Les amitiés particulières was in 1964 één van de eerste Franse films met een duidelijk homoseksuele thematiek, zij het dat van enige expliciete seksualiteit in dat tijdsgewricht natuurlijk nog geen sprake kon zijn en alles dienaangaande aan de verbeelding van de toeschouwer moest worden overgelaten. De film van regisseur Jean Delannoy (1908-2008) over het verschijnsel van bijzondere vriendschappen op een Frans kloosterinternaat rond 1925 kreeg bij verschijnen een gemengde ontvangst. Les amitiés particulières beleefde zijn première tijdens het 25e filmfestival van Venetië waar het publiek enthousiast reageerde maar de reacties van filmcritici nogal uiteen liepen. Ook de in Venetië aanwezige Nederlandse filmpers reageerde verdeeld. Zo beoordeelde Hans de Witte van De Volkskrant de film als een bijna-meesterwerk, dat slechts ontsierd werd door enkele pathetische uitglijders. Maar “nader tot het leven dan met een film als deze kan men nauwelijks komen”. [1] Zijn collega C.B. Doolaard van Het Parool was wat minder enthousiast. Hij vond Les amitiés particulières zeker geen slechte film maar meende dat het melodramatische slot wel veel bedierf.[2] Ronduit negatief was filmcriticus Harry Visscher van De Tijd-Maasbode. Hij was van mening dat Les amitiés particulières alleen in dramaturgisch opzicht voldeed maar verder blonk de film niet uit door een bijzondere vormgeving en ontbeerde de regisseur een oorspronkelijke visie op het onderwerp.[3] Vooral in laatstgenoemde kritiek klonk sterk het oordeel door van François Truffaut (1932-1984). De voorman van de Nouvelle Vague had allerminst een hoge pet op van Delannoy, die hij bestempelde als een typische representant van de oude cinéma de papa en niet als een oorspronkelijk filmauteur. Hoe men meer dan een halve eeuw geleden ook tegen Les amitiés particulières moge hebben aangekeken, de vraag die mij bij het bekijken van oude speelfilms vooral bezig houdt is of ze ook een beetje de tand des tijds hebben doorstaan. Hebben regisseur, cameraman, monteur en andere betrokkenen destijds een werk afgeleverd dat in staat is gebleken de stilistische waan van de dag te trotseren en kunnen ook latere generaties nog genoegen beleven aan het verhaal en de plotontwikkeling? Dat laatste is wat Les amitiés particulières betreft duidelijk het geval want op de website IMDb oogst de film een hoge gemiddelde waardering van 7,6.[4]
De film Les amitiés particulières volgt in grote lijnen het verhaal van het gelijknamige romandebuut van Roger Peyrefitte (1907-2000) uit 1944, dat in 1966 in Nederlandse vertaling verscheen onder de titel Verholen vriendschap.[5] Ik heb die vertaling nooit gelezen maar heb zowel een groot probleem met het titelwoord verholen als met het enkelvoud vriendschap. Natuurlijk gaat de roman van Peyrefitte over vriendschap die zich in het verborgene afspeelt maar dat verholen, geheime, niet-publieke aspect was zeker niet het enige dat lijnrecht inging tegen de mores van kloosterinternaten en seminaries. Een ander aspect was dat vriendschap nooit exclusief (à deux) mocht zijn en misschien nog wel belangrijker was dat vriendschap nimmer ingegeven mocht zijn of vertroebeld mocht worden door seksuele intenties en verlangens (manifest dan wel latent aanwezig). Voor elke vriendschap die wel exclusief was en/of zich in het verborgene afspeelde en waarbij mogelijk – MOGELIJK! – één of andere vorm van seksualiteit om de hoek kwam kijken, werd door kloosterinternaten en seminaries de term “bijzondere vriendschap” gehanteerd. Zowel in de roman van Peyrefitte als in de film van Delannoy staat één zo’n bijzondere vriendschap centraal, die tussen de 14-jarige adellijke Georges de Sarre en de 12-jarige Alexandre Motier, leerlingen van het door Jezuïeten geleide Collège Saint-Claude. Maar daar tussendoor spelen ook enkele andere bijzondere vriendschappen een rol, die van grote invloed zijn op het verhaal en de karakterontwikkeling van met name Georges de Sarre. Zo is er de bijzondere vriendschap tussen twee andere jongens, Lucien Rouvière en André Ferron, die door Georges verraden wordt met als gevolg dat één van de betrokkenen van het internaat wordt verwijderd. Voorts struikelt ook één van de paters Jezuïeten door eigen toedoen over de regel dat binnen de muren van het internaat geen bijzondere vriendschappen mogen worden onderhouden, al is wederom Georges instrumenteel betrokken bij het openbaren daarvan.
Het is vooral die dubbelzinnige rol van Georges – enerzijds slachtoffer van de manipulaties van de paters Jezuïeten, anderzijds zelf manipulator – die maakt dat Les amitiés particulières als film nog steeds intrigeert. Door welk mengsel van oprechte vroomheid, adellijke arrogantie, platte jaloezie, hooggestemde vriendschap en grotendeels onbegrepen seksualiteit wordt Georges gedreven? Dat is de vraag die zich naarmate het drama zich ontvouwt steeds sterker aan de toeschouwer opdringt. Andere interessante rollen zijn weggelegd voor pater Lauzan, de biechtvader van zowel Georges als Alexandre, en voor de door verboden gevoelens bevangen pater De Trennes. Ook zij manipuleren er lustig op los met intenties die niet altijd even zuiver zijn (pater De Trennes) of die misschien wel zuiver zijn maar helaas catastrofaal uitpakken (pater Lauzan). Dat het verbod op het onderhouden van bijzondere vriendschappen alle bewoners van kloosterinternaten – zowel leerlingen als docenten – veel meer kwaad dan goed berokkend heeft mag ondertussen wel als een niet te weerleggen gegeven worden beschouwd. Als het wereldwijde misbruikschandaal in de rooms-katholieke kerk één ding heeft aangetoond dan is het wel dat seksualiteit een oerkracht is die zich nooit helemaal door religieuze mores laat beteugelen.
Nog even terug naar de film en wel naar de vraag waarom Les amitiés particulières in Nederland nooit een bioscooproulement heeft gekregen. Misschien dat de gemengde reacties van de heren critici die de film in Venetië zagen daarvoor verantwoordelijk waren. Mogelijk dat Nederlandse bioscoopexploitanten meenden dat het publiek niet warm meer zou lopen voor een nog in zwartwit geschoten film. Maar bepaald ook niet ondenkbaar is dat exploitanten die de film wel op zicht ontvingen, zich hoogst ongemakkelijk hebben gevoeld over de relatie waar alles in de film om draait en dus na ampel beraad besloten af te zien van een roulement. Ik zal niet verhullen dat ook mij een ongemakkelijk gevoel bekroop bij het zien van de ontluikende jongensliefde tussen Georges en Alexandre. Waar de toeschouwer namelijk wordt geacht te geloven dat het leeftijdsverschil tussen beiden slechts enkele jaren bedraagt, is dit voor het oog zichtbaar groter. Francis Lacombrade die de rol van Georges speelt, was ten tijde van de opnamen 20 of 21 terwijl zijn tegenspeler Didier Maudepin, in de rol van Alexandre, 12 jaar oud was. Dat geeft de relatie een duidelijk pederastisch tintje en maakt de identificatie met de figuur van Georges voor veel toeschouwers lastig. Voeg daarbij nog de scandaleuze reputatie van schrijver Roger Peyrefitte, die op de set van Les amitiés particulières kennis had gemaakt met een minderjarig figurantje met wie hij vervolgens een relatie was begonnen.[6] Ontluikende jongensliefde, dat was voor de Nederlandse bioscopen halverwege de jaren zestig een onderwerp dat balanceerde op het randje van toelaatbaar. Een drama dat riekte naar of verknoopt was met pederastie, dat was simpelweg ondenkbaar.
© Peter Zwaal, 2018
[1] H. de Witte [= Johannes Wilhelmus (Hans) de Witte (1931-2015)], Oude Franse garde heeft succes in Venetië, De Volkskrant, 2 september 1964.
[2] C.B. Doolaard [= Cornelis Bernardus (Cees) Doolaard (1923)], Oorlog op hoog niveau, Het Parool, 3 september 1964.
[3] H.S. [= Harm Saake (Harry) Visscher (1919-2006)], Geen interessante films meer in Venetië, De Tijd-Maasbode, 9 september 1964.
[4] Dit waarderingscijfer is het gemiddelde van 2.312 beoordelingen (22 januari 2018).
[5] Roger Peyrefitte, Les amitiés particulières (Paris : Jean Vigneau, 1944). Nederlandse vertaling van Dolf Verroen: Verholen vriendschap (Utrecht : Bruna, 1966) [Zwarte beertjes ; 913]. De film volgt niet in alle opzichten het verhaal van de roman. Het grootste verschil is dat de 12-jarige Alexandre zich in de roman van het leven berooft door het innemen van vergif terwijl hij in de film uit een rijdende trein springt.
[6] Peyrefitte zou deze Alain-Philippe Malagnac d’Argens de Villèle (1951-2000), die in de film figureert als koorknaap, later in dienst nemen als zijn persoonlijk secretaris en hem uiteindelijk adopteren als aangenomen zoon.
Voor meer informatie: http://www.imdb.com/title/tt0057842/
Voor de complete speelfilm (met Engelse ondertiteling): https://www.youtube.com/watch?v=Bzr0UhnHTbw