Coca-Cola bottelaar verslikt zich in popfestival (1970)

Poster van het popfestival ontworpen door Alan Aldridge.

Poster van het popfestival ontworpen door Alan Aldridge.

Bottelo-fabriek aan de 's-Gravelandseweg te Schiedam, 1974.

Bottelo-fabriek aan de ‘s-Gravelandseweg te Schiedam, 1974.

Herinneringsmonument aan het popfestival, ontworpen door John Blaak (2013).

Herinneringsmonument aan het popfestival, ontworpen door John Blaak (2013).

 

 

 

 

 

 

In de zomer van 1970 vindt in Rotterdam het eerste meerdaagse popfestival op Europese bodem plaats. Op 26, 27 en 28 juni bezoeken tussen de 75.000  en 100.000 mensen het festivalterrein in het Kralingse Bos om te luisteren naar bands als Pink Floyd, Santana, The Byrds en Jefferson Airplane. Het evenement wordt georganiseerd door de Stichting Holland Pop Festival, waarachter de redelijk onervaren Delftse impresario Berry Visser en de verkoper-vertegenwoordiger Georges Knap schuil gaan.

Voor de organisatie van het popfestival, dat in de tijd ongeveer samenvalt met de manifestatie C’70 (waarbij de havenstad een kwart eeuw wederopbouw viert), heeft het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk (CRM) een subsidie van 50.000 gulden uitgetrokken. Visser en Knap beseffen dat ze het met die subsidie niet zullen redden en gaan op zoek naar sponsors. Ze kloppen aan bij het bedrijf Bottelo N.V. (Schiedam), franchise bottelaar van The Coca-Cola Company voor Rotterdam en wijde omgeving. Het bedrijf produceert ongeveer een kwart van alle Coca-Cola, Fanta en Sprite voor Nederland. Visser wil eigenlijk liever niet in zee met een commerciële geldschieter, maar staat met zijn rug tegen de muur. De tijd dringt, de organisatoren komen handen tekort en de regeling die Bottelo-directeur J.A.P.C. Smijers (1925-2001) voorstelt is verleidelijk: een lening van 50.000 gulden ter financiering van de aanloopkosten. Met dat geld kan Visser de bands aanbetalen die tijdens het festival een optreden zullen verzorgen. Als tegenprestatie krijgt Bottelo de exclusieve rechten op buffetexploitatie op het festivalterrein.

Holland Pop Festival (foto ANP)

Holland Pop Festival (foto ANP)

Maar naarmate de datum van het popfestival nadert lopen de kosten op: de bands die Visser contracteert eisen steeds hogere bedragen terwijl ook de kosten voor podiumbouw en toiletvoorzieningen de pan uitrijzen. Daardoor zien de organisatoren zich genoodzaakt bij Bottelo-directeur Smijers aan te kloppen om additionele financiering. Smijers, voor wie ook geen weg meer terug is, doet met een bezwaard gemoed telkens nieuwe financiële toezeggingen en garantiestellingen in de hoop dat het festival voldoende betalende bezoekers zal trekken zodat de rekening uiteindelijk weer vlak loopt. Alles bij elkaar genomen stelt Bottelo zich garant voor uitgaven van de Stichting Holland Pop Festival ter waarde van zo’n 1.250.000 gulden. Wat Smijers onvoldoende lijkt te beseffen is dat Bottelo kwetsbaar is: het bedrijf heeft zich in voorgaande jaren behoorlijk in de schulden gestoken vanwege de bouw van een moderne bottelarij en de aanschaf van een nieuw machinepark.

Artistiek gezien is het Holland Pop Festival een groot succes. Voor veel jongeren die behoren tot de hippie-generatie is het een onvergetelijke gebeurtenis. De weergoden zijn het festival iets minder welgezind: zon en regen wisselen elkaar af. Financieel loopt het ‘Nederlandse Woodstock’ uit op een daverend debacle. De toegangsprijs tot het festivalterrein bedraagt 35 gulden (in de voorverkoop) dan wel 40 gulden (aan de kassa). Vele tienduizenden bezoekers slagen er echter in om zonder kaartje binnen te komen. Niet alleen laat de afrastering te wensen over maar ook blijken de ingehuurde Feyenoord-suppoosten, die als stewards worden ingezet, niet allemaal zuiver op de graat. Sommigen gooien het met belangstellenden op een akkoordje en laten hen voor lagere bedragen toe, waarbij ze de ontvangen entreegelden in eigen zak steken. Uiteindelijk passeren slechts 27.000 bezoekers op reguliere wijze de kassa.

Van de door Bottelo verstrekte leningen en garantiestellingen blijkt de Stichting Holland Pop Festival uiteindelijk zo’n 310.000 gulden niet te kunnen terugbetalen. De aandeelhouders en commissarissen van het bedrijf Bottelo zijn not amused. Dat veel bezoekers van het Kralingse popfestival hun dorst drie dagen lang uitslui­tend met blikjes Coca-Cola hebben gelest, is slechts een pleister op de wonde. Directeur Smijers van Bottelo krijgt op 3 november 1970 zijn congé. De Stichting Holland Pop Festival gaat failliet. Het bedrijfje Mojo van Berry Visser, dat de kaartverkoop regelt, wordt niet in het faillissement meegesleurd en ontpopt zich in de jaren zeventig en tachtig tot Nederlandse marktleider op het gebied van concertorganisatie.

Op 21 september 2013 wordt in het Kralingse Bos een herinneringsmonument aan het popfestival onthuld.

© Peter Zwaal, 2013