
Bottelarij van de firma G. Brault, Courbière & Co., producent van het mineraalwater Couzan Brault, circa 1930.
De Zwitserse schilder en graficus Félix Vallotton (1865-1925), die vanaf 1882 woonachtig was in Parijs, wordt gerekend tot de zogenaamde Nabis, de groep van post-impressionisten rond Pierre Bonnard en Edouard Vuillard. In de vroege schilderijen en houtsneden van Vallotton is de ‘lyrisch-decoratieve’ invloed van de Nabis onmiskenbaar maar in de portretten, naakten, landschappen, interieurs en stillevens die Vallotton na 1905 schilderde werd zijn stijl gaandeweg meer expressionistisch.In 1899 trouwde Vallotton met Gabrielle Rodrigues-Henriques, dochter van een bekende Parijse kunsthandelaar. Gabrielle was een weduwe en moeder van drie kinderen. Op het afgebeelde schilderij zit Gabrielle rechts. Twee van Gabrielles kinderen – haar 15-jarige oudste zoon Max en haar 7-jarige dochter Madeleine – zijn eveneens goed zichtbaar in het schijnsel van de lamp. Onzichtbaar voor de toeschouwer en toch ook weer niet is de schilder zelf, wiens contouren een theatrale leegte scheppen in het midden van het schilderij. Het zwarte gat waarin de schilder lijkt te zijn verdwenen, zou volgens kunsthistorici en biografen van Vallotton het psychologische ongemak symboliseren dat de schilder in 1899 ervoer in zijn nieuwe rol als kostwinner en gezinshoofd. In latere brieven heeft Vallotton zich zeer gedesillusioneerd over zijn huwelijk en gezinsleven uitgelaten omdat hij zich door vrouw en stiefkinderen behandeld voelde als een ‘quantité négligeable’. Een treffender uitdrukking is nauwelijks denkbaar voor de plaats die Vallotton op dit schilderij, temidden van vrouw en stiefkinderen, inneemt.Bekijken we dit schilderij niet met kunsthistorische maar met branchehistorische ogen, dan valt vooral de mineraalwaterfles op. Duidelijk leesbaar op het etiket is het woord ‘Couzan’, dat de herkomst van het mineraalwater verraadt. Op tafel staan verder een wijnfles en een likeurflesje. Het drinken van gebotteld mineraalwater bij de maaltijd was rond 1900 onder de gegoede Franse burgerij reeds zeer gebruikelijk. Mineraalwater werd niet alleen gedronken om de smaak te neutraliseren maar ook omdat het de spijsvertering bevorderde.
Sail-sous-Couzan, in het departement van de Loire op circa 500 kilometer van Parijs, is een gemeente die rijk is aan mineraalwaterbronnen. Al in 1818 werd in Sail-sous-Couzan een ‘station balnéaire’ (thermale badinrichting) in gebruik genomen. Deze inrichting werd in de zomermaanden bezocht door welvarende burgers uit Parijs en andere Franse steden. De inrichting beschikte over tientallen bad-, douche- en stoomkabines, er was een zaal waar bezoekers koolzuurgas konden inhaleren dat vrijkwam uit de plaatselijke mineraalwaterbronnen en er waren twee buffetten waar men zich aan het heilzame water kon laven. Rond 1860 werd de thermale badinrichting maandelijks door zo’n 500 à 600 ‘curistes’ bezocht. Een volledige waterkuur duurde 25 à 30 dagen. Na 1865 begon de thermale badinrichting in Sail-sous-Couzan te verlopen. Mensen die een waterkuur wilden volgen gaven steeds vaker de voorkeur aan het modernere en vooral ook mondainere Vichy.
Toch werden tussen 1876 en 1907 in Sail-sous-Couzan een groot aantal nieuwe bronnen geslagen. De ingebruikname van deze bronnen kan alleen maar worden verklaard uit de snel groeiende markt voor gebotteld mineraalwater. Vanwege hun zeer hoge gehalte aan koolzuurgas waren de mineraalwaters van Couzan voorts bij uitstek geschikt voor het maken van frisdranken. In 1914 telde Sail-sous-Couzan maar liefst veertien bronnen en zes bedrijven die zich bezighielden met het bottelen van mineraalwater en het vervaardigen van frisdranken. Deze zes bedrijven brachten dat jaar gezamenlijk meer dan tien miljoen flessen mineraalwater en frisdrank in omloop. Eén van de zes bedrijven was dat van Félix Potin, dat een exclusieve exploitatievergunning had voor de zogenaamde Source Rimaud. De op het schilderij afgebeelde fles is afkomstig uit het bedrijf van Félix Potin. Na de Tweede Wereldoorlog ging het bergafwaarts met de mineraalwater- en frisdrankenindustrie in Sail-sous-Couzan. Uiteindelijk was er nog slechts één bedrijf actief, dat in 1979 werd gekocht door de gemeente in de hoop een nieuwe exploitant te kunnen vinden. Alle pogingen om de plaatselijke mineraalwater- en frisdrankenindustrie nieuw leven in te blazen liepen echter op niets uit.
The Swiss painter and engraver Félix Vallotton (1865-1925), residing in Paris since 1882, is often regarded as a member of the Nabis, the post-impressionist group of painters and illustrators that emerged around Pierre Bonnard and Edouard Vuillard. In the early paintings and wood engravings of Vallotton the ‘lyrical-decorative’ style of the Nabis is distinctly present. From 1905 onwards though, Vallotton developed in his portraits, nudes, landscapes, interiors and still lifes a style which to some extent can be described as expressionist.In 1899 Vallotton married Gabrielle Rodrigues-Henriques, daughter of a celebrated Paris art dealer. Gabrielle was a widowed mother of three children. In this painting of 1899 Gabrielle is sitting on the right. Also clearly visible in the harsh lamplight are Gabrielles eldest son Max, aged 15, and her daughter Madeleine, aged 7. The presence of Vallotton can be deducted from the theatrical dark hole in the middle of the painting. According to art historians and biographers this black hole, which represents of course the backside of the painter, expresses the uneasiness felt by Vallotton in his new role as breadwinner and head of the family. Later on in his life, Vallotton complained in several letters that Gabrielle and her children were treating him as a ‘quantité négligeable’. The space that the painter takes up in this 1899 painting amidst his wife and stepchildren can hardly be paraphrased more aptly.
An irrelevant detail for art historians but an intriguing object for those who are working in the soft drink industry, is the mineral water bottle with the ‘Couzan’ label on the dining-roomtable. There are also a wine bottle and a small liqueur bottle on the table. Around 1900 the French upper middle class already looked upon bottled mineral water as a natural accompaniment to a good meal. Mineral water was used to neutralize the sense of taste between two dishes, as well as to ease digestion.
Sail-sous-Couzan, in the department Loire about 500 kilometres from Paris, is a municipality that has abundant springs and a long history in the water business. In 1818 a ‘station balnéaire’ (hydro therapy resort) was established in Sail-sous-Couzan, which was visited during the summer months by wealthy Parisians and other French citizens who sought to rectify their health. The spa establishment was equipped with dozens of steam baths and shower cubicles, a room were visitors could inhale carbon dioxide from the local springs, and two drinking halls where the spring water could be sipped or gulped in recommended quantities. In its heydays the spa establishment in Sail-sous-Couzan was visited each month by some 500 to 600 ‘curistes’. Completing a water cure took visitors 25 to 30 days. After 1865 Sail-sous-Couzan gradually lost its visitors to the more fashionable resort of Vichy.
Yet between 1876 and 1907 several new commercially exploited sources were struck in Sail-sous-Couzan. This development can only be explained by the growing market demand for bottled mineral water. On top of that the mineral waters from Sail-sous-Couzan proved to be excellently suited for making soft drinks, because of their high levels of carbonization. In 1914 Sail-sous-Couzan counted fourteen acknowledged mineral water sources that were exploited by six bottling companies. Together these six companies had an annual output of more than ten million bottles of mineral water and soft drinks. One of these companies was run by Félix Potin. His company was exclusively licensed to the so-called Source Rimaud. The mineral water bottle on the painting is from the company of Félix Potin. After the Second World War mineral water and soft drink industry in Sail-sous-Couzan were on a downward trend. Eventually only one bottling company remained, that was bought by the municipality of Sail-sous-Couzan in 1979 in the hope of finding new private investors. Sadly all efforts to breathe new life into the local mineral water and soft drink industry have come to nothing.
© Peter Zwaal, 2004