Drie jaren achtereen (1936-1938) organiseert buurtvereniging Rembrandt in samenwerking met de hoofdstedelijke brouwerijen Heineken, Amstel en Van Vollenhoven aan het begin van de maand december een bokbieroptocht. Buurtvereniging Rembrandt, opgericht in 1914, is een vooral uit middenstanders en horecaondernemers bestaand gezelschap dat zich inzet voor de aantrekkelijkheid en levendigheid van het Rembrandtplein en omgeving (het gedeelte van Amsterdam begrensd door Amstel, Herengracht, Vijzelstraat en Munt). Bedenker van de bokbieroptocht is F.H. Rolff, eigenaar van een winkel in ruitersportkleding in de Vijzelstraat: firma Jb. Rolff anno 1879 handelend onder de naam Het Ruiterhuis.
Eigenlijk had Frederik Herman (Frits) Rolff (1898-1984) in de evenementenmarketing moeten gaan – maar dat vak bestond nog niet – want de man heeft een groot deel van zijn leven besteed aan het bedenken en organiseren van publiekstunts en openbare evenementen, van de Amsterdamse bokbieroptocht (1936) tot een paardendiner op de stoep van het Hilton (1966). Veel door Frits Rolff bedachte stunts en evenementen hebben overigens iets met paarden te maken, wat gezien zijn achtergrond alleszins begrijpelijk is. Ook aan de bokbiertochten kleeft een persoonlijk belang: Frits Rolff is sinds jaar en dag leverancier van de uniforms waarin de bierrijders van de brouwerijen gekleed gaan.
De vooroorlogse bokbieroptochten vinden plaats tussen acht en tien uur ’s avonds. Versierde bierwagens, een harmonieorkest en bierrijders die aangelijnde bokken meevoeren, trekken dwars door Amsterdam naar het Rembrandtplein om aan de burgerij kenbaar te maken dat het bokbier is gearriveerd. Vervolgens trekt de stoet dan door naar Sociëteit NIA van het Amsterdamsch Studenten Corps (Sarphatistraat 3), want ook die studentenvereniging is ten nauwste bij het evenement betrokken. Daar zit wederom Frits Rolff achter, want behalve in ruiterkleding is Het Ruiterhuis ook gespecialiseerd in rokkostuums. De belangrijkste afnemers van rokkostuums zijn de studenten van het ASC.
In 1939 wordt met de nog jonge traditie van de bokbieroptochten gebroken. Waarom is niet duidelijk. Mogelijk dat één van de deelnemende partijen is afgehaakt, mogelijk dat de gemeente Amsterdam vanwege de mobilisatie geen toestemming meer geeft voor dit soort nachtelijke evenementen. Het jaar daarop komen de Nederlandse brouwerijen met elkaar overeen dat brouwgerst en mout alleen nog mogen worden aangewend voor de productie van pilsener, lager en oud-bruin. Zware speciaalbieren als bokbier en stout zijn voorlopig uit den boze. Omdat er geen bokbier meer wordt gebrouwen heeft ook het organiseren van een bokbieroptocht geen enkele zin.
In 1948 wordt er voor het eerst na de oorlog weer bokbier gebrouwen. Met groot succes, want de meeste brouwerijen zijn binnen twee dagen volledig uitverkocht. De Amsterdamse bokbieroptocht wordt pas op vrijdag 1 december 1950 in ere hersteld. Bij deze bokbieroptocht zijn wederom de Amsterdamse brouwerijen en het Comité Rembrandtkwartier betrokken. Ook het Amsterdamsch Studenten Corps is opnieuw van de partij. Corpsleden rijden mee in een auto waarop een beeld van Cambrinus is bevestigd. Verschillende corpsleden dragen bokkenmaskers van papier-maché.
Hoewel de optocht van 1950 veel publiciteit genereert blijft het bij deze eenmalige naoorlogse editie. Onduidelijk is ook nu waarom het niet tot een vervolg komt. Dat de energieke Frits Rolff is afgehaakt is nagenoeg ondenkbaar. Dat de gemeente Amsterdam het evenement met allerlei regeltjes onmogelijk heeft gemaakt is ook niet erg waarschijnlijk. Met name het bureau voor pers, propaganda en vreemdelingenverkeer onder leiding van Mr. Pieter Jan (Piet) Mijksenaar (1901-1975) is dol op activiteiten die weinig kosten maar toch veel aandacht trekken. Moet de schuld dan bij Heineken en Amstel worden gezocht? (Van Vollenhoven bestaat inmiddels niet meer: die brouwerij is in 1941 door Heineken en Amstel overgenomen en in 1949 gesloten). Ook dat is niet aannemelijk: de bokbieroptocht kweekt immers veel goodwill bij horecaondernemers en consumenten. De enige dwarsligger die ik kan bedenken is het Centraal Brouwerij Kantoor, dat alle acties waarbij individuele brouwerijen zich profileren wil uitbannen ten gunste van collectieve bierreclame en -promotie. Ook de bokbieroptocht in Amsterdam (net als trouwens die in Zuid-Limburg) moet daaraan geloven.
© Peter Zwaal, 2013