De Vereniging Nederlandse Brouwers viert in 2014 haar 75-jarig bestaan, gerekend vanaf de oprichting van het Centraal Brouwerij Kantoor (CBK) in 1939. Landelijke organisaties op het gebied van de brouwnijverheid zijn er natuurlijk ook al vóór 1939 geweest, te weten de Nederlandsche Brouwers Bond (opgericht in 1897) en de Bond van Nederlandsche Brouwerijen (opgericht in 1902). Bij die eerste bond zijn vooral de traditionele bovengistende bierbrouwerijen uit het Zuiden des lands aangesloten. De concurrerende Bond van Nederlandse Brouwerijen komt daarentegen vooral op voor de belangen van de moderne ondergistende brouwerijen. De Nederlandse Brouwers Bond, die vanouds georganiseerd is in plaatselijke en regionale afdelingen, gaat in de jaren dertig stilletjes ter ziele wegens het teruglopend ledental. De Bond van Nederlandsche Brouwerijen wordt, net als alle andere privaatrechtelijke bedrijfsorganisaties, in 1941 op last van de Duitse bezetter ontbonden. Als instantie belast met distributie- en rantsoeneringsaangelegenheden, mag het CBK, waarbij alle Nederlandse brouwerijen zijn aangesloten, van de Duitsers wel blijven voortbestaan. Achter de schermen fungeert het CBK tijdens de oorlog reeds als onofficiële opvolger van de twee eerder genoemde brouwersbonden. Na de oorlog wordt die rol gecontinueerd en geformaliseerd.
Door het magazine De brouwers van morgen, een uitgave van de Vereniging Nederlandse Brouwers, ben ik in 2013 geïnterviewd over de geschiedenis van het CBK. Het interview is afgenomen en opgetekend door Henri Reuchlin.
Peter Zwaal