Een choreografie van de geest : over Het boek der illusies (2002) van Paul Auster

Het boek der illusies (2002)

David Zimmer, docent vergelijkende literatuurwetenschap aan een hogeschool in de Amerikaanse staat Vermont, is wat je noemt een levende dode. Zijn vrouw en twee zoontjes van zeven en vier zijn in 1985 om het leven gekomen bij een vliegtuigongeluk. Zimmer weet na die ramp niet hoe hij de draad van zijn leven weer op moet pakken. Eigenlijk wil hij zelfmoord plegen maar daartoe blijkt hij niet in staat. Hij zoekt vergetelheid in drank en dreigt langzaam naar de verdommenis te gaan. Gedachteloos zappend voor de televisie raakt hij op een avond verzeild in een documentaire over komieken uit het tijdperk van de stomme film. Charlie Chaplin, Buster Keaton, Harold Lloyd, dat soort mannen. In de documentaire zit ook een fragment uit een film van de tamelijk onbekende komiek Hector Mann. Zimmer schiet hardop in de lach om dat fragment, dat niet zozeer leunt op slapstick als wel op een “soepel georkestreerde mix van voorwerpen, lichamen en geesten”: de komiek probeert een karweitje te klaren waarbij uiterste zorgvuldigheid geboden is maar wordt daarbij afgeleid door een vrouw en gehinderd door de omstandigheden. Wat dat karweitje is, wie die vrouw is en wat die omstandigheden zijn doet hier niet ter zake, als wel de constellatie van dat geheel. Zo’n anderhalf jaar later bevindt David Zimmer zich namelijk in een volstrekt vergelijkbare constellatie als de komiek in die stomme film. Zimmer is dan bezig met de vertaling van Chateaubriands omvangrijke autobiografie Mémoires d’outre-tombe (1848) maar ziet zich door tussenkomst van een vrouw gedwongen dat precisiewerk te onderbreken en raakt in omstandigheden verzeild die zijn bestaan opnieuw overhoop gooien.

Maar keren we even terug naar het moment dat Zimmer in de lach schiet om dat fragment uit die film van Hector Mann. Dat blijkt een keerpunt in Zimmers zombie-achtige bestaan. Voor het eerst sinds het overlijden van zijn vrouw en twee zoontjes beseft Zimmer dat hij kennelijk nog hangt aan het leven. Hiertoe in staat gesteld door de uitgekeerde levensverzekering van zijn echtgenote zet Zimmer zich aan een op het oog vrij zinloos project dat hem van een levende dode weer een half menselijk wezen maakt. Hij besluit een studie te maken van alle films van Hector Mann en daarover een boek te schrijven. De twaalf films die van Hector Mann bekend zijn bevinden zich in archieven in New York, Rochester, Washington, Berkeley, Londen en Parijs. Om die Europese filmarchieven te bezoeken stapt Zimmer zwaar gedrogeerd in het vliegtuig, daar hij bang is anders zijn zelfbeheersing te zullen verliezen. Het boek dat Zimmer over Hector Mann schrijft beperkt zich tot de films want biografische informatie over de komiek blijkt uiterst schaars en is bovendien niet eenduidig. Daarbij is het een groot raadsel wat er met Hector Mann is gebeurd na het voltooien van diens twee laatste films, Meneer Niemand en Quitte of dubbel (1929). Hector lijkt van de aardbodem te zijn verdwenen en de veronderstelling dat hij inmiddels is overleden lijkt alleszins gerechtvaardigd. Drie maanden nadat Zimmers studie over De stille wereld van Hector Mann in druk is verschenen, krijgt Zimmer een briefje van ene Frieda Spelling, die beweert de vrouw van Hector Mann te zijn. Zimmer wordt uitgenodigd de hoogbejaarde Hector te komen bezoeken op diens ranch in New Mexico.

Zimmer besluit geen gevolg te geven aan die uitnodiging. Hij beantwoordt het briefje wel maar verzoekt de echtgenote van Hector Mann om meer bijzonderheden vooraleer hij eventueel afreist naar New Mexico. Negen dagen later ontvangt Zimmer een meer uitgebreide brief waarin de uitnodiging wordt herhaald en waarin hem wordt meegedeeld dat Hector ook na zijn verdwijning in 1929 is doorgegaan met het maken van films. Hector zou bereid zijn die films op zijn ranch aan Zimmer te vertonen. Ook deze tweede brief weet Zimmer echter niet te verleiden naar New Mexico af te reizen. Hij wil eerst hard bewijs van Frieda Spelling dat Hector nog leeft. Daarbij is hij inmiddels al flink gevorderd met zijn nieuwe project, te weten de vertaling van Mémoires d’outre-tombe. Tot het tegendeel bewezen is, is wat hem betreft Hector Mann net zo dood als Chateaubriand.

Dat Zimmer zijn vertaalarbeid toch onderbreekt en naar New Mexico afreist is omdat hij laat op een avond bezoek krijgt van een mysterieuze vrouw genaamd Alma Grund. Deze vrouw, een paar jaar jonger dan Zimmer met een wijnvlek op haar gezicht, haalt werkelijk alle middelen uit de kast – van dreiging met een vuurwapen tot lichamelijke verleiding – om Zimmer te bewegen spoorslags met haar mee terug te reizen naar New Mexico. Hector ligt namelijk op sterven maar wil graag dat Zimmer nog al zijn films van na 1929 ziet. Met zijn echtgenote Frieda is Hector overeengekomen dat die films onmiddellijk na zijn dood vernietigd zullen worden. Alma is de dochter van de cameraman die Hector terzijde gestaan heeft bij het maken van die films. Zij is geboren op de ranch in New Mexico en werkt al zeven jaar aan een biografie van Hector. Vanwege die biografie is Alma er alles aan gelegen om Zimmer met Hector kennis te laten maken en hem de onbekende films te vertonen. Zij heeft immers een geloofwaardige getuige nodig die het meest ongeloofwaardige aspect van haar biografie bij publicatie kan bevestigen, namelijk dat Hector ook na zijn verdwijning in 1929 is doorgegaan met het maken van films. Op zijn beurt heeft Zimmer ook Alma nodig. Door zich lichamelijk met haar te verenigen wordt Zimmer van een half menselijk weer een heel menselijk wezen.

Wat zich allemaal op die ranch in New Mexico afspeelt zal ik hier niet uit de doeken doen. Evenmin wil ik stilstaan bij alles wat Zimmer via Alma te weten komt over het leven van Hector Mann. Wie een beetje bekend is met de romans van Paul Auster weet dat spiegeling en verdubbeling belangrijke motieven zijn. Art imitates life en life imitates art. Vrijwel altijd is sprake van een verhaal-in-een-verhaal-in-een-verhaal, waarbij de verhaalfiguren opvallend parallelle levens leiden en voorwerpen en situaties uit het ene verhaal terugkeren in het andere verhaal. Het is het literaire Droste-effect, waarbij echt en verzonnen samenvloeien tot één geheel. Auster doet dat razend knap. Hij is een componist die de voorwerpen, lichamen en geesten in de verschillende verhaallagen soepel orkestreert en met elkaar laat resoneren. Auster zelf verwijst in dit verband naar de praktijk van het Middeleeuwse scriptorium. Het scriptorium was de plek waar kloosterlingen handgeschreven teksten kopieerden. Zo ontstonden kopieën van kopieën, die in andere kloosters en bibliotheken terecht kwamen maar die door deskundigen op grond van bepaalde kenmerken toch te herleiden zijn tot het oorspronkelijke scriptorium. Zo is het ook met de “metafictie” die uit Austers pen vloeit: zijn romans en verhalen dragen kenmerken in zich die terug te voeren zijn tot andere romans en verhalen, die weer terug te voeren zijn tot één of meer oerboeken. Hoe dat hele narratieve verband, die “choreografie van de geest”, in elkaar steekt, is een puzzel die Auster slechts ten dele wenst te onthullen. Auster is slim genoeg om vingerwijzingen te geven die ook de minder literair onderlegde lezer kan volgen en begrijpen. Maar er is altijd meer, dat je pas ontdekt als je ook die andere boeken kent of bereid bent ter hand te nemen. Om Het boek der illusies ten volle te kunnen waarderen, is enige kennis van Chateaubriands Mémoires d’outre-tombe bijvoorbeeld onmisbaar. Zo vertelt Chateaubriand in zijn autobiografie dat hij zich op jeugdige leeftijd van het leven heeft willen beroven door zich door het hoofd te willen schieten maar uiteindelijk toch de trekker niet heeft durven overhalen. Precies hetzelfde overkomt de komiek Hector Mann. Een andere, niet te missen inspiratiebron vormt Nathaniel Hawthornes verhaal The birth-mark (1843). Alleen wie dit verhaal goed kent begrijpt waarom Alma Grund, de vrouw met de wijnvlek, aan het eind van Het boek der illusies sterven moet.

Een gevaar dat bij metafictie altijd op de loer ligt, is dat het geheel op den duur aanvoelt als een wat klinische exercitie. Dat gaat ook op voor sommige romans van Auster maar gelukkig niet voor Het boek der illusies. Door de verschillende verhaallagen te kruiden met de juiste doses melodrama en thrillerelementen is Het boek der illusies ook in zichzelf een onderhoudende leeservaring.

© Peter Zwaal, 2019