Op 1 april 1939, enkele dagen nadat de hoofdstad Madrid door de troepen van generalísimo Franco is ingenomen, komt er een eind aan de Spaanse burgeroorlog. Die oorlog heeft bijna drie jaar geduurd en aan meer dan een half miljoen mensen het leven gekost. In de nasleep van de burgeroorlog bezondigen de Franquistas zich aan grootscheepse zuiveringen. Honderdduizenden communisten, socialisten en anarchisten worden opgepakt en in concentratiekampen en gevangenissen opgesloten. Het nieuwe regime stelt zich ten doel Spanje voor eens en altijd te zuiveren van el gen rojo (het rode gen). Tienduizenden worden, meestal na niet meer dan een symbolische rechtsgang, veroordeeld tot de strop of het vuurpeloton. Familieleden worden veelal niet van deze executies op de hoogte gesteld en de lichamen van de geëxecuteerden verdwijnen spoorloos. Zo’n 114.000 aanhangers van de Spaanse republiek staan tot op de dag van vandaag geregistreerd als vermist. Een amnestiewet uit 1977 bepaalt dat zij die in naam van het Franco-regime misdaden hebben begaan, niet meer vervolgd kunnen worden.
De franquistische terreur in de eerste jaren na de burgeroorlog vormt het decor van de roman Los vencidos van de Madrileense auteur Antonio Ferres Bugeda (1924-2020). De Spaanse overheid is in 1960 allesbehalve gelukkig met de inhoud en strekking van Ferres’ roman en verbiedt daarom publicatie. Het Milanese uitgevershuis Feltrinelli publiceert de roman in 1962 in een Italiaanse vertaling (I vinti). In 1965 verschijnt een Spaanstalige exil-uitgave bij de Parijse boekhandel en uitgeverij Librairie du Globe. Antonio Ferres is dan inmiddels zelf ook woonachtig in Frankrijk. De Nederlandse vertaling (De overwonnenen) uit 1966 van Anna Conterno en Hans de Vries is merkwaardig genoeg gebaseerd op de Italiaanse vertaling uit 1962 en niet op de Spaanstalige editie van 1965. Ik kan niet helemaal beoordelen of de vertaling van een vertaling afbreuk heeft gedaan aan Ferres’ grondtekst omdat ik geen Spaanstalige editie van de roman bezit. Ik vermoed echter dat het wel mee zal vallen omdat Antonio Ferres bepaald geen bloemrijk proza schrijft. Lang uitgesponnen zinnen en ingewikkelde metaforen tref je in De overwonnenen niet aan. Spaanse literatuurhistorici rekenen Ferres tot de zogenaamde generación del 50, een groep schrijvers waar ook wel naar wordt verwezen als de generación del realismo social of de generación de la berza (kool). Die laatste benaming slaat op het karige menu waarmee veel van deze schrijvers gedurende hun jeugd- en jongelingsjaren te maken hebben gehad. Het taalgebruik van deze schrijvers is sober en realistisch en in hun romans en verhalen geven ze een onopgesmukt beeld van de ontluisterende armoede en schrijnende onrechtvaardigheid die heersen in het Spanje uit het midden van de twintigste eeuw.
In De overwonnenen volgen we de belevenissen van vier personen, waarbij het perspectief voortdurend heen en weer schiet. Asunción Salinas is een jonge onderwijzeres uit Torrenoblejas, Andalusië, die op zoek is naar haar echtgenoot Antonio Blanco Quilez. Laatstgenoemde heeft zich bij de Republikeinse troepen gevoegd toen de troepen van Franco Torrenoblejas veroverden. Na afloop van de burgeroorlog gaat Asunción op zoek naar haar verdwenen echtgenoot. Zij probeert hiertoe in contact te treden met Federico Vidal García, een Catalaanse arts waarvan bekend is dat hij enige tijd met Antonio is opgetrokken tijdens de verdediging van Madrid. Federico blijkt gedetineerd te zijn in de gevangenis van de Madrileense voorstad Guadalarreal, waar hij zich een positie heeft verworven als assistent van de gevangenisarts. Federico vertelt Asunción dat haar echtgenoot ruim twee jaar eerder ’s nachts uit zijn cel is gehaald en geëxecuteerd. Bij wijze van wederdienst vraagt Federico aan Asunción of zij in contact wil treden met Juanito, een jongen die hij tijdens de strijd om Madrid heeft leren kennen en waarvoor hij een bijzondere genegenheid koestert. Ferres laat in het midden of de relatie tussen Federico en Juanito een homo-erotisch karakter heeft, maar uit diverse vingerwijzingen kan zulks wel degelijk worden opgemaakt. Zo zijn Federico noch de knappe Juanito geïnteresseerd in vrouwelijk schoon. Aan het eind van de roman – het is inmiddels najaar 1944 en de tegenstanders van het Franco-regime putten hoop uit de ineenstorting van het Derde Rijk – neemt Juanito een drastisch besluit: hij verlaat Madrid en trekt de bergen in om zich aan te sluiten bij de guerrilleros anti-franquistas.
De vierde hoofdpersoon van de roman is de ondercommandant van de gevangenis van Guadalarreal. Deze Miquel Armenteros maakt van alle romanpersonages de meest boeiende ontwikkeling door. Hij is de zoon van een Madrileense fabrieksdirecteur en heeft als luitenant der artillerie gediend in het leger van Franco. Zijn vader is door de Republikeinen doodgeschoten. Hoewel Miquel behoort tot de overwinnaars en hij zich voluit achter het Franco-bewind schaart, ervaart hij zijn bestaan als zinloos, hol en leeg. Hij verricht zijn werk met grote tegenzin en walging, scharrelt wat met prostituees, drinkt teveel en verveelt zich mateloos. In zekere zin behoort Miquel ook tot de overwonnenen. Als Miquel een armfractuur oploopt wordt hij geholpen door Federico, die als assistent van de gevangenisarts nuttig werk verricht en zijn positie bovendien gebruikt om te ijveren voor een beter bestaan van zijn medegevangenen. Heel geleidelijk groeit er een soort verstandhouding tussen de gedesillusioneerde Miquel en de idealistische Federico.
Antonio Ferres heeft zijn roman een open einde gegeven. Hoe het met zijn hoofdpersonen afloopt mag de lezer zelf verzinnen. Al lezende bekroop mij vooral de gedachte dat in De overwonnenen een mooi filmscenario schuilgaat. De roman biedt zowel stof voor een spannende gevangenisfilm als een aangrijpend neorealistisch drama. De overwonnenen barst van de dialogen, waarvan de meeste zonder bewerking in het filmscript zouden kunnen worden overgenomen. De structuur van de roman leent zich bovendien uitstekend voor een modern filmvierluik met meerdere verknoopte verhaallijnen. Helaas, helaas, helaas is De overwonnenen een min of meer vergeten roman en is Antonio Ferres een auteur die buiten Spanje nauwelijks bekendheid geniet. Misschien moet daar eerst maar eens verandering in komen. Lezen dus dit boek. En hopen op een heruitgave…
© Peter Zwaal, 2015, 2020, 2022