Male parta male dilabuntur. Bien mal acquis ne profite pas. Unrechter Gewinn ist bald dahin. Ill-gotten goods seldom prosper. Gestolen goed gedijt niet. Een gezegde dat in bijna alle talen van de wereld voorkomt moet wel uitdrukking geven aan een diepgeworteld moreel besef dat mensen overal ter wereld met elkaar delen. Maar tegelijkertijd zal iedereen erkennen dat diefstal in sommige gevallen best te billijken is. Mensen stelen soms uit noodzaak omdat ze geen andere mogelijkheid zien om te overleven. Bisschop Muskens van Breda vond in 1996 dat het stelen van brood geoorloofd is als mensen honger hebben – wat de meeste bakkers overigens niet met hem eens waren. Ook stelen mensen soms uit frustratie, omdat ze vinden dat iets hun toekomt vanwege jarenlange opofferingen, ontberingen of vernederingen die in dit ondermaanse bestaan op generlei wijze worden vergoed of gecompenseerd. Meestentijds stelen mensen echter uit opportunisme en is het de gelegenheid die de dief maakt (l’occasion fait le larron, Gelegenheit macht Diebe, opportunity makes the thief). En hoe zit het met stelen van een dief of van een misdaadsyndicaat? Is dat net zo verwerpelijk als stelen van een eerlijk mens of van een eerzaam middenstander? Door te stelen van een dief wordt immers de rechtsorde in zekere zin hersteld, ook al wordt met het bestelen van de dief het oorspronkelijke slachtoffer nog niet gecompenseerd. En stelen van de rijken om het aan de armen te geven volgens het Robin Hood-principe – is dat toelaatbaar? Ook daarover lopen de meningen sterk uiteen, zelfs al wijst onderzoek uit dat dergelijk sociaal banditisme – de term is afkomstig van de Engelse historicus Eric Hobsbawm – vooral een folkloristisch verzinsel is en nauwelijks wortelt in de realiteit.
Titta di Girolamo, de bijna 50-jarige hoofdpersoon van Paolo Sorrentino’s film Le conseguenze dell’amore (2004), heeft zeeën van tijd om zich te verdiepen in moraalfilosofische bespiegelingen over diefstal en banditisme, recht en onrecht. Titta is kort voor Battista en verwijst dus naar Johannes de Doper, de boeteprediker die eenzaam in de woestijn van Judea leefde, een kleed van kamelenhaar droeg en sprinkhanen at. Girolamo is de Italiaanse variant van Hiëronymus. Ook dat was volgens de legende een heilige die het kluizenaarschap prefereerde en die zijn levensdagen sleet in een grot in Bethlehem. Op het eerste gezicht leidt Titta di Girolamo (een meesterlijke rol van Toni Servillo) inderdaad het bloedeloze en eentonige leven van een heremiet: hij leeft al acht jaar gescheiden van vrouw en kinderen in een hotel in Lugano, waar hij dagelijks vanuit dezelfde stoel in de lobby de buitenwereld observeert, schaakproblemen bestudeert en zich verder zo min mogelijk inlaat met de overige hotelgasten. ’s Nachts worstelt hij met een slaapprobleem. Titta’s verblijf in het Zwitserse hotel is inderdaad een soort van boetedoening, al wordt dat pas tegen het einde van de film onthuld en is deze boetedoening zeker niet vrijwillig. Acht jaar geleden heeft Titta als tussenpersoon voor de Siciliaanse maffia een bedrag van 250 miljard lire (destijds zo’n 258 miljoen gulden) nogal ongelukkig belegd waardoor binnen een paar uur het grootste deel van dit bedrag in rook is opgegaan. In verband met deze financiële miskleun heeft de capo di tutti capi beslist dat Titta bij wijze van straf zijn dagen in Zwitserland moet slijten als geldloper van de Cosa Nostra.
Op gezette tijden wordt in Titta’s hotelkamer een koffer met dollars bezorgd, die hij vervolgens met gezwinde spoed naar een deftige Zwitserse bank overbrengt. Sorrentino laat in een prachtige (later in de film nogmaals herhaalde) sequentie van beelden zien hoe de onopvallende en teruggetrokken Titta plotsklaps tot leven komt en vaardig en routineus zijn tocht naar de bank onderneemt. Daar staat hij erop dat de miljoenen dollars door het bankpersoneel handmatig worden geteld. Als de bankmanager aan Titta vraagt waarom dit arbeidsintensieve karwei niet met een telmachine mag geschieden, antwoordt Titta: “Je moet nooit je vertrouwen in de mensheid opgeven. Dat zou een hele kwalijke zaak zijn.” Een op het eerste gezicht sympathiek standpunt, waarachter echter een sinister dreigement schuilgaat. In de Cosa Nostra draait alles om vertrouwen en wie dat vertrouwen beschaamd speelt met zijn leven.
Ondertussen heeft Sorrentino dan al beetje bij beetje prijs gegeven dat Titta di Girolamo allerminst de heilige droogkloot is waarvoor de meeste mensen hem verslijten. In een voice over verklapt Titta bijvoorbeeld dat hij al vierentwintig jaar iedere woensdag om 10.00 uur zichzelf een shot heroïne toedient en dat hij één keer per jaar zijn bloed in een dure privékliniek laat spoelen. In een latere scène zien we hoe de voormalige eigenaar van het hotel – een bejaarde man die samen met zijn echtgenote eveneens zijn dagen in ledigheid slijt in het hotel – publiekelijk door Titta wordt vernederd. De man speelt al jaren vals tijdens spelletjes kaart, een praktijk die Titta op het spoor is gekomen omdat hij het bejaarde echtpaar uit verveling afluistert. Dat achter Titta’s uiterlijk van grijze muis een gevaarlijk man schuilgaat, blijkt uit een andere scène, waarin de hotelmanager nieuwsgierig informeert naar het beroep dat Titta in staat stelt om al acht jaar lang vol pension in het hotel te wonen. Deze indiscrete vraag wordt door Titta behendig gepareerd met het voorstel elkaar wederzijds hun diepste geheim op te biechten. De hotelmanager aarzelt op dit voorstel in te gaan maar vertelt Titta vervolgens dat hij weleens een paar ski’s van een wildvreemde heeft gestolen. Titta riposteert met de confessie dat hij als 20-jarige het tomatenpapje van zijn hongerige en huilende halfbroertje heeft opgegeten. Objectief gezien is dat een misdaad die veel minder erg is dan de diefstal van een paar ski’s maar gevoelsmatig ligt dat natuurlijk anders. Op subtiele wijze maakt Titta zo kenbaar dat meedogenloze wreedheid hem niet vreemd is en dat de hotelmanager hem maar beter niet kan tarten.
Het geregelde maar weinig opwindende bestaan van Titta wordt door een tweetal gebeurtenissen rigoureus overhoop gegooid. De eerste stoorzender is – als zo vaak – de liefde. Aangemoedigd door zijn halfbroer Valerio, die hem in het hotel opzoekt, laat Titta zijn afstandelijke houding tegenover een beeldschone barmedewerkster van het hotel geleidelijk varen. Nadat hij eerst een paar schoenen voor deze Sofia (Olivia Magnani) heeft gekocht en vervolgens zijn heroïnegebruik aan haar heeft opgebiecht, gaat hij er tenslotte toe over een peperdure BMW voor haar te kopen. De auto is een geschenk ter gelegenheid van het feit dat zij haar rijbewijs heeft gehaald. De aanschaf van de auto wordt bekostigd door 100.000 dollar achter te houden uit een koffer die Titta op de bank moet bezorgen. In een ijzersterke scène wordt getoond hoe het gemis van dit bedrag uiteraard ontdekt wordt bij het tellen van het geld maar hoe Titta, met een weergaloos staaltje blufpoker, het bankpersoneel ertoe beweegt deze onregelmatigheid toe te dekken. Sofia vindt dat ze de dure BMW eigenlijk niet kan aannemen maar doet dat uiteindelijk toch. Gestolen goed gedijt echter niet – daar begon ik mijn verhaal mee en het is ook de moraal die Sorrentino in zijn film vervlecht. Op zo’n beetje haar eerste rit met de BMW krijgt Sofia een ernstig ongeluk. Daardoor verschijnt ze niet op een afspraak met Titta ter gelegenheid van diens vijftigste verjaardag en verkeert Titta in de veronderstelling dat Sofia uiteindelijk niets om hem geeft.
Een tweede gebeurtenis die Titta’s bestaan verstoort is de komst van een paar ploertige Sicilianen. Deze huurmoordenaars zijn door de Cosa Nostra op zijn dak gestuurd. Niet om hem te straffen voor het achterhouden van 100.000 dollar – die misdaad is dan nog niet eens door Titta begaan – maar om iemand anders in Zwitserland te liquideren. De geriefelijke hotelkamer van Titta moet als uitvalsbasis voor deze liquidatie dienen. Natuurlijk hebben de twee huurmoordenaars snel door waaruit Titta’s werkzaamheden bestaan en onder dwang van een pistool beroven zij hem van een koffer met 9 miljoen dollar. Door razendsnel nadenken en koelbloedig handelen weet Titta echter te voorkomen dat beide mannen zich met de koffer uit de voeten kunnen maken. De huurmoordenaars worden door Titta zonder pardon dood geschoten. Ook hen levert het gestolen goed dus helemaal niets op.
Als Sofia tot zijn grote teleurstelling niet komt opdagen op het afgesproken tijdstip neemt Titta het vliegtuig naar Palermo. Eerder heeft hij zijn contactpersoon bij de Cosa Nostra telefonisch verteld dat de twee huurmoordenaars hem beroofd hebben van de koffer met 9 miljoen dollar. In Palermo moet hij daarover tekst en uitleg verschaffen aan de capo di tutti capi. Ditmaal neemt Titta niet zijn toevlucht tot bluf maar tot roekeloze eerlijkheid. Hij vertelt de maffiabaas precies wat er is voorgevallen en dat hij de diefstal van de koffer met geld eigenhandig heeft verijdeld. Verbaasd vraagt de maffiabaas hem waarom hij die 9 miljoen dollar dan niet gewoon naar de bank heeft gebracht zodat Titta zichzelf een vlucht naar Palermo had kunnen besparen. Titta antwoordt daarop dat hij het geld niet wil teruggeven: “Jullie hebben mijn leven gestolen, daarom steel ik jullie koffer.” “Maar zonder koffer geen leven,” geeft de maffiabaas hem daarop te verstaan. Titta is zich daar ter dege van bewust maar is niet van zins te vertellen waar de koffer is of wat hij ermee gedaan heeft. In een laatste spectaculaire scène, die doorsneden wordt door verschillende verhelderende flashbacks (waaronder één die laat zien welke bestemming Titta aan de koffer heeft gegeven), ondergaat Titta moedig en vastberaden zijn onontkoombaar einde: vastgekneveld en hangend aan een touw laat een kraan hem langzaam afzinken in een container met nat beton. “Er is moed voor nodig om spectaculair te sterven” heeft Titta veel eerder in de film verklaard. Titta weet die moed op te brengen en sterft zoals het een heilige betaamd.
Le conseguenze dell’amore is een grandioze en stijlvolle film die ingenieus gemonteerd is. Het enige bezwaar is misschien dat de film wat traag op gang komt. Wie zich echter vastbijt in het raadselachtige personage Titta di Girolamo, wordt daarvoor in de tweede helft van de film rijkelijk beloond. En ook terugkijken loont. Zo viel mij bij pas bij herzien van de film de scène op waarin Titta peinzend naar een kraan staart waaraan een container hangt.
© Peter Zwaal, 2016
Voor meer informatie: http://www.imdb.com/title/tt0398883/
Bioscooptrailer: https://www.youtube.com/watch?v=dYRXToM89qA