Op 20 januari 1935 is de bekende Nederlandse folklorist Dirk Jan ( Dick) van der Ven (1891-1973) aanwezig bij de installatie van schrijver Antoon Coolen (1897-1961) als beschermheer van het Sint-Antonius Abtgilde te Deurne. De installatie vindt plaats in huize ‘De Romeijn’, waar de schrijver twee jaar eerder zijn intrek heeft genomen. Samen met de hoofdman (in het midden achter de tafel) en de overige leden van het schuttersgilde brengt Coolen (rechts achter de tafel) een heildronk uit op het gilde. De installatie van Coolen vindt plaats op de zogenaamde teerdag van het gilde. Tijdens deze teerdag, die gehouden wordt op of rond de feestdag van schutspatroon Sint-Antonius Abt (17 januari), worden de overtollige financiële middelen van het gilde omgezet (‘verteerd’) in een schuttersmaaltijd waarbij veel bier wordt gedronken.
Folklorist Dick van der Ven is buitengewoon geïnteresseerd in de geschiedenis van de Brabantse en Limburgse schuttersgilden en toont zich in de jaren twintig en dertig een hartstochtelijk pleitbezorger en propagandist van deze gilden. Hij publiceert artikelen en geeft lezingen over het onderwerp en stelt in 1931 voor N.V. Stoomtabaksfabriek Th. Niemeyer (Groningen) een plaatjesalbum samen over de schuttersgilden. Van der Ven is in 1930 ook de belangrijkste inspirator achter de heroprichting van het Deurnese Sint-Antonius Abtgilde.
Het Deurnese schuttersgilde, dat terugvoert op een al in de Middeleeuwen bestaande broederschap, ziet in de landelijk bekende schrijver Antoon Coolen een ideale schutspatroon. In diverse boeken van Coolen spelen Deurne en het Brabantse volksleven een belangrijke rol. Ook heeft Coolen een zekere affiniteit met bier, de drank die ten nauwste met schuttersfeesten en teerdagen is verbonden. De vader van de schrijver, Johannes Hendrikus Antonius (Jan) Coolen (1858-1934), is namelijk brouwersknecht en brouwmeester geweest in brouwerijen te Mierlo, Wijlre, Hilvarenbeek en Zevenbergen, alvorens hij zich in 1903 in Deurne vestigt als kruidenier.
In een artikel uit januari 1941 haalt Van der Ven herinneringen op aan de teerdag waarop Coolen geïnstalleerd is als beschermheer van het Sint-Antonius Abtgilde. Van der Ven vertelt hoe de huishoudster van Coolen zich na afloop van de bijeenkomst bij hem beklaagt over de modder en sigarettenas die de gildebroeders in de woning van hun beschermheer hebben achtergelaten. Belangwekkender dan Van der Vens herinneringen aan deze bijeenkomst is het periodiek waarin hij deze anekdotes publiceert: het nationaal-socialistisch georiënteerde weekblad De Weg. Hoewel Van der Ven geen lid is van de NSB of van andere nationaal-socialistische groeperingen, leidt een combinatie van pragmatisch eigenbelang en politieke naïviteit hem tijdens de oorlog in troebel vaarwater. Na de oorlog wordt een onderzoek ingesteld naar de betrekkingen die Van der Ven met het nationaal-socialistisch regime heeft onderhouden. De uitkomst van dat onderzoek is dat hij in januari 1947 buiten vervolging wordt gesteld omdat niet gebleken is dat hij de ideologie van het nationaal-socialisme is toegedaan geweest.
© Peter Zwaal, 2013