38% (vergelijkbaar met het Franse Cointreau) was het een behoorlijk prijzige likeur. Daarbij werd Orangeade Triple Sec ook nog eens gebotteld in een dure fles. Die bruinglazen fles van 70 cl was in 1923 exclusief voor Bootz ontworpen door vormgever en illustrator Frits van Alphen (1894-1980).2 Om Orangeade Triple Sec wat betaalbaarder te maken bood Bootz het product daarom tevens aan in een gewone fles.3 Dat zal wel iets maar niet erg veel geholpen hebben. Vandaar dat Bootz in 1931 een nieuwe sinaasappellikeur lanceerde die qua productiewijze en receptuur volledig was toegesneden op gedistilleerdliefhebbers met een smalle beurs.
Tip van Bootz was een betrekkelijk simpel product – brandewijn waaraan een suikeroplossing met sinaasappel-essence was toegevoegd – met als gezegd een aanzienlijk lager alcoholgehalte dan Orangeade Triple Sec. De introductieprijs bedroeg ƒ 2,85. Dat was bijna de helft van de prijs die voor een fles Orangeade Triple Sec moest worden neergeteld. Voor de botteling van het product liet Bootz een speciale fles ontwerpen. Deze witglazen fles van 70 cl was van een min of meer rechthoekig en plat model. Met min of meer rechthoekig bedoel ik dat alle hoeken enigszins waren afgerond. Het lichaam van de fles werd bekroond met een ‘opgelegd’ verloopstuk dat uitmondde in een ronde hals. Helaas is onbekend wie de fles ontwerpen heeft. Grote zorg was eveneens besteed aan het etiket van Tip van Bootz. Op dat kleurige etiket prijkte een afbeelding van de Beurs van Berlage. Voor de goede verstaander was daarmee onmiddellijk duidelijk dat de naam Tip verwees naar het begrip beurs- of beleggingstip. Uiteraard school er een zekere ironie in om met een enorme beurskrach nog vers in het geheugen een drankje te lanceren onder de naam Tip. In advertenties die verzorgd waren door reclamebureau De la Mar liet Bootz de consument weten: “Een tip na de beurs is ook wat waard, als het maar ‘n TIP van BOOTZ is.” Impliciet werd daarmee ook te kennen gegeven dat Tip was bedoeld als een aperitief. Na sluitingstijd van de beurs betekende immers: om half zes. Ook andere distilleerderijen deden in de jaren dertig vreselijk hun best om het nuttigen van een bepaald drankje te verbinden aan een bepaald tijdstip van de dag. N.V. Distilleerderij v/h Simon Rynbende & Zonen (Schiedam) was bijvoorbeeld in 1929 met een advertentiecampagne begonnen waarin het klokje van vijf uur gelijk gesteld werd aan het sein om jenever te gaan drinken (“Rynbende heit de klok”).
De relatie tussen Bootz en reclamebureau De la Mar hield niet erg lang stand. Al na een paar jaar begon Bootz gebruik te maken van de diensten van andere reclamebureaus, waaronder dat van Frits van Alphen, de man die indertijd de luxe fles voor Orangeade Triple Sec had ontworpen. Erg geïnspireerd toonde Van Alphen zich overigens niet door het product Tip van Bootz. De tekeningetjes die hij in 1934 maakte blonken niet uit door originaliteit of inventiviteit. Opvallend is verder dat Van Alphens advertenties op geen enkele wijze refereerden aan de oorspronkelijke betekenis van de naam Tip of aan de Beurs van Berlage.
In 1937 gooide Bootz het roer radicaal om. In plaats van een advertentiecampagne die leunde op de creatieve inspanningen van illustratoren en tekstschrijvers werd gekozen voor een advertentiecampagne die een beroep deed op de creativiteit van de consument. De campagne bestond uit kleine (wekelijkse of tweewekelijkse) advertenties op de voorpagina’s van een groot aantal landelijke en regionale dagbladen met telkens een andere limerick waarin de merknaam Tip (van Bootz) was verwerkt. Deze limericks konden door het publiek rechtstreeks naar H. Bootz’ Distilleerderij N.V. worden gezonden. De inzenders van de geplaatste limericks werden beloond met een fles Tip. Mogelijk dat Bootz met de limerickcampagne op advertentiekosten wilde bezuinigen, al denk ik eerlijk gezegd dat dit niet het geval was. Veeleer komt het mij voor dat Bootz koos voor een advertentiecampagne met minimale productiekosten bij een zo hoog mogelijke verschijningsfrequentie. Vanwege die hoge verschijningsfrequentie en de keuze voor voorpagina-advertenties waren de plaatsingskosten ongetwijfeld niet gering.
Limericks waren in de jaren dertig enorm populair. De ongekroonde koning van het genre was zanger, cabaretier en huisdichter van De Telegraaf Clinge Doorenbos (1884-1978). Uiteraard haalden de limericks die door Bootz werden bekroond en die in de advertentiecampagne werden gebruikt meestal lang niet het niveau van Doorenbos maar sommigen waren wel degelijk heel aardig, vooral wanneer werd ingehaakt op de actualiteit. Naar aanleiding van de door de Nederlandse regering aangekondigde distributiemaatregelen dichtte bijvoorbeeld ene mevrouw L.Z. uit Den Helder in november 1939: Als straks koffie en thee op de bon gaat / waarvoor niemand thans hamstert of inslaat / ben ik toch heel tevree / al krijg ’k geen van twee / daar bij mij de kast vól TIP staat. Grappig is ook de limerick uit juli 1939 van ene T.C. uit Amsterdam waarin de advertentiecampagne zelf becommentarieerd wordt, en dan met name de illustratie van de ober met dienblad die de limerick onveranderlijk vergezelde: Deze man staat altijd op dit plaatje / Hij is van papier, dus hij houdt nooit een praatje / Maar had hij benul / dan lachte hij gul / want hij heeft TIP van BOOTZ op zijn blaadje. Hoewel de advertentiecampagne in hedendaagse ogen niet erg opvallend en flitsend oogt, dacht men daar destijds in reclamekringen anders over. In het vakblad Revue der Reclame werden de annonces voor Tip van Bootz juist geprezen vanwege hun hoge attentiewaarde ondanks hun bescheiden afmetingen.4
Vanaf april 1941 golden in Nederland voor de verkoop van jenever en likeur strenge rantsoeneringsbeperkingen. Slijters en kasteleins konden niet langer ongelimiteerde hoeveelheden gedistilleerd aankopen en inslaan maar werden gebonden aan hun ‘inslagvolume’ over 1939. In de praktijk hield dat in dat over de gehele markt voor gedistilleerd een kaasstolp werd geplaatst en dat de marktverhoudingen zoals die in 1939 hadden gegolden min of meer werden bevroren. Onder deze omstandigheid had adverteren voor jenever en likeur natuurlijk geen zin meer, behalve dan om de naamsbekendheid onder consumenten een beetje op peil te houden. Net als veel andere distillateurs stopte ook Bootz daarom met adverteren. Alleen voor Tip werd een uitzondering gemaakt. De limerickcampagne werd onverdroten voortgezet. Uiteraard kwamen gedichtjes die inhaakten op de grimmige actualiteit niet voor een prijs (en dus publicatie) in aanmerking. Hooguit was het mogelijk om in limerickvorm het verlangen naar normalere tijden en dus naar vrede te verwoorden, zoals bijvoorbeeld J.G. te Amsterdam deed in juli 1944: Een zeer groot wijsgeer verklaarde / terwijl hij ijverig wijsheid vergaarde:/ “Geeft de bewoners van elk land / een TIP van BOOTZ in den hand / en er is nooit meer oorlog op aarde!”
Anders dan veel mensen denken zijn gedistilleerde dranken tijdens de Tweede Wereldoorlog nimmer op de bon gegaan. Consumenten die het geld er voor over hadden konden deze dranken gewoon bij de slijter blijven kopen, al raakten de schappen van de slijter naarmate de oorlog vorderde wel steeds leger. Buitenlandse distillaten (cognac, rum en arak) alsmede Nederlandse likeuren op basis van buitenlandse grondstoffen, waren vanaf 1942 nauwelijks meer verkrijgbaar.5 Zeker in de laatste oorlogsjaren gold dat consumenten hun geld liever besteedden aan de aankoop van voedingsmiddelen op de zwarte markt dan aan gedistilleerd bij de slijter. Onder die omstandigheden was een gratis fles Tip voor een prijswinnende limerick niettemin mooi meegenomen. Zo’n fles herinnerde aan vooroorlogse tijden en kon eventueel worden geruild tegen sigaretten of andere zaken. In een limerick uit augustus 1944 van mevrouw M.D. de Z. uit Heemstede wordt zijdelings verwezen naar de toenemende gedistilleerdschaarste: Een schat van een meisje in Den Helder / bemin ik – en dus ik vertel ’r / “Liefste trouw maar met mij / ’k ben een goede partij / ’k heb een flesch TIP van BOOTZ in m’n kelder.” In een limerick uit oktober 1944 van mevrouw. J. v.d. W. uit Amsterdam wordt nogmaals de advertentiecampagne zelf becommentarieerd: “Vertel eens” zei een leraar in Goor / “voordat ’k jullie lessen verhoor / wie in ´t Nederlands weet / hoe een limerick heet?”/ “’n Tip van Bootz rijm!” riep men in koor.
In december 1944 besloot Bootz dat adverteren voor Tip geen enkele zin meer had. De Duitse Wehrmacht was inmiddels begonnen met het plunderen van de laatste magazijnvoorraden van Nederlandse distillateurs. Met het gratis weggeven van flessen Tip aan zondagdichters en –dichteressen zou Bootz beslist een verkeerd signaal afgeven. Daarbij was inmiddels in het westen des lands de hongerwinter aangebroken en lag het werk op de distilleerderij wegens gebrek aan brand- en grondstoffen zo goed als stil. Pas na de oorlog kwam de productie weer langzaam op gang. Doordat Bootz tot eind 1944 met advertenties voor Tip is blijven doorgaan was de naoorlogse vraag naar het product zٕó groot dat Bootz die vraag aanvankelijk niet aan kon. Waarschijnlijk heeft echter ook de oranje kleur van Tip sterk bijgedragen aan de naoorlogse populariteit. Ter verdere eer en glorie van Tip zij nog gemeld dat het product genoemd werd in het tijdens de oorlog clandestien gepubliceerde rijmdicht Dieuwertje Diekema (1943) van Kees Stip (1913-2001).6 In deze humoristische, veel gekopieerde en vaak gedeclameerde verzencyclus over een begeerlijke kasteleinsdochter werd in het negende couplet verwezen naar Tip van Bootz: Ik heb Tip van Bootz gedronken in Voorburg / en Kriekenlambiek dronk ik in Geleen / maar liever wil ik nooit meer drinken / ik wil Dieuwertje Diekema alleen.
In juni 1947, ruim vijftien maanden voordat de belangrijkste rantsoeneringsbeperkingen voor gedistilleerd werden opgeheven (september 1948), hervatte Bootz de limerickcampagne voor het product Tip. Daaruit mag voorzichtig worden afgeleid dat Bootz inmiddels weer redelijk kon voldoen aan de vraag. Terwijl de meeste andere distillateurs zich nog gedeisd hielden en hun munitie spaarden voor het moment dat de concurrentiestrijd werkelijk los zou barsten, liet Bootz aan het Nederlandse publiek weten dat “limericks weer gaarne [worden] ingewacht”.
Op 1 januari 1955 werd H. Bootz’ Distilleerderij N.V. overgenomen door N.V. Amsterdamse Likeurstokerij ’t Lootsje der Erven Lucas Bols.7 Na de overname liet Bols bij Bootz alles nog even bij het oude omdat prioriteit gegeven werd aan het integreren en samenvoegen van de marketing- en verkoopafdelingen van twee andere overgenomen distilleerderijen, N.V. Likeurstokerij Wynand Fockink en N.V. P.J.A. Chrispijn & Zoon. Maar nadat de aldus ontstane N.V. Verkoopassociatie der Verenigde Likeurstokerijen (VVL) vorm had gekregen, begon Bols ook de marketing en verkoop van Bootz naar zich toe te trekken. Al snel kwam men tot de conclusie dat er behoorlijk wat sleet zat op de advertentiecampagne voor Tip van Bootz. In eerste instantie (1959) werd een tweesporenbeleid ingezet: handhaving van de vertrouwde limerickadvertenties, zij het alleen nog ter plaatsing op de binnenpagina’s van een beperkt aantal kranten, naast een opvallende reeks cartoonadvertenties getekend door Opland. Een jaar later al werd dat tweesporenbeleid verlaten en werd besloten om definitief met de limericks te stoppen. In januari 1961 verschenen de laatste limerickadvertenties met de vertrouwde ober en zijn dienblad.
In een nieuwe advertentiecampagne werd Tip van Bootz neergezet als “de verrassende 3-in-1 drank”.8 De boodschap waarvan de consument moest worden doordrongen was dat Tip van Bootz een veelzijdig product was: “voor uw aperitief, voor uw cocktail, voor uw long-drink”. Als longdrink werd Tip van Bootz in de jaren vijftig en zestig vooral gemixt met de frisdrank tonic, een combinatie die door Bols Tip-tonic werd gedoopt.9 Helaas hadden de meeste Nederlandse bartenders het niet zo begrepen op Tip van Bootz. Daarvoor was de smaak van het product te weinig uitgesproken. In de vele cocktailboeken uit de jaren vijftig, zestig en zeventig in mijn bibliotheek heb ik vergeefs gezocht naar een recept met Tip van Bootz. Verrassend genoeg trof ik wel een curieus cocktailrecept aan in het literaire tijdschrift Hollands Maandblad. In een speciaal voor dit tijdschrift geschreven feuilleton van Dirkje Kuik (1929-2008) wordt in een Amsterdams café “witte wijn, aangesterkt met Tip van Bootz” gedronken.10
Zoals enigszins viel te verwachten deed de toenemende naoorlogse welvaart Tip van Bootz op den duur geen goed. Naarmate de consumentenkoopkracht toenam, keerden veel Nederlanders zich af van goedkope likeuren als Tip van Bootz. Vooral mannen keerden het product de rug toe. Geleidelijk aan verwierf Tip van Bootz zich de reputatie van een typisch vrouwendrankje: zoet, betrekkelijk laag in alcoholgehalte (in vergelijking met jenever, vieux, whisky en cognac) en een beetje opzichtig (vanwege die oranje kleur).11 Midden jaren zestig deed Bols een ferme poging die reputatie te ontkrachten. Reclamebureau Van Maanen kreeg opdracht een advertentiecampagne te ontwerpen waarin Tip van Bootz werd gepresenteerd als een sympathiek opkikkertje dat bij alle mannen in de smaak viel. Het reclamebureau kwam op de proppen met een verzonnen meisjesfiguur genaamd Tip(je) van Bootz, die met haar invoelend optreden alle mannen om haar vinger wist te winden. Illustrator Jan Kruis (1933-2017) werd ingehuurd om deze Tip(je) van Bootz gestalte te geven. Kruis, die later landelijke bekendheid zou verwerven met zijn strip Jan, Jans en de kinderen voor het damesweekblad Libelle, maakte van Tipje een leuk jong ding met een enigszins ouwelijk hoedje en een vrolijk opgeruimd karakter. Elke strip eindigde ermee dat Tipje haar medemensen in nood een glaasje – en in veel gevallen zelfs een flink glas – Tip van Bootz inschonk. De strips van Tipje verschenen in diverse geïllustreerde weekbladen. Op advies van het reclamebureau werd ook het etiket van Tip van Bootz onder handen genomen: de afbeelding van de Beurs van Berlage, die sinds 1931 het etiket sierde, werd vervangen door een afbeelding van de vrolijke Tipje. Van stripfiguurtje werd Tipje vervolgens tevens een meisje van vlees en bloed in een televisiecommercial die voor het eerst werd uitgezonden op 20 januari 1969.12
Om onnavolgbare redenen hielp Bols drie jaar later (1972) de immer deugdzame Tipje eigenhandig om zeep door een reclameplaatje uit te brengen met een liedje dat een heel andere kant van haar karakter belichtte. In dit carnavalsnummer, gezongen door een gelegenheidsensemble onder de naam De Meestampers, werd Tipje gepresenteerd als een meisje dat op seksueel gebied nogal gewillig is. Lees even mee met het refrein: Ja dat moet Tip-Tip-Tip Tip van Bootz zijn / dat kun je overal aan zien / je ziet het zelfs aan de lijn / Ja dat moet Tip-Tip-Tip Tip van Bootz zijn / die laat zich zomaar pakken / ’t is geen centje pijn.
Componist van het liedje was de Indische Brabander Jack de Nijs (1941-1997), bij het grote publiek beter bekend onder zijn artiestennaam Jack Jersey. De dubbelzinnige tekst was van ene John Sebastiaan (een pseudoniem). Wie het liedje zonder enige voorkennis beluisterde, kon weinig anders dan concluderen dat het over een seksueel ontremd meisje handelde. De meer deugdzame duiding van het liedje was alleen weggelegd voor consumenten die zeer goed bekend waren met het product Tip van Bootz. Die lijn waaraan je Tip-Tip-Tip Tip van Bootz kon herkennen was namelijk de unieke vorm en het profiel van de fles. En dat Tip-Tip-Tip van Bootz zich zomaar door elke man liet pakken sloeg op de vele gebruiksmogelijkheden: ongemengd als aperitief of in de mix als cocktail of longdrink.13 Was het liedje een wanhoopspoging van Bols om van het ‘vrouwendrankje’ Tip van Bootz letterlijk een ‘allemansdrankje’ te maken? Ik denk het, want iets anders kan ik werkelijk niet verzinnen. Ik vrees helaas dat het liedje menige vrouwelijke consument heeft doen besluiten om nooit meer een fles Tip in huis te halen…
Na 1972 is het met Tip van Bootz nooit meer wat geworden. Buitenlandse likeuren verdrongen het roemruchte product langzaam maar zeker naar de marge van het drankenbuffet. De kenmerkende fles werd door Bols op enig moment vervangen door een generieke platte ginfles. Ergens in de jaren tachtig werd Tip door Bols stilletjes de nek om gedraaid. In 1995 kreeg het product van Bols nog eenmaal een herkansing maar die reïntroductie bleek geen succes.14 Zodoende is Tip van Bootz thans een morsdood product dat alleen voortleeft in de herinnering van enkele flessenverzamelaars.
© Peter Zwaal, 2019
Met dank aan Ton Vermeulen, Johan Soetens, Henk Hettinga en Evert Hellebrekers voor commentaar en illustraties. Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in: De Oude Flesch 41 (2019) 157 (2e kwartaal) p.18-25.
Noten
1) Loebas Oosterbeek (1946-2003), auteur van het boekje Innemende mensen en andere klare taal : een drieluik over driehonderdvijftig jaar proeflokaal De Drie Fleschjes (Amsterdam : De Drie Fleschjes, 2000) p.38, noemt 1930 als jaar van introductie. Maar aangezien de eerste advertenties voor Tip van Bootz eind 1931 verschenen acht ik dat een veel aannemelijker tijdstip van introductie. Daarbij geeft ook het Woordenboek der Nederlandse Taal (’s-Gravenhage : Martinus Nijhoff, 1960) dl.17, p.87, onder het lemma “tip” de metonymische aanvulling “Tip van Bootz” met als verklaring “bekende anno 1931 door H. Bootz’ Distilleerderij te Amsterdam in zwang gebrachte reclamenaam van een drank”.
2) Karel Wasch, Glas en kristal (Rotterdam : W.L & J. Brusse’s Uitgeversmaatschappij, 19272) p.41 en 43.
3) Blijkens advertenties uit 1929 moest de consument voor Bootz’ Orangeade Triple Sec in de luxe fles van Frits van Alphen ƒ 5,75 neertellen terwijl hetzelfde product in een gewone likeurfles uitkwam op een bedrag van ƒ 5,40. Algemeen Handelsblad, 26 februari 1929 en De Groene Amsterdammer, 21 december 1929.
4) Th. D. Struyck, Frequentie-studies, Revue der Reclame 2 (1939) 4 (april) p.124.
5) Paul Arnoldussen & Jolande Otten, De borrel is schaarsch en kaal geworden : Amsterdamse horeca 1940-1945 (Amsterdam : Bas Lubberhuizen, 1994).
6) C. Stip, Dieuwertje Diekema : een lied in dertig verzen waar geen woord Spaansch bij is (’s-Gravenhage : L.J.C. Boucher, 1945) p.13.
7) Misset’s vakblad voor de handel in gedistilleerd, wijn, bier, etc. 52 (1955) 2 (25 januari) p.34.
8) “Drie-in-één-drank” is min of meer het tegenovergestelde van “Eén van de Drie”. Onder die laatste merknaam had Bootz decennialang oude jenever verkocht. De merknaam verwees naar het pand De Drie Fleschjes in de Gravenstraat, alwaar Bootz’ distilleerderij en proeflokaal waren gevestigd. Merkenblad 22 (1902) 10 (oktober) p.163 (bijlage Nederlandsche Staatscourant, 1 oktober 1902).
9) In een reeks advertenties uit 1956-1957 en in een serie advertenties uit 1967 werd deze longdrink onder de aandacht van de Nederlandse consument gebracht.
10) W.D. Kuik, De held van het potspel, of Het geheime huwelijk, Hollands Maandblad 13 (1972) 2 (februari) [291] p.30-42, in het bijzonder p.39.
11) De Telegraaf, 14 juli 1987. Veelzeggend is ook dat Wim T. Schippers, de bedenker en tekstschrijver van het humoristische radioprogramma Ronflonflon met Jacques Plafond (1984-1991), één van de figuren uit dit programma, een zekere Weduwe van Beurden, graag Tip van Bootz liet drinken.
12) Revue der Reclame Expres 7 (1969) 4 (22 januari) p.4.
13) De Meestampers, Tip van Bootz & Nog eentje dan… (Roosendaal : Planet Music, 1972).
14) Ton Vermeulen, Bootz [notitie] (Zoetermeer : Het Fluitschip, 2001 met aanvullingen 2003 en 2011).
A short history of Tip van Bootz (summary)
Bottle collectors are familiar with the company H. Bootz’ Distilleerderij N.V. (Amsterdam) because of its famous brown bottle for Orangeade Triple Sec, designed in 1923 by Frits van Alphen. What most collectors do not know is that the Bootz distilling company had a second unique and distinctive bottle for a product called Tip van Bootz (Tip from Bootz). This was a cheaply priced orange-coloured and orange-flavoured brandy, launched by Bootz in 1931 to compensate for the declining sales of its top product Orangeade Triple Sec. With purchasing power of Dutch consumers gradually decreasing, Bootz needed an affordable product to get through the economic crisis of the 1930s. What distinguished Tip van Bootz from other cheap fruit-flavoured spirits and liqueurs was that it had a brand name and a distinctive bottle. This white glass bottle was flat and rectangular shaped with slightly rounded corners and a graceful collar between the body and the neck. Furthermore Bootz did not shy away from advertising for its new brand. Advertising initially focused on the meaning of the brand name and the brand label, containing an image of the famous Amsterdam Stock Exchange building known as the Beurs van Berlage. The advertisement text ran: “A tip after trading hours is only worth something if it is a Tip from Bootz.”
From January 1937 to January 1961 – with an interruption from December 1944 to June 1947 – Tip van Bootz was advertised in a very remarkable way. Consumers could send in limericks to the Bootz distillery. Weekly or biweekly the best limericks were published in small front page newspaper ads, provided of course that they would mention the brand name Tip van Bootz. The result of this long-running advertising campaign was that Dutch people during the mid 20th century strongly associated limericks (as a form of verse) with the brand Tip van Bootz. Due to its orange colour Tip van Bootz was a huge succes in the first post-war years, when Dutch consumers embraced anything that reminded them of the reinstated royal House of Orange-Nassau. In January 1955 the Bootz distillery was taken over by the much larger Bols distilling company (N.V. Amsterdamse Likeurstokerij ’t Lootsje der Erven Lucas Bols). Bols wisely decided to retain the distinctive Tip van Bootz bottle. The limerick campaign however was discontinued in order to rejuvenate the brand image.
As postwar prosperity in the Netherlands grew, consumer preferences changed from lower to higher-quality types of spirits. Especially male consumers found fruit-flavoured brandies such as Tip van Bootz too sweet. They preferred stronger drinks with a less conspicuous colour. By the mid 1960s Tip van Bootz had the reputation of being a women’s drink. Bols responded by emphasizing that Tip van Bootz could also be used in cocktails and long drinks. To charm male consumers, an advertising figure was created called Tipje van Bootz (1965). This attractive young girl featured in a series of comic strips made by Jan Kruis, as well as in a 1969 television commercial. In 1972 Bols commissioned a song about Tipje, which was released on a 7-inch 45 rpm record. The content of this Carnival song was so sexually insinuating that Tipjes reputation – and by extension the brand image of Tip van Bootz – was seriously damaged. In the mid 1970s Bols stopped trying to revitalize the brand. Somewhere in the 1980s the brand was quietly withdrawn from the market. In 1995 the brand was given a final chance by Bols. This reintroduction proved unsuccessful. Tip van Bootz is now a dead brand that only lives on in the memory of a few Dutch bottle collectors.
© Peter Zwaal, 2019